Zin in een leuke en cultureel verantwoorde citytrip? Probeer het Waalse Mons dan eens. Bergen is niet enkel het thuisfront van Di Rupo en de hoofdstad van Henegouwen, de stad heeft ook een rijk verleden en barst van de musea. Trot Op! ging er op bezoek tijdens de Kunst- en Cultuurbiënnale van de Franse Gemeenschap zette er de leukste activiteiten voor je op een rij.
Mensen die het geluk hebben me ook in het echt te kennen, weten natuurlijk dat ik zowel een groot kunstenaar als een vermaard kunstkenner ben. (Weet je wat bijvoorbeeld een prachtig schilderij is? De Mona Lisa van Leonardo Da Vinci: ronduit wauw!) Het voelde dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat ik vorige maand persoonlijk uitgenodigd werd om de Kunst- en Cultuurbiënnale van de Franse Gemeenschap in het mooie Mons – Bergen voor de vendelzwaaiers – bij te wonen. De Biënnale is een groot evenement dat alles wat de stad op kunst- en cultuurvlak te bieden heeft grondig in de spotlights zet. In 2015 werd Mons immers nog uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Europa, en dat ging gepaard met heel wat uitbreidingen en vernieuwingen van het bestaande aanbod waar je nu nog steeds van genieten kan. Ook dit jaar staat er heel wat nieuws op het programma, waaronder een grote tentoonstelling van Botero, vier verschillende thematische nachten en het vieren van de lokale Italiaanse keuken – Di Rupo haalde er alvast z’n meest geklede strik voor uit de kast. Zelf een gracieuze gazelle zijnde, werd ik begin oktober geïnviteerd op de Nacht van de Dans. Een mens zou verdomme voor minder nog eens in de auto springen, nietwaar?
Magie in Mons: 6 toffe tips voor een citytrip in Bergen
Ook zonder Biënnale valt in Mons natuurlijk meer dan genoeg te beleven om er een tof weekend van te maken. Wie Bergen op z’n wildst wil meemaken moet het weekend na Pinksteren naar Le Doudou gaan kijken. Dat is een compleet geschift volksfeest dat tot cultureel werelderfgoed werd uitgeroepen, waarbij de halve stad het op een zuipen zet en achtereenvolgens de lijkwade van Sint-Waldetrudis ceremonieel uit de gelijknamige kerk paradeert, ze er de dag nadien alsof het niets is een tikje minder plechtig weer induwt, om tenslotte de uitverkoren dorpsgek van het jaar een half uur als Sint-Joris tegen een houten draak te laten vechten terwijl de rest van de aanwezigen als bezetenen paardenhaar uit de staart van het arme beest probeert te snokken. Dat brengt namelijk geluk. De kerk zelf is trouwens een kolossaal bouwwerk en zou normaal gezien met een toren van maar liefst 190 meter hoog hebben moeten pronken. Omdat de Walen echter niets kunnen afwerken zonder dat wij ze daarvoor bij het handje nemen (c’est just une blague mes amis) smeet men er na meer dan 200 jaar werk gezamenlijk de klak naar, om er uiteindelijk gauwgauw een stompe prutstoren op te metselen. Hierdoor is de prachtige en architecturaal superieure kathedraal van mijn eigenste Antwerpen nog steeds de hoogste van het land. Haters be hatin’! Maar soit, genoeg gelachen. Hier zijn 6 dingen die je zeker moet doen tijdens je volgende citytrip in Mons. Ga ervoor, vrienden!
1. Een kleine Love Parade op de nacht van de dans
Ik kan moeilijk aan een artikel over de Biënnale van Mons beginnen, zonder het eerst over het evenement zelf te hebben. Over de ganse stad vielen het hele weekend dansperformances bij te wonen. Sommigen waren niet meer dan goedbedoelde artistieke projectjes of middelbare schoolvoorstellingen waarvoor de bomma op een schone dag haar kot wel eens durft uit te komen, maar drie dingen staken er bij mij ver bovenuit. Juke-Box van Louise Vanneste deed een hoop hitsige dingen met springballen op de tonen van Where is my Mind van The Pixies. Ik was uiteraard fan. Mirage (Un jour de fête) van Compagnie DYPTIK in het mooie Maison Folie was een zinderende dansshow die alles bracht van modern tot breakdance en opzwepende zigeunermuziek. Wie deze mensen ergens op een affiche ziet staan, dient een ticket te kopen. Het echte hoogtepunt van de avond was het slotevent Color Wheels. Hierbij trok een bontgekleurde stoet dansend rond grote lichtinstallaties op harde techno door de mensenmassa langs de straten van de binnenstad. Ik kreeg er zowaar Love Parade-vibes van. Corona bestond even niet meer, en dat voelde best lekker.
2. Check de billen van Botero in het Beaux Arts Mons
Colombiaans schilder en beeldhouwer Fernando Botero moet een van m’n favoriete hedendaagse kunstenaars zijn. De dikke billen, bolle kaken en potsierlijk kleine gezichtjes van zijn modellen zien er voor mij altijd zowel hilarisch als een tikje tragisch uit. In het BAM (Beaux Arts Mons) loopt nog tot 30 januari een retrospectieve van Botero die het hele museum inneemt, en het is een parel van een tentoonstelling geworden. In de eerste paar zalen zie je via een aantal vroege werken ’s mans stijl evolueren en tot bloei komen. Vervolgens passeer je alle iconische dikkerdjes – meteen ook een retrospectieve van mijn steeds vadsiger wordend lijf tijdens de eerste lockdown. Een aantal van m’n persoonlijke favorieten zijn de werken van Van Eyck en Van Gogh die hij in z’n eigen stijl nabootst, en een ander schilderij waarop hij feilloos de tristesse van het gemiddelde bourgeoisiefeestje uitbeeldt door een hoop onkuise figuren zich zonder enige emotie op het gezicht aan een halve orgie te doen overgeven. In de laatste zalen wordt Botero ernstiger, met werken over de Colombiaanse burgeroorlog en een hele serie bloederige doeken die de wanpraktijken van het Amerikaanse leger in de Abu Graib gevangenis in beeld brengt. Vergeet zeker niet het filmpje waarin Botero zelf geïnterviewd wordt te checken op het einde van de rit – interessant man om naar te luisteren.
3. Het Mundaneum van Mons: Google in een fichebak
Mons beschikt over een verbazend aantal waardevolle musea (het heerlijk ouderwetse Regionaal Museum voor de Natuurwetenschappen met een paar vrij hilarisch opgezette beesten, was helaas gesloten voor restauratie) maar het meest unieke van de hele bende is misschien wel het Mundaneum. Dit zijn de restanten van een titanenwerk van Belgen Paul Otlet en Henri La Fontaine (die later een Nobelprijs kreeg) uit 1910, met de bedoeling alle literaire kennis ter wereld bij elkaar te brengen op kleine fichekaartjes. Uiteindelijk kwamen ze tot meer dan twaalf miljoen bibliografische fiches waarmee zowat alles dat tijdens de hele menselijke geschiedenis werd neergeschreven teruggevonden kon worden per categorie. Op het hoogtepunt van het Mundaneum namen de ladenkasten meer dan 150 kamers van het Palais du Cinquantenaire in Brussel in. Helaas werd het project – dat veel later de “Papieren Google” werd genoemd – in 1934 alweer gesloten. Het Mundaneum dat nu in Bergen te bezoeken valt, is dan ook maar een klein overblijfsel van hoe het origineel er moet hebben uitgezien. Toch geven de meterslange en muurhoge fichekasten een goed beeld van de oorspronkelijke sfeer, en kan je via interactieve schermen zelf een paar opzoekingen doen. Op de bovenverdiepingen vind je tijdelijke exposities. Momenteel is dat er eentje over de vreemdste fait-divers die men in de catalogus terugvond, en een over het hoe en waarom van oorlogspropaganda. Heel boeiend om even langs te lopen. www.mundaneum.org
4. Zoek de mooiste street art in Mons
Toen Mons in 2015 de titel van Europese hoofdstad van cultuur kreeg, werd heel wat kunst aan het straatbeeld toegevoegd. Sindsdien is men er niet meer mee gestopt, en kan je mits een plannetje van de toeristische dienst een hele street art wandeling uitstippelen. Het bekendste kunstwerk – The Passenger van professioneel-lelijke-dingen-in-de-weg-zetter Arne Quinze – stortte al voor het feestjaar goed en wel begonnen was half in elkaar, werd daarna terug ineengetimmerd en uiteindelijk recent verwijderd, maar er valt veel meer te ontdekken. Heel wat mooie en soms zelfs tot nadenken stemmende graffiti siert de gevels van allerlei panden, en zelfs de kasseien van één van de winkelstraten werden in vrolijke kleuren geschilderd. Daar stopt het echter niet. Op de Place du Parc staat bijvoorbeeld Blanc Murmure – La Ville dans La Ville. Dat is een soort flatgebouw voor vogels, waarvoor 160 Bergenaars een vogelnestje in elkaar knutselden, om er vervolgens hun eigen smoelwerk op te plakken. Charmant. Mijn persoonlijke favoriet is Lucie et les Papillons van David Mesguich tegenover de Sint-Waldetrudiskerk: een monumentaal metalen beeld van een jong meisje dat voor het eerst vlinders in de buik voelt. Het gejank dat er bij mij uitkwam toen die eerste vlinders vervolgens niet beantwoord werden, staat voor zover ik weet niet afgebeeld. Zoals steeds vind je alle werken op de handige Street Art Cities app.
5. Lekker gaan feesten in Bergen
Met bijna honderdduizend inwoners is Bergen naar Waalse normen een grote stad. Tel daar nog 15.000 studenten bij en je komt al snel tot een levendig geheel. Tijdens het eerste weekend van de Biënnale was Mons natuurlijk iets drukker dan gewoonlijk, maar ook op normale dagen valt hier altijd wel een feestje te scoren. Wie zich daarbij graag door een hoop schaarsgeklede melkmuilen laat omringen, dient naar de Marché aux Herbes te trekken waar de meeste studentencafés zich bevinden. Hou je het publiek liever wat gevarieerder? Zoek dan je gading in de straatjes rond de Grote Markt. Wij besloten ons te laten verrassen en daalden af in een random kelder. Dat bleek cocktailbar Le Chinchin te zijn: een lekker nostalgische keet waar ze hun eigen huisgemaakte drank verkopen, samen met cocktails die namen als “French-y-pan” kregen en geserveerd worden met macaroni met een smoelentrekker rond als rietje. Heerlijk. Wie voor het latere bacchanaal een stevige maar culinair verantwoorde fond wil leggen, kan ik Brasserie Oscar aanraden: erg lekker gegeten aldaar. www.oscar-mons.be
6. Le Grand-Hornu: Unesco Werelderfgoed vlakbij Mons
Het belangrijkste stuk erfgoed van Bergen ligt misschien wel in Boussu, op 20 minuten rijden van het centrum. Daar vind je Le Grand-Hornu: een indrukwekkend neoclassicistisch complex uit de vroege 19e-eeuw, dat bovenop een oude steenkoolmijn staat. Dit was het geesteskind van industrieel Henri De Gorge, die een wooncomplex wilde bouwen met een comfortniveau dat in die tijd ongezien was. Elk van de 450 arbeidershuisjes beschikte over lopend en warm water, een privétuintje en verbazend snelle Wi-Fi (dat laatste is niet waar). Verder bouwde hij scholen, bibliotheken, een gratis polikliniek en een balzaal voor zijn werknemers. Zo konden die arme rakkers tijdens het sterven aan hun stoflong tenminste ook even wat cultuur opsnuiven. De mijn sloot in de jaren vijftig, maar kreeg veertig jaar later een nieuwe invulling. Het hele complex werd gerestaureerd en biedt nu onderdak aan twee musea. Grand-Hornu Images concentreert zich op design en toegepaste kunst; het MAC’s stelt dan weer hedendaagse kunst tentoon. Le Grand-Hornu zelf valt volledig vrij te bezoeken en is op zich al een uitstap waard. Vergeet zeker niet in de familietombe achteraan af te dalen, en bezoek ook de appartementen van Manuel Nunez naast de site. Dat zijn fascinerende, bijna onwerelds lelijke woonblokken die in amfitheatervorm rond een omsloten parking werden gebouwd. In mijn fantasie vechten de bewoners hier dagelijks in hun onderhemd als gladiatoren voor de beste parkeerplaatsen. Check hier een filmpje over de blokken uit begin jaren negentig.
Hotels in Mons en praktische informatie
Wij sliepen tijdens ons verblijf in Mons in het hippe Martin’s Dream Hotel. Het leuke aan deze venue is dat veel kamers er een unieke inkleding kregen naargelang hun naam. Ik lag in de Magritte kamer. Alle muren waren behangen met fragmenten uit zijn schilderijen – aangevuld met de bronzen aap die hier aan het Stadhuis hangt – en m’n luster bestond uit een aantal zwevende bolhoedjes met een lamp in. Moest dat nog niet volstaan, kreeg ik er gratis en voor niets nog een prachtuitzicht op het mooie belfort bij. Ceci n’est pas une pipe de brol.
Voor meer informatie over Mons, bezoek www.visitmons.be.
Wie alles wil weten over Wallonië als bestemming, surft best naar www.walloniebelgietoerisme.be.
Zin in een aantal andere bezoekjes aan onze Waalse buren? Lees dan hier m’n blogposts over Waterloo, Charleroi, Luik, Spa, Virionval en De Gaume.
No Comments