Wat te doen in Diest: de onbekende parel van het Hageland

Diest is een fijne maar erg onderschatte stad op de grens tussen Vlaams-Brabant en Limburg. Het staat er bol van het historisch erfgoed en in de natuur rondom kan je je met tal van activiteiten helemaal uitleven. Trot Op! ging alvast voor je op verkenning.

Diest was voor mij altijd wat als m’n dagboek uit het middelbaar. Het zal wel ergens liggen, maar vraag me niet waar. Laat ons immers eerlijk zijn: wie van jullie die niet in de onmiddellijke omgeving verwekt werd, kan me iets min of meer relevant vertellen over de stad Diest? Ik wacht in spanning jullie antwoorden af. Op papier lijkt het alvast niet de meest blitse metropool. Er woont nauwelijks 20.000 man en het ligt verloren tussen Leuven en Hasselt – twee grotere en populairdere bestemmingen. Theoretisch gezien zou er dus niet al te veel te beleven mogen vallen. Wel, dat blijkt – een korte citytrip later – een ernstige misvatting. Diest is een uiterst levendig stadje en er is zowaar heel wat te zien. Wisten jullie bijvoorbeeld dat Diest – en dus niet het al jaren door hele D-Days aan bejaarde Britten overrompelde Brugge – het hoogste aantal erfgoedsites per vierkante meter in heel Vlaanderen telt? Het feit dat quasi heel de binnenstad op vier voetbalvelden past doet er in dezen niet toe: harde cijfers liegen niet. Wie een tijdje door de straten dwaalt, ziet trouwens dat die claim niet uit de lucht komt vallen. Monumentale kerken, oude forten, kunstig versierde geveltjes en één van de mooiste begijnhoven van het land: in Diest vind je het allemaal, en daarmee ben je verre van rond.

 

Wat te doen in Diest: de onbekende parel van het Hageland

Er is natuurlijk een reden voor dit rijke verleden (rijmen is tof :-)). In dit geval zijn het – je zal het altijd zien – de Hollanders. Diest is, samen met onder meer Breda, namelijk één van de officiële Oranjesteden. Dat zijn steden die historisch een feodale band hadden met het Nederlandse koningshuis. Ook vandaag nog is Willem-Alexander niet enkel Koning der Nederlanden maar ook Baron van Diest – en dat staat meteen toch een pak mooier op zijn CV. Bijna 300 jaar stond de stad onder Nederlands bewind, met een hoop centen en mooi erfgoed tot gevolg.

“Wist je dat Diest – en niet Brugge – het hoogste aantal beschermde erfgoedsites per vierkante meter in Vlaanderen telt?”

Ook buiten de stadskern valt heel wat te bezoeken. Het Webbekoms Broek bijvoorbeeld: een mooi reservaat dat recht tegenover het begijnhof ligt. Jammer genoeg stond het ongeveer een meter onder water toen ik er een stapje wou plegen. Dat feest ging logischerwijs dus niet door. Geen reden tot paniek: de bossen van De Merode lagen ook vlakbij en staken nog vrolijk boven de waterspiegel uit. De Merode is één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Vlaanderen en kan hier naar hartenlust verkend worden. Wie op avontuur wil weet dus wat te doen in Diest. Van mountainbiken en paardrijden tot stadsgolfen en packraften: afspraakje boeken en je kunt er zo op uit. Wij hielden het op de volgende vijf activiteiten.

 

1.  Ontdek Diest met je telefoon

Net aangekomen, lekker lui niets op voorhand opgezocht en nu dus geen idee waarnaartoe? Geen zorgen vriend! Download simpelweg de juiste apps en je bent de hele dag zoet. Sta je toevallig op de citadel? Geniet dan van het uitzicht en scan daarna de QR-code bovenaan de trappen om aan het Unlock de City-spel te beginnen. Heb je je realiteit het liefst virtueel? Haal dan Augmented Routes uit de app-store en start Virtueel gluren achter Erfgoedmuren. Zo kan je 3D-gewijs binnenkijken bij de begijntjes terwijl je langs hun huisjes wandelt – sneaky sneaky. Het leukst vond ik de Waanhistorische Wandeling. Hier leiden een aantal stemacteurs je in hun sappigste Diests voorbij de belangrijkste monumenten terwijl ze je allerlei belachelijke leugens vertellen. De helft van de informatie die je krijgt is volstrekt onwaar en de moppen om ter flauwst, maar voor iemand die al elf jaar op professionele wijze achter een aantal van de meest enerverend saaie schoolmeestergidsen ter wereld aan moet lopen, is dit een erg aangename afwisseling. Goed mee gelachen.

 

2.  Alle musea in Diest zijn gratis

Heeft de coronacrisis je portemonnee overhoop gehaald of ben je simpelweg een gierigaard die elke frank in twee bijt? Diest got your back bro! Elk museum kan hier immers gratis en voor niets bezocht worden. En voor een relatief klein stadje vallen er verbazend veel te vinden. Het Stadsmuseum De Hofstadt in de kelders van het stadhuis illustreert met een hoop kunstobjecten de geschiedenis van de stad. De Sint-Sulpitiuskerk* heeft een eigen kunstcollectie in het hoogkoor. In de citadel ligt het Pegasusmuseum dat alles vertelt over de parachutisten die er gestationeerd waren (enkel open op de eerste zondag van de maand) en in het begijnhof vind je het Grauwzustersmuseum. Wij trokken naar het Museum van de Gasthuisapotheek naast de toeristische dienst, waar een erg waarheidsgetrouw beeld wordt geschetst van hoe de gemiddelde apotheek er in de 18^e eeuw uitzag. Twee aandoenlijk enthousiaste vrijwilligers – die jaren hebben moeten vechten om de plek te restaureren en beschermen – leiden je er rond en vertellen het ene straffe verhaal na het andere. Wisten jullie bijvoorbeeld dat één van de Prinsen van Oranje hier stierf nadat een verkeerd gezet lavement zijn endeldarm deed ontploffen? Ik ben geen detective, maar volgens mij zat aan deze zaak – jawel – een geurtje. *applaus*

*Sulpitius is trouwens de patroonheilige voor mensen met schurft en andere huidziekten – the more you know…

 

3.  Ontdek verborgen plekken op je mountainbike

Normaal gezien stond er een standaard mountainbikerit op onze planning, maar omdat door de overstromingen een aanzienlijk deel van de aangegeven routes tot een ranzige slijkpoel herleid was, besloten we onze gids Bert om een alternatief te vragen. Hij zou ons per fiets langs zoveel mogelijk minder gekende, fotogenieke of interessante punten in en rond de stad leiden. Na een stop op de citadel en eentje in het mooie Park Cerckel, trokken we door en over de militaire vesten buiten de binnenstad. De Schaffense Poort en de tunnel erachter vormen veruit het bekendste deel van de omwalling, maar er vallen tal van geheime plekjes te ontdekken. Van zijgangetjes in de muren waar de Demer doorstroomt en je zo de karpers kunt tellen, tot groezelige verborgen bunkerruïnes vol graffiti waar men vorig jaar een hoop clandestiene coronafeestjes moest stilleggen. Wie daar wil geraken zal zich met de fiets wel aan een vrij glibberige afdaling moeten wagen: stapschoenen meenemen. Bert is een aangename en flexibele gids, die gecontacteerd kan worden via de toeristische dienst of op z’n instagrampagina @the_real_barry_f.

 

4.  Slaap eens bij een begijntje

Het ommuurde begijnhof is zonder twijfel het mooiste en meest authentieke stuk van Diest. Wie door de imposante toegangspoort stapt, lijkt een paar honderd jaar terug in de tijd gekatapulteerd te worden, en wandelt door pittoreske kasseistraatjes geflankeerd door schattige bakstenen of witgekalkte huisjes. Achter het centrale kerkje ligt zelfs nog een aangename brasserie met terras te blinken. Pannenkoekje steken valt zeker aan te raden. In het begijnhof kan je op meerdere plaatsen ook blijven slapen, en wij deden dat in B&B Guesthouse@home in de Heilige Geeststraat. Die wordt gerund door een erg sympathiek en gastvrij koppel, dat achter de eigen woning nog een authentiek begijnhuisje verhuurt. Beneden vind je een volledig uitgeruste keuken en badkamer en onder het dak ligt een zithoek met tv en drie bedden. Met de sleutel die je krijgt kan je via een eigen toegangspoortje je privétuin in, waar je op zwoele zomeravonden – remember those? – in alle rust de nodige pinten kan hijsen. De begijntjes zal je er zelf bij moeten denken, maar mits wat fantasie is niets onmogelijk. www.bbbegijnhof.be

 

5.  Ga eens met een ezel op stap

Een paar kilometer buiten de stad ligt de biologische boerderij Het Bolhuis. Hier kan je bij boer Kurt een IJslands paard of een ezel oppikken om een paar uur mee op stap te gaan (je kunt er ook een vierdaagse trektocht mee plannen maar dat leek ons een beetje van het goede te veel). Omdat onze skills in het paardrijden zich beperkten tot rondjes draaien op de plaatselijke dorpsfoor, besloten we voor optie twee te gaan en werden we gekoppeld aan een ezelin genaamd Venus. Voor we met onze nieuwe kameraad het bos in mochten, kregen we enkele snelle basistips mee. Wie een ezel wil leiden dient autoriteit uit te stralen. Het beest moet het gevoel krijgen dat je omnipotent bent en perfect weet waar je naartoe wil, zodat het je zonder twijfel kan volgen. Klinkt mooi, maar de praktijk toont een ander beeld. Na tien minuten door de regen stappen besloot Venus immers dat grazen leuker is dan wandelen, en dat was het dan wat onze autoriteit betrof. De rest van de tocht was het sleuren en vriendelijk vragen of ze aub een poot wilde verzetten geblazen. Een ezel is hilarisch en verbazend clever, en zal je proberen testen zodra hij enige onzekerheid opmerkt. Hetzelfde geldt trouwens voor lieven en kleuters, maar zwijg stil. De streek rond de boerderij is prachtig en maakt deel uit van het wandelnetwerk. Om hier verloren te lopen moet je al echt je best doen. Moest je toch prijs hebben vind je ezel volgens mij zelfs blind de weg naar huis terug. De vraag is enkel of ze je willen meenemen. www.bolhuis.be

 

Ben je zelf al eens in Diest geweest? Wat was jouw favoriete plek? Wat hebben we gemist? Wil je meer te weten komen over de stad en wat er te doen valt? Surf dan naar de officiële website: www.toerismediest.be.

Zin in een andere trip waar je niet te ver voor moet reizen? Klik dan hier voor m’n stukjes over Het Zwin, De Waddeneilanden, De Haven van Antwerpen of Viroinval.

Ons ontbijt op zondag kregen we trouwens aan huis gebracht door Croq & More op de Grote Markt. Ze leverden ons een erg uitgebreide ontbijtmand, die helaas werd afgegeven aan de gastvrouw die van niets wist en ze vervolgens in nachtjapon bij ons kwam afgeven. Ze kreeg er wel een lekker potje yoghurt voor in de plaats. Voor wat hoort wat. www.croqnmore.be