
Noem me een volslagen idioot, maar ik trek het liefst naar het hoge noorden in het putje van de winter. Korte dagen, waanzinnige sterrenhemels, knisperende haardvuurtjes en overal een flink pak sneeuw onder de voeten: dat vind ik allemaal best aangenaam. Ondertussen heb ik elk Scandinavisch land bezocht en ben ik een expert geworden in het gemakzuchtig stereotiep categoriseren van de inwoners. Zo zijn Denen gewoon knappere Duitsers, zijn Finnen en IJslanders geile binge drinkers die er uitzien als een kruising tussen een elf en een hobbit en zijn Zweden erg mooi maar soms een beetje saai. Enkel de Noren kende ik nog niet goed, en hun hoofdstad was me tot voor kort ook onbekend. Ik had oprecht geen idee wat ik van ervan moest verwachten en of er op zich wat te doen viel in Oslo.
Wat te doen in Oslo: vijf vreemde tips voor een winterse citytrip
Toen ik in december de kans kreeg er een professioneel bezoek te plegen – ik schrijf namelijk ook nog steeds voor echte magazines, I have a real job – kwam me dat natuurlijk erg goed uit. Ik zou aankomen op het moment dat de Nobelprijs voor de vrede er werd uitgereikt, en dat betekende veel volk, veel events en veel blije gezichten. Oslo bleek een levendige stad te zijn, met uitgestrekte parken, warme mensen en prachtige verzichten. De kerstmarkt was er net geopend, en om het allemaal nog een tikje gezelliger te maken lag ook de eerste verse sneeuw van het jaar voor me klaar. Maar valt er op een donkere winteravond nu echt wel wat te doen? Zeer zeker beste vriendjes! Deze vijf dingen bijvoorbeeld.
1. Speel ramptoerist op het dak van het Oslo Operahuis

Het nieuwe operahuis van Oslo werd in 2008 officieel geopend en is nog steeds het mooiste moderne gebouw van de stad. Dit imposante bouwwerk van marmer en glas lijkt als een ijsberg uit het water te rijzen, en door het ingenieuze ontwerp kan iedereen gewoon vanaf de waterkant het dak op kuieren. Tijdens de zomer is dat heel erg fijn, maar ’s winters moet je uitkijken. Zeker als na een zonnige dag de half ontdooide sneeuwlaag op het schuine dak weer is aangevroren. De Noren zelf hebben van wat banale gladdigheid absoluut geen last. Dat komt omdat ze crafty bastards zijn, die elastieken met ijzeren pinnetjes over hun schoenen trekken.
“Het nieuwe operahuis van Oslo is nog steeds het mooiste moderne gebouw van de stad, en je kan gewoon vanop de straat het dak opwandelen. Als het gesneeuwd heeft is dat echter op eigen risico.”
Domme toeristen uit landen die economisch in duigen vallen als er eens een halve centimeter sneeuw ligt, kennen dit soort hulpmiddelen echter niet en spelen bovenop de opera onbewust met hun leven. Dat inzicht kreeg ik jammer genoeg pas toen ik na een potsierlijke schuiver gekrenkt en verslagen op m’n buik weer het dak afgleed. Ik bleek er lang niet de enige met evenwichtsproblemen te zijn. Volgens mij ligt de bodem van de Oslofjord vol citytrippers, die er met hun camera nog om de hals en een blik van totale verbazing op hun bevroren gezichten de eeuwige, modderige duisternis van het zeemansgraf trotseren. Bij deze zijn jullie gewaarschuwd. Koop snel een paar pinnetjes (brodder in het Noors), kies een leuk plekje uit en geniet van het spektakel. www.operaen.no
2. Misfornøyelsesbar: bezoek het slechtste café ter wereld (als het weer opengaat)


De meeste kroegen proberen – hoewel een aantal Antwerpse cafébazen de memo hierrond blijkbaar nog niet ontvangen heeft – hun klanten een min of meer aangename tijd te bezorgen. Een café dient immers om je in te vermaken, zo zou een mens toch mogen veronderstellen. Eén zaak in Oslo doet aan al die wollige onzin echter niet mee. Misfornøyelsesbar – in het Engels The Bemusement Bar of Discontent – werd specifiek ontworpen om je een zo miserabel mogelijke ervaring te schenken. Het pand werd in de 19e eeuw gebruikt als mentale instelling waarin mensen die antisociaal en promiscue gedrag vertoonden – he, dat ben ik – dwangarbeid moesten uitvoeren.
“Misfornøyelsesbar werd specifiek ontworpen om je een zo miserabel mogelijke ervaring te schenken.”
De huidige eigenaar vond dat verleden blijkbaar een leuke bron van inspiratie, en besloot met een aantal lokale kunstenaars aan de slag te gaan. Het resultaat is een café waarin elke kamer werd ingericht in het licht van een psychische stoornis: van paranoia en fobieën tot schizofrenie. Overal kijken tientallen psychedelische ogen je aan, alles van de vloer tot het plafond werd met waanbeelden volgeschilderd, in het toilet zie je geen steek voor ogen, de stoelen zijn te klein en zitten slecht, en het bier wordt opzettelijk door een norse barman in halfvolle glazen getapt. Wie hier nietsvermoedend binnenstapt gaat een frustrerende avond tegemoet, maar ik vond het voornamelijk fascinerend. Het enige onaangename aan de hele ervaring was de lening die ik moest aangaan om m’n pinten te kunnen betalen. Nordic beer is expensive y’all!
PS: Tijdens het schrijven van dit stuk kwam ik te weten dat Misfornøyelsesbar – oh ironie – jammer genoeg recent de deuren heeft moeten sluiten. Er wordt aan een tweede versie gewerkt, maar een openingsdatum is er nog niet. Dit gezegd zijnde: is er een betere bekroning voor de zelfverklaarde slechtste bar ter wereld dan een faillissement? www.misfornøyelsesbar.no
3. Bewonder een babyschoppend standbeeld in het Vigelandpark


Het Vigelandpark is voor mij het mooiste park van Oslo, en een hoogtepunt van elk bezoek aan de stad. Er staan meer dan 200 beelden uitgestald, allemaal van een en dezelfde kunstenaar: de Noorse beeldhouwer Gustav Vigeland. Die deed er tijdens het interbellum twintig jaar over om z’n magnum opus af te werken. Het resultaat is fantastisch. Vigeland visualiseert op verbluffende wijze menselijke emoties, relaties en de vergankelijkheid van het bestaan.
“Vigeland’s beeld van een poedelnaakte man die furieus een aantal pasgeboren babies de lucht intrapt is wat mij betreft het beste standbeeld ter wereld.”
Sommige van zijn sculpturen zijn erg emotioneel geladen, anderen zijn provocatief en een aantal zijn ronduit hilarisch. Het beeld van de poedelnaakte man die furieus met een aantal pasgeboren baby’s vecht en er een wegtrapt als was het een voetbal, is wat mij betreft het beste standbeeld ter wereld. De boom in met die lelijke David van Michelangelo en zijn ridicuul kleine fluit. Rot toch op met die protserige kitschbeelden van die uitslover van een Bernini. Het lijkt allemaal kinderlijk prutswerk in vergelijking met dit epische, majestueuze beeld van de naakte babystamper. Het is hemels. Het is van een buitenaards artistiek niveau. Het is godverdomme perfect. Als het aan mij lag, stond het morgen in plaats van Brabo op de Grote Markt. TOP. BEELD.
4. Eet een elandburger op de kerstmarkt van Oslo


Kerstmarkten zijn in mijn ogen gewoon iets koudere jaarmarkten. Het zijn de uitgelezen gelegenheden voor de grootste leeglopers van het dorp om nog eens van onder hun steen uit te kruipen, zich een ongeluk te zuipen op glühwein en jenever, en vervolgens met de tranen in de op half zeven staande ogen de zoveelste publieke echtelijke ruzie te beginnen over niets. Ik ben er niet de grootste fan van. Voor kerstmarkten in het buitenland maak ik echter graag een uitzondering. Het is namelijk altijd leuk om me van de onderlinge verschillen met marktjes in ons Belgenland te vergewissen.
“Kerstmarkten zijn in mijn ogen gewoon iets koudere jaarmarkten. Ik ben er niet de grootste fan van, maar voor markten in het buitenland maak ik graag een uitzondering.”
Toen ik op m’n eerste dag in Oslo klaar was met m’n bezoek aan De Schreeuw van Edvard Munch – het enige schilderij ter wereld dat je persoonlijk lijkt te beledigen als je er voor staat – kon ik wel wat Kerstsfeer gebruiken. Vrolijk Jingle Bells fluitend trok ik naar de grote kerstmarkt rond de Spikersuppa schaatsbaan naast het koninklijk paleis. Zeven euro voor een glühwein dacht ik, dat valt voor Oslo best mee, en ik gooide er nog een uitgelaten Oh Denneboom tegenaan tot bleek dat het om een non-alcoholische variant ging. Er werd die dag niet meer gefloten.
Wat leuker was dan een beker veel te duur warm druivensap, waren de typische lokale gerechten die ik overal in kraampjes kon proeven. Walvis heb ik niet gevonden – en ik zou het ook niet eten – maar in het midden van de markt stond een stand die wilde Elandburgers verkocht. Moet ik proberen dacht ik, en zo geschiedde. Voor wie zelf de moed niet heeft om zo rond Kerstmis een fors uit de kluiten gewassen Rudolf naar binnen te werken: een elandburger smaakt zo ongeveer exact hetzelfde als eender welke andere burger. Tenzij je dus een persoonlijke vete hebt uit te vechten met de grootste hertensoort ter wereld, hoef je er bij deze geen meer te proberen.
5. SALT Oslo: kijk eens een film in de sauna


Oslo is een aangename wandelstad. Vooral langs de kade tussen de burcht en de opera valt heel wat te bezoeken. Vippa bijvoorbeeld: een oude hangar vol hippe graffiti, waarin men een hoop foodtrucks die street food van over de hele wereld aanbieden heeft ondergebracht. Iets verder, tegenover het Operagebouw, drijft een vlot dat voor 100% uit gerecycleerd materiaal bestaat en waar een doe-het-zelf sauna op neergepoot werd. Je kan het ding afhuren met een man of twaalf om daarna – eens uitgepuft – rechtstreeks in het ijskoude water van de Oslofjord te springen.
“SALT is een tijdelijk kunstproject aan het water waar je met tachtig man tegelijkertijd in de sauna naar een film kan gaan kijken.”
Is zomaar wat in een sauna zitten te gewoontjes voor je? Ga dan naar SALT. Dat is een tijdelijk kunstproject aan het water waarin voorstellingen en feestjes worden gegeven. Hun meest spectaculaire installatie is een sauna waar tot tachtig man in kan en waar je op gezette tijdstippen op een groot scherm van een film kan genieten. Lekker The Day after Tomorrow of Alive kijken terwijl het zweet van je voorhoofd druipt – heerlijk. Wel je zwembroek meenemen. De sauna is kinderen toegelaten, dus piemels in het broekje houden. We zijn hier niet in Finland.
Ziezo. Dat waren mijn tips voor een winters weekendje Oslo. Heb je zelf nog een aantal dingen toe te voegen? Heb je vragen of bedenkingen bij het bovenstaande gezwets? Ben je een Fin of een IJslander en ben je tot in de kern van je ziel gekrenkt omdat ik je net een op Ed Sheeran lijkende alcoholist noemde? Well, suck it up, crybaby. Ben je daarentegen Hafþór Júlíus Björnsson, de IJslander die de sterkste man ter wereld is en ook de Mountain speelt in Game of Thrones? Mijn nederige en oprechte excuses beste vriend, ik corrigeer mijn pijnlijke misser meteen. Laat in ieder geval niet na je mening te spuien in de commentaren onderaan.
Professioneel ging ik naar Oslo voor www.bbtonline.eu en www.visitoslo.com.
Zin in wat andere buitenlandse reizen? Lees dan m’n artikels over Taipei, Malawi, Hanoi, Edinburgh, Kenia, Singapore, New Delhi of Aruba.













6 Comments
Colin
februari 14, 2019 at 3:43 pmOh, I’m not concerned for me – I’m Belgo-British, which makes me among the most witty and attractive people on the planet. My issue is with “The Danes are just prettier Germans” – you do realize my wife may read this? And that she knows where you live?
Jonathan Ramael
februari 14, 2019 at 4:00 pmAm I wrong? :p
Colin
februari 15, 2019 at 9:29 amI couldn’t possibly comment.
Jonathan Ramael
februari 15, 2019 at 2:15 pmIs she Danish or German? :p
Viviane
februari 15, 2019 at 12:08 pmHilarious Jonathan!! I like your style and I will never look at Oslo the same again 🙂
Jonathan Ramael
februari 15, 2019 at 2:14 pmMerci Viviane! Next one is about Antwerp. Let’s see if I can surprise you with that one. 😉