Eilandhoppen in Kroatië: op roadtrip langs de 9 mooiste bezienswaardigheden

Posted on januari 9, 2024

Een vakantie aan de Adriatische kust van Kroatië is reizen met alles er op en eraan. Een lappendeken van honderden eilanden ligt er voor je klaar, allemaal met een eigen karakter. Trot Op! koos er met Rab, Krk, Cres en Losinj vier van de mooiste uit en stak vervolgens vlotjes een roadtrip in elkaar om ze te verkennen.

Kroatië is al tien jaar de jongste aanwinst van de EU, en daar mogen we met z’n allen best blij om zijn. Het land trad vorig jaar toe tot de Schengenzone, waardoor je er nu vrijelijk in en uit kan rijden. Bovendien verzamelt het op een oppervlak van amper twee keer België een hoop troeven waarvoor je normaal half Europa rond moet reizen. Qua natuur bijvoorbeeld, heeft Kroatië alles te bieden van donkere bossen tot parelwitte stranden, en van besneeuwde bergtoppen tot meren als spiegels. Ook wat cultuur betreft hoef je niet thuis te blijven. Doorheen de jaren kwam zowat iedereen hier een stapje in de wereld zetten. Van de Romeinen en de Byzantijnen tot de Venetianen en de Habsburgers – zelfs Napoleon passeerde hier.

“Kroatië trad in 2023 toe tot de Schengenzone, waardoor je er nu vrijelijk in en uit kan rijden. Bovendien verzamelt het op een oppervlak van amper twee keer België een hoop troeven waarvoor je normaal half Europa rond moet reizen.”

Een hoop verschillende invloeden dus, die allemaal blijvende sporen nalieten. Voeg daar nog wat lekkere wijn en een hoop zuiderse zon aan toe, en we komen tot een gevarieerde topbestemming op amper een uur of twee vliegen van Zaventem. Het mooist van allemaal is misschien wel de Adriatische kust, en dat is exact waar ik naartoe trok. In de herfst dan nog wel. Het hoogseizoen was al een week of drie achter de rug en de meeste toeristen waren alweer opgezouten. Verrassend kalm dus, maar de zon scheen nog dapper door. Daar komt een mens z’n kot nog eens voor uit.

Eilandhoppen in Kroatië: op roadtrip langs de 9 mooiste bezienswaardigheden

Zo kwam het dus dat ik in oktober met een gehuurde Renault Clio de luchthaven van Zagreb uitreed. Over heerlijk rustige wegen en door een hoop tunnels zoefde ik door de bergen richting de Kvarnergolf. Da’s een baai in het noorden van het land, vlakbij Rijeka en de Italiaanse grens, gevuld met een heel aantal prachtige eilanden. Met de auto van eiland naar eiland rijden klinkt als een vrij idiote onderneming. Geen nood echter vrienden: dat valt best mee. Krk – spreek uit “kurk” maar zonder u – rij je gewoon via een brug op. De andere eilanden bereik je door met de auto de erg efficiënte ferry’s te nemen die alle haventjes met elkaar verbinden. Kaartjes koop je online of (zeker in het laagseizoen) gewoon terplekke. Op de eilanden zelf is het in deze periode aangenaam rijden. Soms kwam ik kilometerslang geen andere chauffeur tegen. Poot uit het raam, Still D.R.E. door de speakers en cruisen maar. Naar deze negen fantastische hotspots bijvoorbeeld.

1. Bak jezelf bruin op de talloze stranden van Rab

Rab is een interessant eiland. Het landschap is er enorm divers, met dichte dennenbossen en stranden in het zuiden en kale, door de wind gegeselde kliffen in het noorden. Grote delen van het eiland zijn al jaren erkend als natuurgebied en worden beschermd. Op het schiereiland Lopar – vlakbij de ferrydienst – liggen meer dan twintig stranden in alle vormen en maten voor je klaar. Het bekendste daarvan is het uitgestrekte zandstrand Paradise Beach. In juli liggen ze daar als sardienen op elkaar, maar toen ik er op een voormiddag in oktober rondwandelde was ik er letterlijk de enige passant. Wie ook in het hoogseizoen wat meer privacy wil kan met een plannetje allerlei verborgen baaitjes en lagunes opzoeken. Voor de liefhebbers stak men er ook een paar verborgen naaktstrandjes tussen. Rab is één van de eerste mediterrane bestemmingen waar je ongestraft je broek mocht afsteken. Dat komt omdat een jaar of honderd geleden een paar Britse royals het er veel te warm vonden en spontaan het goede voorbeeld gaven. Ik zie het Charles en Camilla (gelukkig) niet meteen doen. Het water blijft hier trouwens aangenaam warm van begin mei tot eind oktober.

2. Rab Town: loop verloren in eeuwenoude straatjes

Rab heeft wat mij betreft de mooiste stad op de vier eilanden in de aanbieding. Da’s het historische maar niet erg creatief gedoopte Rab Town: een ommuurd en perfect gerestaureerd middeleeuws stadje dat vanop hoge rotsen over de zee uitkijkt. Vier kerktorens rijzen er uit de nauwe kasseistraatjes op – een iconische skyline op microniveau. De zonovergoten pleintjes rond de kerktorens in de hoger gelegen delen van het oude centrum, hebben zicht op zee en baden in een bijna koloniaal Caribisch sfeertje. De in de schaduw gelegen lagere steegjes zitten dan weer vol leuke cafés en restaurants – perfect voor een spontaan verdwaaltochtje. Vanaf de stadswal of via het Komrčar park kan je over een hoop trappen helemaal tot aan de lange promenade langs de zee afdalen. Daar ligt met de Banova Villa Beach Bar een tropisch aanvoelende cocktailbar langs het water. Aangename plek om met een Piña Colada in je poten de zonsondergang af te wachten. Moest ik in de buurt wonen, ik zat er elke dag.

3. Ontdek de historische binnenstad van Krk Town

Krk is niet alleen het eiland met de minste klinkers ter wereld, het is ook veruit het populairste in de hele Kvarnerbaai – voornamelijk omdat je er rechtstreeks met de auto kan oprijden. De hoofdstad is het alweer niet echt geniaal benoemde Krk Town, en dat was zowat de enige bestemming tijdens m’n roadtrip waar ook in oktober nog meer dan een handjevol andere buitenlanders rondliepen. Krk is een erg toeristisch maar gezellig stadje met een oud centrum vol souvenirwinkeltjes en restaurants. Op een paar uur tijd ben je er wel doorheen en heb je zowel de mooie kathedraal, het middeleeuwse fort en het kloosterkwartier gezien. Ideaal moment om één van de vele stranden rondom op te zoeken of jezelf even rustig langs de kade van het levendige haventje te zetten. Wat aan een verse crème glace likken terwijl je de mensen voorbij ziet slenteren: heerlijk. Het hoeft niet elke dag even wild te zijn.

4. Bezoek een prachtig kerkhof in Baška

Op Krk valt veel meer te zien dan enkel Krk Town. Baška bijvoorbeeld is een kuststadje in het uiterste zuiden van het eiland waar heel wat resorts liggen. Wie hier op het kiezelstrand rondloopt (dat er weer zo goed als leeg bijlag) ziet het water bijna volledig omringd door indrukwekkende bergen. Je lijkt wel in één of ander Alpenmeer te staan pootjebaden in plaats van in de Adriatische Zee – bevreemdende ervaring. De mooiste plek van Baška ligt niet in de stad zelf maar hoog op de heuvelrug er net buiten. Hier ligt een ommuurd kerkhof met een mooi kerkje dat over de diepblauwe zee uitkijkt. Moest ik hier toevallig de pijp uitgaan, zouden ze er me met plezier meteen de grond in mogen steken. Vanaf de poort van het kerkhof vertrekken trouwens een aantal goed aangegeven boswandelingen die over de heuvels rond de stad trekken, en een aantal fantastische uitkijkpunten aan elkaar linken.

5. Beleef wijnavonturen in Vinotel Gospoja

Eilandhoppen in Kroatië - Vinotel Gospoja

Op Krk liggen – net als op de drie andere eilanden – heel wat piepkleine dorpjes verborgen. Die zijn leuk om te verkennen, maar net iets minder om ’s nachts met de auto door te navigeren. Zo reed ik in het donker bijvoorbeeld naar Vrbnik, dat alweer fotogeniek tegen een aantal zeekliffen werd aangebouwd. De extreem nauwe steegjes deden m’n GPS doldraaien, waardoor ik ongepland m’n zijspiegels heb moeten bijvijlen tegen een gevel om weer uit een verkeerd ingeslagen straatje te raken. Uiteindelijk raakte ik met wat geluk toch tot op m’n bestemming: het Wijnhotel Gospoja. Da’s een familiezaak met een uitgebreide spa en een restaurant waar zowat alles op elk bord, net als de gepaarde wijnen, uit eigen kweek komt. Niet de meest complexe gerechten, maar waarschijnlijk m’n beste diner in Kroatië.

6. Geniet van dramatische uitzichten op Cres

Cres is een wild en ongerept eiland, en is met 3.000 inwoners van de vier die ik bezocht het dunst bevolkt. De kust is een opeenvolging van grillige kliffen en het binnenland is op veel plekken dichtbebost. Die kliffen zijn de voornaamste broedplaats voor de grootste populatie vale gieren in Kroatië, en het eiland is één van de enige plekken in het land waar je überhaupt een realistische kans hebt er één te zien vliegen. Door hun spanwijdte van om en bij de drie meter hoef je alvast geen verrekijker mee te nemen. Cres Town (alweer virtuoos genaamd) is waar het meeste volk woont en is een leuk stadje met een haventje vol Venetiaanse gevels. Lubenice is nog veel fotogenieker. Dat komt voornamelijk omdat het een piepklein en volledig authentiek gehucht is – daadwerkelijke inwonersaantal: vier – dat op dramatische wijze bovenop een driehonderd meter hoge klif langs de zee werd gebouwd. Het uitzicht is geweldig – de bovenstaande foto is genomen vanop de rotsen naast de kleine parking – en zelfs de rit ernaartoe is aangenaam. Je rijdt dan op door stenen afgebakende slingerwegeltjes in de schaduw van de bomen de berg op, en kan meteen een hoop vervelende wielertoeristen wat stof doen vreten. Lekker even in wat kiezels patineren zorgt altijd voor de leukste reacties (niet in het echt doen aub).

7. Ontdek het Belgische tintje van Lošinj

Wie van Cres naar Lošinj wil rijden, hoeft daarvoor geen veerboot op maar kan simpelweg een verrassend kort bruggetje oversteken. Lošinj is een lang uitgerekt eiland dat wat verder in de zee ligt. Ik zat er in een hotel van 200 kamers, waar er in oktober nog ongeveer 10 van bezet waren. Een week of twee na m’n vertrek zou alles er sluiten tot in de lente. Ook in het nabijgelegen Mali Lošinj – dat rond alweer een schattig haventje over een paar heuvels ligt gedrapeerd – was het vrij rustig. Net als in de voorgaande stadjes is het centrum ook hier een doolhof van trapjes en steegjes. Langs de waterkant ligt het Museum van Apoxyomenos. Da’s een klein maar erg interessant ingericht museum over de geschiedenis van de streek, met als hoogtepunt een uit het water gehaald Grieks standbeeld van een jonge atleet. Dat werd in de jaren negentig per toeval op 45 meter diepte ontdekt door de Belgische duiker René Wouters, en later opgevist en gerestaureerd. Het resultaat is een levensgroot en zo goed als intact beeld uit de 2^e eeuw voor Christus. Erg unieke vondst, en tijdens het restauratieonderzoek vonden ze zelfs een tweeduizend jaar oud nestje van één of ander antiek knaagdier aan de binnenkant ervan. Een paar kilometer buiten Mali Lošinj ligt met Veli Lošinj trouwens een vergelijkbaar maar kleiner dorpje met dezelfde kleurrijke geveltjes. Hier zijn ook in het hoogseizoen wat minder toeristen.

8. Trek door de bergen in het Northern Velebit National Park

Road Trip in Kroatië - Northern Velebit National Park

Vanop de eilanden raak je met de ferry makkelijk ook weer op het vasteland. Daar ligt een hele bergketen die de kust scheidt van het binnenland. Een deel daarvan vormt het Northern Velebit National Park, en dat besloot ik even te bezoeken. Omdat ik de avond ervoor nog in een T-shirt cocktails zat te drinken in de zon, dacht ik dat dat wel vlotjes ging verlopen. Na een uur bergop rijden zag ik echter de eerste sneeuw, die na elke bocht alleen maar dikker kwam te liggen. Geen ideale omstandigheden op zomerbanden naast een ravijn. Toen ik uiteindelijk in het park aankwam (geef “Zavizan Mountain Hut” in op je GPS voor een mooi wandelstartpunt) blies de wind me bijna van de berg. Op tien minuten tijd was ik compleet bevroren, terwijl ik beneden in de verte nog altijd de zee kon zien glinsteren. Het landschap daarentegen was verbluffend: woeste, met besneeuwde dennen bezaaide bergen zover het oog kon zien. Moest ik erop gekleed geweest zijn, ik zou bij god nogal een wandeling hebben gemaakt.

9. Bezoek het weeshuis voor beren in Kuterevo

Road Trip in Kroatie - Kuterevo Bear Sanctuary

Toen ik later op de middag het Velebit House bezocht – een interessant en interactief museum over de natuur in het park, ontdekte ik dat er op de plek waar ik die ochtend stond te verkleumen ongeveer 200 wilde beren rondzwierven. Ik was er de enige levende ziel in de wijde omgeving en droeg bovendien een honinggele trui met een tekening van een bij op (helaas geen grap, don’t ask). Enige waarschuwing op voorhand had wel gemogen. Wie beren wil zien maar niet het risico wil lopen hun vieruurtje te worden, kan wat verderop het berenweeshuis van Kuterevo bezoeken. Da’s een kleurrijk opvangcentrum vol hippies en internationale vrijwilligers, waar een paar dozijn geredde beren worden opgevangen. Ze genieten er in aparte leeftijdsgroepen en in ruime en natuurlijk ingerichte verblijven van hun tweede leven. Die trui heb ik toch maar in de koffer laten liggen.