Wie naar Limburg wil om er van de natuur te genieten, kan kiezen uit een enorme waaier aan bestemmingen. De hele provincie ligt vol mooie wandelgebieden en parken. Trot Op! ging op pad en testte er alvast een aantal voor je uit.
Noem me een losgeslagen leugenaar, maar wat mij betreft is Limburg met grote voorsprong de groenste provincie van Vlaanderen. Hier kan je nog vrolijk de uitgestrekte natuur induiken, zonder elke vijftig meter een verloren gelegde steenweg over te moeten: een zeldzame luxe in dit volgebouwde kabouterland. Het zit er vol herten en everzwijnen en je kan er sinds kort zelfs – gesteld dat niemand ze omverrijdt – weer een echte wolf tegenkomen. In Limburg wandel je door dichte bossen waarin je je – zo leert ons de actualiteit – verbazend goed verstoppen kan, maar ook over hoge duinen, langs vogelparadijzen vol vijvers en door fruitboomgaarden tot zover het oog reikt. En in tegenstelling tot in de Ardennen, waar de beboste heuvels er domweg vanzelf kwamen te liggen, werden ze hier met bloed, zweet en tranen persoonlijk door de mijnwerkers uit de donkere diepten gedolven. Toewijding aan het toeristisch patrimonium noemt men zoiets. Hoog tijd dus om een aantal van die groene parels met eigen ogen te aanschouwen. De daad bij het woord voegend, belde ik mijn stapgrage vriend Steven op en stippelden we meteen een aantal fikse weekendwandelingen uit. Het ijzer smeed je immers best als het heet staat.
Wat te doen in Limburg: de mooiste natuurgebieden
Ons initiële plan was solide. Op vrijdag zouden we Grenspark Kempen~Broek verkennen dat – wat een toeval – in het westen van Limburg op de grens tussen België en Nederland ligt. Zaterdag zouden we de zandstroken van de Duinengordel rond Oudsbergen doorploeteren, om tenslotte op zondag te eindigen in het prachtige Rivierpark Maasvallei ter hoogte van Maaseik en Dilsen-Stokkem. Helaas beslisten de weergoden er anders over. De dag voor ons vertrek ging het land door de verschrikkelijkste waterramp uit haar geschiedenis. Hoewel de Limburgse dijken uiteindelijk net standhielden, doet een groot deel van het groen langs de Maas dienst als natuurlijk overstromingsgebied. Daar lekker op wandel gaan zou nu voor meer dan een stel natte voeten zorgen, en er slapen op één van de kampeervlotten zou nog net iets dommer zijn (gesteld dat ze er nog lagen). Gelukkig biedt Limburg tal van alternatieven, en een oplossing liet niet lang op zich wachten. Steek die waterdichte stapschoenen dus alvast in je valies en geniet mee van deze zes tips voor een lekker Limburgs wandelweekend. Driewerf hoera!
1. Vogelspotten in Grenspark Kempen~Broek
Hou je stiekem ook zo van vogelen? Ga er dan even bij zitten vriend, want dit is de plek van je dromen. Grenspark Kempen~Broek is maar liefst 25.000ha groot en vormt een aaneenschakeling van erg verschillende biotopen. Via goed aangegeven wandellussen loop je afwisselend door zompige moerassen, donkere bossen en weelderig heidegebied. Wie geluk heeft kan hier edelherten en zelfs een enkele natte bever spotten, maar het overal aanwezige water maakt het vooral tot een welgekomen rustplaats voor allerlei trek- en andere vogels. In Wandelgebied Sint-Maartensheide-De Luysen loop je via een mooi parcours over vlonderpaden langs verschillende kijkhutten, waar je naar hartenlust en met de nodige discretie wild aan het vogelen kunt slaan – yeah baby! Wie geen verrekijker te pakken kreeg en z’n dieren dus graag iets groter ziet, kan in het nabijgelegen Wandelgebied Smeetshof-Wijffelterbroek op zoek naar Exmoor pony’s en taurossen. Die laatsten zijn een kruising van een aantal koeienrassen met als doel zo dicht mogelijk bij het uitgestorven oerrund uit te komen. Het resultaat is voorlopig een woest uitziende buffel met een stevig koppel hoorns. Afstand houden is de boodschap. Wie door z’n eigen dommigheid tot preparé wordt vertrappeld, is zelf een oerrund. www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/wandelen-het-grenspark-kempen-broek
2. Picknicken aan de Luysmolen
Jezelf helemaal naar de kl*ten gewandeld en nood aan een welverdiende pauze? Leg dan je poten omhoog aan de Luysmolen. Deze oude hoeve – de watermolen draait nog – ligt langs één van de wandelroutes van Grenspark Kempen~Broek en vormt er een populaire stop voor een stomende tas koffie, een snelle hap en indien nodig een knuffel. Wie wil kan het zelfs compleet decadent maken en een hangmat boeken om er naast een kabbelend beekje wat flinke uilen te gaan knappen. Honger? Bestel er dan een picknickmand bij en schuif een dikke sandwich in je vreter in het gras. Wij lieten ons niet door enige gêne tegenhouden en kozen voor de sweet picknick, waardoor we vier dikke stukken taart, een yoghurt met vers fruit (want gezond blijven is belangrijk) en een zelfgemaakte ice-tea van een kleine liter meekregen – daar doen we het voor. Languit door een zomerbries in slaap worden gewiegd terwijl je maag tevreden aan het knorren slaat: er zijn miserabelere manieren om een dag mee af te sluiten. www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/voorste-luysmolen
3. Trek door de woestijn op de Oudsberg
De Oudsberg is de hoogste zandduin van Vlaanderen, en één van de absolute trekpleisters van de Duinengordel die zich over Bree, Maaseik en Oudsbergen uitstrekt. Wie hier de top bereikt – en met een al bij al niet zo duizelingwekkende hoogte van 80m moet dat nog net lukken – kijkt uit over een landschap dat hier helemaal niet thuis lijkt te horen. Fijn geel zand en verweerde bomen met kronkelende wortels die je eerder aan de rand van de Sahara verwacht dan in Limburg: laat er af en toe een dromedaris in los en niemand stapt nog op de vlieger. Die duinen liggen hier overigens omdat de Noordzee ooit tot voorbij de Kempen kwam. Geen Brugge, Antwerpen of Gent te bespeuren dus. Hierdoor werd het prehistorische Limburg zowel de culturele als de zon-, zee- en strandbestemming bij uitstek voor de plaatselijke Neanderthalers die er tussen het jagen, verzamelen en met hun eigen kak op de rotswand kliederen door al eens enthousiast durfden gaan pootjebaden. De uitgebreide zandbak die er nu ligt zorgt ook vandaag voor heel wat speelplezier: voor kinderen, maar ook voor ruiters en mountainbikers. Tegen midden augustus staat de heide hier trouwens in bloei, waardoor je mooie beelden kan schieten. Bam! Een extra tip: gratis en voor niets. www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/duinengordel
4. Hossen door de bossen in de Duinengordel
De Duinengordel is veel meer dan een door de zee gedumpt strand. Op heel wat plekken ligt het zand onder verbazend weelderige bossen verstopt. In Wandelgebied Ophovenderheide bij Oudsbergen bijvoorbeeld, kan je urenlang door een door varens overwoekerd woud stappen, waar het bladerdak slechts hier en daar onderbroken wordt door de aanwezigheid van een ven. Dat zijn natuurlijke regenreservoirs die het bos van leven voorzien. In het grote ven Ruiterskuilen ligt een houten vlot in het water. Hierop kan je aan een tafel gezellig en indien echt nodig in familiaal verband je lunch naar binnen duwen, maar ook langs de andere vennen staan de nodige bankjes klaar om je op gepaste wijze van het uitzicht te laten genieten. Wie na de boswandeling nood heeft aan een cocktail of een andere verfrissing, vindt met Bar Lactose – vlakbij het Joekelbos: niet wat je denkt, maar wel het grootste speelbos van het land – trouwens een echte zomerbar in de wei naast een boerderij. De melk komt er rechtstreeks van de bron. De bron heet Bella. www.facebook.com/barlactose/
5. Opgeluchte gezelligheid in Maaseik
De dag voor we in Maaseik zouden aankomen, had het water van de Maas nog een centimeter nodig om tot over de dijk te stromen. Een uurtje extra regen en de hele stad zou blank hebben gestaan. Dat was dus even bibberen geblazen voor de locals. Tegen zaterdagavond was het waterpeil al meer dan een meter gezakt, maar toch was de stroming nog zo sterk dat enkel totale figuren zich op de rivier zouden wagen. Ons plan om per fluisterboot de natuurgebieden langs de oevers te verkennen zouden we dus moeten laten – komt ie – varen. Gelukkig biedt Maaseik zelf meer dan genoeg afleiding. De stad leek opgelucht adem te halen en elk terras zat barstensvol. Achter de mooie gevels van het Marktplein zit echter meer verstopt dan cafés en restaurants. Het Regionaal Archeologisch Museum bijvoorbeeld: een klein maar fijn museumpje waar ze allerlei uit de grond gehaalde overblijfsels van de hierboven zonnebadende Neanderthalers tentoonstellen, net als de meest gelukzalig grijnzende Romeinse legionair allertijden – meteen het prachtigste wassen beeld van België. De kelder – die omwille van de coronamaatregelen tijdelijk niet toegankelijk is – is het leukst. Hier kunnen kinderen (of kinderachtige bloggers) hun eigen en verbazend efficiënte prehistorische tools in elkaar steken. Ze waren niet van gisteren, die kaksmerende holbewoners. Figuurlijk gezien dan. www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/regionaal-archeologisch-museum
6. Steentjes rapen in het Thor Park
Als alternatief voor de Maasvallei reden we zondagmiddag naar het Thor Park bij Genk – de nieuwste toegangspoort tot het Nationaal Park Hoge Kempen (waarover trouwens een volledig ander artikel geschreven kan worden). Thor Park is een groen gebied achter de oude mijn van Waterschei. Het voormalige hoofdgebouw van de site werd mooi gerestaureerd tot de evenementenruimte Thor Central, en is een schoolvoorbeeld van hoe je als stad met je industrieel erfgoed dient om te gaan (gezien, Antwerpen?). Achter dit complex begint het zogenaamde Steenmannetjespad. Opeengestapelde hoopjes stenen – houd je vooral niet in er een aantal bij te leggen – leiden je langs weiden vol bloemen, overdekte picknickplekken en zelfs een stenen schaakbord tot in een bos. Daar steek je een verlaten spoorweg over om uiteindelijk bovenop de mijnterril uit te komen voor een mooi uitzicht. Wie een langere wandeling wel ziet zitten, kan van hieruit trouwens helemaal tot aan het Station van As wandelen – een andere toegangspoort tot het Nationaal Park. Hier kan je een houten uitkijktoren op, of je kan er genieten van de street art op een aantal gepensioneerde treinwagons. www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/wandelgebied-thorpark
Praktische informatie en verblijven in Limburg
Vrijdagavond sliepen we in Lodge Op De Berg in Bree: een gloednieuwe B&B, waar we officieel de eerste gasten waren. Dit huisje ligt in de tuin van eigenaars Thierry en Gaëlle, werd grotendeels afgewerkt in hout en heeft twee etages die een prachtuitzicht bieden op de velden rondom. De komende jaren wil men hier een proefbos planten, waarin je kunt rondlopen terwijl je links en rechts allerlei lekkers plukt. www.lodgeopdeberg.be
Zaterdag verbleven we in Maaseik in B&B Het Agnetenklooster. Dit is een erg mooi historisch pand met uitzicht op de Maas, in een grote en rustgevende binnentuin. Het geheel wordt gerund door Patricia: een vriendelijke en toegewijde vrouw die je alles bijleert over de stad. Perfecte basis om de wijde omgeving te verkennen. www.hetagnetenklooster.be
Voor meer inspiratie over Limburg als bestemming, bezoek www.visitlimburg.be.
Voor het originele verhaal dat ik voor hun website schreef, klik hier: www.visitlimburg.be/nl/blog/verborgen-natuurparels-in-limburg.
Zin in wat andere tripjes dichtbij? Lees hier m’n artikels over Diest, de Rupelstreek, de Waddeneilanden, Waterloo en Leuven.
No Comments