Reistips Singapore: 7 verborgen parels voor een authentieke citytrip

Een reis naar Singapore is er op het eerste zicht één van pracht en praal. Glanzende wolkenkrabbers, monumentale shoppingcentra en peperdure restaurants. Achter de glitter schuilt echter een ander Singapore: een groene bestemming vol cultuur en lokale lekkernijen.

Singapore: iedereen die min of meer thuis is in Azië kent de clichés wel. Het is er kraaknet en peperduur, kauwgom knauwen is verboden en vroeger durfde men er wel eens publiekelijk mensen met de bamboestok te lijf gaan als ze pakweg een sigaret niet in de vuilbak hadden gezwierd. Veel toeristen die er als deel van een langere reis een dag of drie blijven, keren dan ook terug met het beeld van een soort futuristisch Aziatisch Disneyland in het achterhoofd – Dubai maar dan tropisch. Om eerlijk te zijn zat ik na een eerste kort bezoek ook wat met dat idee. Het leek me allemaal iets te clean en te georganiseerd om er al te straffe avonturen te beleven. Toen ik er een paar jaar later opnieuw was om wat vrienden te bezoeken en op sleeptouw werd genomen, ontdekte ik een ander Singapore. De clichés zijn wat ze zijn, maar in hier zit veel meer onder het vernis verscholen dan je op het eerste gezicht zou denken.

 

Reistips Singapore: 7 verborgen parels voor een authentieke citytrip

Qua bevolking is Singapore één van de meest diverse landen ter wereld. Ik sliep in een hostel in het drukke Chinatown. Da’s uiteraard de Chinese wijk, maar in een straal van 200 meter loop je er voorbij zowel een boeddhistische en een hindoeïstische tempel als een moskee. Ook katholieke kerken vind je hier en daar terug. Prettige buurt trouwens, dat Chinatown, vol restaurants, terrasjes en felgekleurde oude geveltjes.

“Singapore straalt op het eerste zicht vooral pracht en praal uit, maar wie de tijd neemt om voorbij het gordijn te kijken, ontdekt een resem aan authentieke activiteiten en plekjes.”

Ok, het Singapore van op de foto’s – meestal beperken die zich tot Marina Bay en Sentosa Island – is inderdaad wat over the top. Je kan er indien gewenst zelfs met een roeiboot door het shoppingcenter varen. Weg van dat chique centrum is het er op veel plekken echter kleinschalig en gezellig, maar vooral heel erg groen. De keuken van m’n hostel keek uit op een klein parkje waarin de hele dag bonte vogeltjes tsjirpten – bijna letterlijk in de schaduw van de wolkenkrabbers verderop. Een streepje natuur en wat zuivere lucht: het is een aangename afwisseling voor iedereen die de smog van Aziatische megasteden gewend is. Hier zijn alvast zeven reistips om het authentieke Singapore te ontdekken.

 

1. De authentieke keuken van Singapore: eet eens in een hawker centre

Wie denkt zoals in de rest van Zuidoost Azië met een paar euro toe te komen voor het avondeten, zal in Singapore vaak bleek uitslaan. Het gemiddelde restaurant is er prijziger dan bij ons en alcohol is er zelfs exponentieel duurder – denk vier à vijf euro voor prutspils in de nachtwinkel. Gelukkig hoef je hier helemaal niet op restaurant te gaan. Over de hele stad vind je overdekte foodcourts vol kleine eetkraampjes: de zogeheten hawker centres. Hier kan je voor een paar dollar de hele Aziatische keuken proeven. Het ziet er allemaal iets minder verfijnd uit en je zal je ronde tafeltje moeten delen met de plaatselijke hangbejaarden, maar smakelijk en authentiek eten is het in elk geval.

“Over heel Singapore vind je overdekte foodcourts vol kleine kraampjes waar je voor een paar dollar per bord kan eten: de zogeheten hawker centres.”

De hawker centres maken hier echt deel uit van het dagelijkse leven. Sommige kraampjes leveren trouwens echte kwaliteit. Twee van hen kregen zelfs een Michelinster. In het Chinatown Food Complex vlakbij de metro ligt het erg poëtisch genaamde Hong Kong Soya Sauce Chicken Rice and Noodle, waar de chef ook na het krijgen van z’n ster (in 2021 raakte hij ze opnieuw kwijt) nog altijd gerechten voor omgerekend zo’n €2 per stuk op een kartonnen bordje verkoopt. Je zal er even in de rij voor moeten staan, maar zoals iedereen weet is de regel in Azië: hoe langer aanschuiven; hoe lekkerder het eten. Hier liggen de voornaamste hawker centres per wijk.

 

2. Haw Par Villa: het vreemdste pretpark in Singapore

Singapore heeft meer dan een paar pretparken in de aanbieding. Universal Studios is het bekendste; er is het grote Science Centre Singapore; Snow City is een indoor winterpark (tof als het doorlopend 35 graden is buiten) en er vallen tal van waterparken te bezoeken. Het meest unieke pretpark van Singapore is echter heel wat minder hoogtechnologisch. Haw Par Villa is een wat kitscherig maar erg charmant park uit de jaren dertig, dat inkijk biedt in de mythologie van het Boeddhisme. Het doet dat – tot mijn groot jolijt – met behulp van meer dan duizend vaak hilarisch foute beelden. Het hoogtepunt is zonder twijfel de grot waarin de tien niveaus van de Boeddhistische hel worden afgebeeld. Volgens de leer dient elke zondaar hier immers berecht en naar behoren bestraft te worden, alvorens weer te reïncarneren. De verschillende straffen zijn buitengewoon specifiek. Zo worden bij moordenaars hoofd en armen afgehakt en worden verkrachters bruin gebakken in een wok vol kokende olie. Streng maar rechtvaardig zou je kunnen denken, ware het niet dat er ook iets minder voor de hand liggende zondaars geviseerd worden. Iedereen die ooit een bibliotheekboek met wat verse ezelsoren heeft teruggebracht wordt bijvoorbeeld in een boom vol messen gekatapulteerd en – komt ie – eenieder die ooit pornografisch materiaal bezat of bekeken heeft wordt verticaal in twee stukken gezaagd. Het zal even aanschuiven worden, daar op de zesde etage van de hel.

 

3. Minder gekende parken in Singapore: de Southern Ridges en meer

Het allerbekendste park van Singapore – waar je met de Supertree Grove meteen het meest iconische beeld van het land te pakken hebt – is natuurlijk Gardens by the Bay. Fantastisch park, maar er vallen er veel meer te bezoeken. De Singapore Botanic Gardens zijn werelderfgoed, en ook de Singapore Zoo wordt als een van de besten ter wereld beschouwd. In het East Coast Park liggen prachtige stranden uitgespreid en in het MacRichie Reservoir kan je honderden meters door de boomtoppen wandelen. Zelf trok ik tijdens m’n laatste bezoek richting Southern Ridges – een heuvelachtig en bebost stuk groen dat een aantal afzonderlijke parken met elkaar verbindt. De beschaving is maar honderd meter weg, maar op sommige plekken lijk je in het regenwoud te zitten – inclusief krijsende apen. De mooi ontworpen Henderson Waves Bridge is het pronkstuk van de Ridges, en zorgt ervoor dat je op 36 meter hoogte van park naar park kan wandelen, pal boven de snelweg die er onderdoor loopt. Het geweldige uitzicht krijg je er gratis bij, net als de koppels die er tijdens het weekend hun trouwfoto’s laten maken.

 

4. Aparte wijken in Singapore: het Colonial District en Little India

Het uiterste centrum van Singapore ziet er nieuw en futuristisch uit, maar daarrond liggen allerlei andere wijken met hun eigen karakter. Over Chinatown hadden we het al, maar onmiddellijk ten noorden van de rivier ligt bijvoorbeeld het Colonial District (ook Civic District genoemd). Daar staat nog een hoop elegant erfgoed recht, langs de kade liggen een heleboel restaurants met terras, en ook de meeste topmusea vind je hier.  Zowel het National Museum of Singapore, de National Gallery, het Asian Civilisations Museum en het Peranakan Museum (over de etnische groep die afstanmt van de eerste Chinezen die zich in Zuidoost Azië settelden) liggen allemaal in deze buurt, net als het iconische Raffles Hotel. Little India ligt wat noordelijker en voelt compleet anders aan, namelijk – je raadt het nooit – Indisch. Dat uit zich in een ander eetaanbod, andere muziekjes en iets meer lawaai. Indiërs en Bengalesen vormen één van de belangrijkste etnische minderheden in Singapore. Velen van hen waren of zijn gastarbeiders die in principe de halve stad hebben gebouwd. Vlak naast Little India ligt dan weer Kampong Glam: het voornaamste moslimdistrict. Hier vind je de meeste moskeeën en hookah bars, maar ze hebben er ook hipsterstraatjes vol boetiekjes, cafés en hostels. In Singapore loopt alles wat door elkaar.

 

5. De Buddha Tooth Relic Temple: een tempel voor een stuk tand

Op twee minuten stappen van m’n hostel in Chinatown lag de Buddha Tooth Relic Temple. Dat is een gigantische tempel die er authentiek uitziet maar eigenlijk amper twintig jaar oud is. Hij dient letterlijk om een stuk tand te bewaren – eentje van de Boeddha zelf welteverstaan. Het stuk werd in 1980 ontdekt, en hoewel experts de authenticiteit ervan betwisten en zelfs menen dat het om een koeientand gaat, besloot men er toch een gebouw van $62 miljoen rond neer te planten. Met religieuze relikwieën wordt hier niet gelachen. Of de tand authentiek is en of de Boeddha hem al dan niet afbrak tijdens het eten van een Chokotoff zullen we nooit weten, maar het resulterende complex mag er in ieder geval wezen.

“In de Buddha Tooth Relic Temple wordt een stuk tand van de Boeddha bewaard. Of het authentiek is en of hij hem al dan niet afbrak tijdens het eten van een Chokotoff zullen we nooit weten, maar het resulterende complex mag er in ieder geval wezen.”

De tempel valt volledig gratis te bezoeken. Een aantal keer per dag komen de plaatselijke monniken er een dienst houden, waardoor je kan genieten van rustgevende uhm-gezangen waarvan de gemiddelde hippie het stante pede op z’n zweven zet. Ook de tand zelf wordt een paar keer per dag bovengehaald, waarna hij naar believen bezichtigd kan worden. Wat leven we toch in een wondere wereld.

 

6. Changi Airport: Singapore heeft de leukste luchthaven ter wereld

Wachten op het vliegtuig is met voorsprong het vervelendste moment van elke reis. Je bent of veel te vroeg of veel te laat, je moet door de securitycheck waar je als je pech hebt door een gefrustreerde schoolverlater betast wordt, en de mens die uiteindelijk naast je komt te zitten stinkt alsof het op voorhand was afgesproken per definitie naar een combo van salami en oud zweet. Niet zo in Singapore. Changi Airport staat quasi altijd helemaal bovenaan het lijstje van beste luchthavens ter wereld, en dat komt niet alleen omdat je er al op een kwartiertje na de landing efficiënt en vrolijk met je koffers buitenloopt. Nee, elke terminal werd er volgestouwd met leuke attracties – zowel voor als achter de incheckpoorten. Het is er zelfs zo tof dat Singaporezen er op hun vrije dag soms komen rondhangen. Ze hebben er een vlindertuin met een waterval, een dakterras vol cactussen en een bar vanwaar je de vliegtuigen kan zien opstijgen, een openluchtzwembad, een koivijver vol orchideeën en een cinemacomplex. Naast terminal 4 hebben ze er met Jurassic Mile zelfs een heel dino-park langs een jogroute gezet (dat moet je wel voor je incheckt bezoeken). Bij quasi elke gate vind je trouwens geautomatiseerde zetels die je een gratis voetmassage geven – erg aangenaam. Het is eens wat anders dan de pralinewinkel en de twee oude Playstations waar je je in Zaventem mee zoet moet zien te houden.

 

7. Het rariteitenkabinet van Singapore: 4 random unieke attracties

Tot slot geef ik jullie een aantal willekeurige vreemde dingen in Singapore mee die ik zelf nog niet heb kunnen uitproberen maar die er wel zijn.

-Het Live Turtle and Tortoise Museum: Singapore heeft een dierentuin waar je enkel schildpadden kunt zien. Die ligt in de Japanse Tuinen en ze hebben er meer dan vijftig soorten. Ik veronderstel dat het niet de spannendste zoo ter wereld zal zijn, maar op z’n minst één van de uniekste.

-24/7 Zalmautomaten: In 2019 werd ergens in Singapore een automaat geïnstalleerd waar je voor een paar dollar 200g verse Noorse zalm kon uithalen. Vier jaar later staan ze verspreid over de hele stad. Op meer dan zestig locaties en op elk uur van de dag en nacht raak je nu aan je vis. Je zal maar eens een hongertje hebben.

-Singapore heeft één van de enige lichtgevende slakkensoorten ter wereld (de quantula striata) Moest je in de buurt van een gazon zitten als het geregend heeft, kijk even naar buiten en met wat geluk kan je ze zien pulseren.

-Op een eilandje langs de kust staat een hutje dat tot “German Girl Shrine” werd gepromoveerd. Da’s een gedenkteken aan een Duits meisje dat hier leefde tijdens WOI en van een klif zou zijn gestort op vlucht voor de Britten. Heel wat mensen laten er offers achter op het altaartje: nagellak, borstels en lippenstift. Met genderfluïditeit waren ze hier nog niet zo bezig.

 

Zin in andere Aziatische reisverhalen? Lees hier m’n artikels over Hanoi, New Delhi, Taipei en Hong Kong.