Porto is één van de meest sfeervolle en fotogenieke steden van Europa, maar ook buiten het historische centrum valt heel wat te bezoeken. In het noorden van Portugal kan je verschillende interessante dagtrips plannen. Van gezellige Unescostadjes als Guimarães tot het woeste Parque Nacional Peneda-Gerês aan de Spaanse grens. Trot Op! ging op verlengd weekend in Porto en omstreken, en kwam terug met de volgende zes tips.
Portugal is wat mij betreft één van de mooiste landen van Europa. ‘Ja maar waarom dan wel!?’, hoor ik je al roepen, dus sta me toe deze stelling wat te staven. Voor een relatief klein land biedt Portugal ongelofelijk veel variatie. Lissabon is een absolute wereldstad; de Alentejo is een betoverende, zo goed als lege regio die een uitgestrekt binnenland combineert met een schitterende kustlijn; Madeira is een wandelparadijs en zelfs de Algarve is – los van de massa vleesbergen die er elk jaar op het strand aanspoelt – een topbestemming.
“Porto hoef je niet perse te bezoeken voor de grote bezienswaardigheden, al zijn die er natuurlijk wel. Hier kan je dagenlang rondslenteren en van de atmosfeer genieten, zonder daarvoor één kerk, museum of andere attractie binnen te stappen.”
Over Porto en het noorden van Portugal kon ik tot voor kort weinig vertellen. Ik was er namelijk nog nooit geweest. Daar kwam deze lente door middel van een vriendelijk aangeboden persreis – ik ben een toffe pee, dus ik mocht mee – gelukkig verandering in. Bij dezen spreek ik vanaf nu dus uit ervaring en is mijn woord ook hier weer wet. Eerste korte observatie: Porto hoef je niet perse te bezoeken voor de grote bezienswaardigheden, al zijn die er natuurlijk wel. Hier kan je dagenlang rondslenteren en van de atmosfeer genieten, zonder daarvoor één kerk, museum of andere attractie binnen te hoeven stappen moest je een cultuurbarbaar zijn die daar geen zin in heeft. De hele binnenstad is een kleurrijk geheel vol vrolijk bonte gevels en op en neer kronkelende meanderstraatjes. Sfeervolle toestanden, kortom.
Ontdek de 6 mooiste bezienswaardigheden in Porto en het Noorden van Portugal
Porto is al jaren een populaire bestemming voor citytrips, maar de rest van het noorden is wat minder gekend. De plaatselijke toeristische dienst wou daar duidelijk verandering in brengen, want vooraleer we in de grote stad terechtkwamen trokken we drie dagen van hot naar her in het binnenland. Die tactiek werd natuurlijk niet per ongeluk gekozen: opbouwen naar de grote finale in plaats van alle kruit in het begin te verschieten was de boodschap. Niet dat we te klagen hadden. We bezochten een aantal kleinere maar daarom niet minder gezellige steden, en trokken op trektocht door het enige nationale park van Portugal. Ook erg aangenaam op het platteland was de vinho verde. Dat is een typische wijn uit de streek waar wat prik in zit – zelfs in de rode – waardoor hij erg fris binnenkomt. Perfect wijntje voor een zwoele zomerbarbecue. Soit, alvorens al te ver uit te wijden: hier zijn zes bezienswaardigheden in Porto en omstreken die je zeker moet bezoeken als je er ooit eens geraakt. Geen dank!
1. Parque Nacional da Peneda-Gerês: wandel door het enige nationale park van Portugal
Portugal mag dan maar één officieel nationaal park hebben, het is wel de moeite. Parque Nacional da Peneda-Gerês strekt zich uit over de bergen langs de Spaanse grens, en vormt een woest gebied vol grillige rotsen, bossen en riviertjes. Hier zwerven nog wolven rond, en daar weten ze in het dorpje Fafião waar onze wandeling begon alles over. Daar staat een eeuwenoude stenen wolvenval waar ze de dieren – die als een bedreiging voor het vee werden gezien – indreven om af te maken. Ondertussen wordt de wolf beschermd, en blijven de plaatselijke herders des zomers gewoon bij hun koeien in de bergen slapen om nachtelijke raids tegen te gaan. Dat zijn trouwens indrukwekkende rosse beesten (zoals ik) met een stevig stel hoorns (niet zoals ik). Geen wolven te zien tijdens onze trektocht, en dus kwamen we na een wandeling door het bos en over kronkelende zandwegeltjes zonder kleerscheuren bij de Cascatas de Fecha de Barjas terecht. Dat is een waterval die dwars door het woud heen in een frisse poel vol grote platte stenen terechtkomt, waar je in alle rust en desnoods zonder kleren (helaas niemand kunnen overtuigen) wat in kan gaan plonzen. Wonderlijke plek.
2. DiverLanhoso Adventure Park: tart de zwaartekracht in een groene setting
Ben je een echte kampioen en dus veel te stoer voor je standaard wandeling door een bos vol wolven? Trek dan vlakbij naar het DiverLanhoso Adventure Park. Daar kan je in een natuurgebied van 170 hectare een hoop al dan niet letterlijk halsbrekende toeren uithalen. Zin om honderden meters aan een kabel een heuvel af te sjezen? Een hoop hindernissenparcoursen door de boomtoppen af te werken? Wat paintballen recht in het kruis van je beste maat te mikken? Het kan hier allemaal, en het is nog relatief veilig ook. Wij kozen voor de via ferrata. Dat is een klimparcours waar je, gezekerd aan een kabel, over een hoop gammele bruggetjes en ijzeren haken je weg zoekt langs een hoge steile rotswand. Dat was best leuk, tot een zekere Sanne D. besloot domweg door een brug te zakken, aandoenlijk aan een touw boven de afgrond bleef bengelen en vervolgens door een paar redders van het parcours gehaald moest worden. Gedaan met de pret! www.diver.com.pt
3. Guimarães en Bragança: wie het kleine niet eert…
Vooraleer we met z’n allen in Porto aanbelandden, werden zoals gezegd een aantal kleinere stadjes in de buurt bezocht. Het bekendste daarvan was Guimarães. Dat is niet enkel de plek waar de eerste koning van Portugal geboren werd – en dus de spreekwoordelijke wieg van het land – het was in 2012 ook de Europese cultuurhoofdstad. Het historische centrum van Guimarães werd dan ook erkend als Unesco werelderfgoed: smalle straatjes vol statige herenhuizen, smeedijzeren balkonnetjes, een hoop oude kerken en op een heuvel boven de stad staat een forse middeleeuwse burcht te pronken naast het hertogelijk paleis. Zelf bleven we ook in een paleis. Het Conquistador Palace Hotel werd net geopend, is eigendom van tennisser João Sousa en beschikt over een hoop kamers die niet zouden misstaan in het buitenverblijf van een of andere sjeik. Lekker geslapen, en al bij al niet al te overdreven duur. Bragança is een vergelijkbaar stadje dat ook met een erg goed bewaarde en ommuurde binnenstad (inclusief kasteel) kan pronken. Erg leuk om eens langs te gaan, maar eerder voor diegenen die echt op roadtrip willen. Het ligt op een paar uur rijden van Porto.
4. Verdwaal in de straatjes van Porto
Zullen we het dan nu eindelijk over de stad zelf hebben? Deal! Omdat we er uiteindelijk maar anderhalve dag bleven, hebben we niet al te veel van de grootste bezienswaardigheden van Porto bezocht. Het bezoek was meer op sfeer en ervaringen gericht. We passeerden wel het mooie Station São Bento en de Carmo and Carmelitaskerk die vol mooie blauwe tegeltjes hangt. We bezochten ook kort de Sé Kathedraal om dan door de kleurrijke Ribeirawijk naar de magnifieke waterkant af te dalen. Vanop de Ponte de Dom Luis I die 45m boven de Douro gespannen staat, heb je een topuitzicht over de hele stad, die verbazend hoog tegen de heuvels opgebouwd werd. Om het geheel lekker decadent te maken, gingen we – recht onder de zes iconische bruggen door – op riviercruise met Invicta Cruises. Die steken je niet in één of andere afgebladderde toeristenboot, maar in een spiksplinternieuw jacht waar je met een cocktail en wat hapjes in de hand op een zachte matras de zon over Porto kan zien ondergaan. Geen klachten over, maar ik moest dan ook de rekening niet betalen. www.invictus-cruises.com
5. Proef porto in Porto in Casa Ramos Pinto
In Porto valt natuurlijk veel meer te bezoeken dan wat wij op ocharme anderhalve dag hebben kunnen doen. Zie hier een korte greep uit wat er volgende keer voor mij op het programma zal staan: de Igreja de Sao Franciso en die van Santa Clara; het Agramontekerkhof; het moderne Casa de la Musica, en (waarom niet) een hoop verschillende museums. Wat wel al op de planning stond, was een bezoek aan één van de vele porthuizen – die voornamelijk aan de overkant van het water liggen. Wij kozen voor Casa Ramos Pinto – vlak bij de Ponte Luis I brug aan de Douro. Ramos Pinto werd gesticht in 1880, en ooit werd half de porto die naar Latijns-Amerika werd verscheept hier geproduceerd. Naast de kelders en de proefruimte kan je ook het originele stadspaleis van de familie bezoeken. Daar wordt de geschiedenis van het bedrijf uit de doeken gedaan via een aantal mooi ingerichte kamers, en hangen ook een aantal originele advertenties aan de muur – die voor hun tijd best controversieel waren. We proefden er drie verschillende varianten, waarvan ik de witte Adriano persoonlijk het best kon smaken. Content van, heb ik meegepakt! www.ramospinto.pt
6. Livraria Lello: bezoek de mooiste boekenwinkel ter wereld
Hoewel de tijd kort was, konden we één opportuniteit toch niet aan ons voorbij laten gaan. Livraria Lello is één van de meest unieke bezienswaardigheden in Porto, maar het is ook één van de drukste. Deze historische boekenwinkel ligt in een ronduit fantastisch pand, met als topstuk de monumentale houten trap die naar de bovenverdieping leidt. Livraria Lello was altijd al populair, maar die populariteit werd ronduit onhoudbaar toen het gerucht opdook dat JK Rowling hier de inspiratie voor Harry Potter* opdeed. Die claim is hoogstwaarschijnlijk dikke bullshit, maar toch stond er sindsdien elke morgen voor openingstijd een lange rij ongeduldige toeristen voor de deur. Helaas geitenkaas kwamen die exclusief om selfies te nemen en kochten ze gemiddeld exact nul boeken, en dus werd voor een inkomprijs van €5 gekozen. Die wordt van de rekening afgetrokken als je daadwerkelijk iets koopt (voor wie snel een cadeau nodig heeft: ze hebben er prachtige vergulde pocketversies van allerlei klassiekers liggen). De kans om Livraria Lello met je eigen ogen te zien zoals hij hier op de foto staat – ergo leeg – krijg je waarschijnlijk nooit. Wij konden echter, na wat geregel, voor openingstijd binnensluipen. Nog beter dan de eigenlijke foto’s, waren de gezichten van de mensen in de rij die ik breed grijnzend voorbijstak. Perks of the job.
*Verschillende steden hebben zo’n verhaal. In Edinburgh hoorde ik tien jaar geleden bijvoorbeeld hetzelfde over het plaatselijke kerkhof. Ook vrij populair nu. Misschien moet iemand een gerucht over Gent starten, dan komt daar ook eens iemand.
Hotels in Porto en het Noorden van Portugal
Wij verbleven in een hoop aangename hotels tijdens onze rondrit door het noorden van Portugal.
In Vila Praia de Âncora schoven we aan voor een erg lekkere lunch in Hotel Meira: een familiehotel met heel wat geschiedenis. www.hotelmeira.com
In Guimarães sliepen we zoals gezegd in het prachtige Conquistador Palace Hotel. www.conquistadorpalace.pt
In Bragança bleven we in Pousada de Bragança: een historisch hotel met uitzicht op de oude binnenstad, dat ook over een Michelinrestaurant beschikt. www.pousadas.pt/nl/hotel/pousada-braganca
In Porto sliepen we in Hotel Dom Enrique, dat er langs buiten als een lelijke toren uitziet, maar aan de binnenkant mooi is ingericht – inclusief restaurant met uitzicht over de hele stad. Je hebt er ook kamers met een open balkon. Tegenwoordig is dat een zeldzaamheid, omdat in elk degelijk hotel wel eens een zakenman die net al z’n geld op de beurs verloren heeft logeert. www.hoteldomhenrique.pt
Voor meer informatie over Porto en het Noorden van Portugal, bezoek: www.visitportugal.com/nl/destinos/porto-e-norte
Zin in een paar andere Europese citytrips? Lees dan m’n artikels over Lodz, Dresden, Carnaval in Tenerife of Amsterdam.
No Comments