Riemst is een vredige landbouwgemeente in het zuiden van Limburg, vol glooiende heuvels, mooie fiets- en wandelroutes en een paar verrassende bezienswaardigheden. Tot diep onder de grond valt er heel wat spectaculairs te ontdekken. Trot Op! smeerde alvast de fietsbenen in en trok een weekend lang uitgebreid op verkenning.

Wie is ooit al eens niet per ongeluk tot in Riemst gereden? Denkbeeldige hand opsteken mag. Eten zou ik alle ja-zeggers nog net niet willen geven, maar onoverkomelijk veel zullen het er waarschijnlijk niet zijn. Riemst is nu eenmaal de bekendste gemeente van Vlaanderen niet, en ligt wat verstopt tussen bestemmingen als Maastricht en Tongeren. Onbekend maakt soms onbemind en da’s jammer, want in Riemst valt heel wat te beleven. De landschappen zijn er bijvoorbeeld prachtig. Hier fiets je over eindeloze landwegen die zich tussen velden en wijngaarden over zachte heuvels van gehucht naar gehucht slingeren – plekjes met schattige namen als Zussen en Bolder. Wie de grote banen vermijdt komt onderweg amper auto’s tegen, en ziet vogelsoorten uit het gras opschrikken die je in thuis enkel in een boek kunt spotten. Als stadsmens lijk je er soms in een andere wereld terecht te komen, en dat staaf ik even met een voorbeeld. Toen ik tijdens m’n eerste dag in Riemst de Brug van Vroenhoven bezocht, liet ik m’n dure elektrische huurfiets achter op een kleine parking vlakbij. Vervolgens vergat ik hem – je bent een idioot of je bent er geen – domweg op slot te doen. Toen ik uren later nietsvermoedend weer kwam aansjokken, stond hij er nog steeds en kon ik m’n tocht ietwat beschaamd maar verder schadeloos vervolgen. In Antwerpen zou het niet waar geweest zijn.
Op bezoek in Riemst: de ultieme gids voor een topweekend in Limburg
Nu vind ik wandelen en fietsen persoonlijk best aangename tijdverdrijven, maar enkel daarmee vul je natuurlijk geen reisreportage. Gelukkig heeft Riemst ook een paar meer unieke troeven in de aanbieding. Wist je bijvoorbeeld dat het grootste en oudste wijndomein van België hier ligt? Vrij te bezoeken, inclusief indrukwekkend kasteel. Wist je bovendien dat de Tweede Wereldoorlog in België begon toen de Duitsers Riemst binnenvielen? Het hele verhaal valt hier op te pikken. Voor de meest merkwaardige bezienswaardigheid van Riemst moet je diep de grond in. Onder de dorpen ligt immers een netwerk van zo maar even driehonderd kilometer aan donkere gangen uitgespreid. De Mergelgrotten van Riemst zijn een begrip en je kan er een hoop merkwaardige dingen in ontdekken: van rijpende rijsttaarten en wijnkelders tot een ondergrondse trouwkapel, een hele hoop vleermuizen en zelfs een echte mosasaurus. Die laatste is gelukkig al even de pijp uit, maar hij is er weldegelijk. Ook ik trok de grotten in, en bezocht daarna meteen alle andere hotspots van Riemst.
1. De Grotten van Kanne: champignons plukken in het donker



De Grotten van Kanne zijn hoogstwaarschijnlijk de grootste trekpleister van Riemst, al zijn het technisch gezien helemaal geen grotten maar steengroeven. Die werden honderden jaren lang met de hand uit de bodem gebeiteld door zogenaamde blokbrekers. Het plafond is er metershoog, de muren zo goed als kaarsrecht en het geheel doet eerder denken aan een Egyptische graftombe of een buitenaardse basis dan aan pakweg de Grotten van Han. Vroeger werd de zachte kalksteen die men hier won in allerlei gebouwen verwerkt, maar ondertussen wordt al een hele tijd geen steen meer gekapt. Toch zijn de gangen nog steeds in gebruik: als kelder voor zij die er boven wonen (een aantal oude huizen heeft een eigen ingang); als opslagplaats voor bakkers en wijnbouwers en tijdens de oorlog zelfs als schuilplaats. In Riemst worden ook al erg lang grotchampignons gekweekt. Ooit was dit een bloeiende industrie, maar toen in de jaren vijftig één van de grootste kwekerijen instortte, besloot het merendeel van de telers dat bovengronds paddenstoelen groeien ook wel z’n charme had. Vandaag is Dirk Jackers – die me persoonlijk een rondleiding gaf – de enige die nog echte grotchampignons kweekt. Samen met z’n trouwe hulp Jot plukt hij er elk jaar ettelijke tonnen van met de hand. Omdat het in de grotten constant 11 graden is, groeien de paddenstoelen hier trager, waardoor het vlees vaster wordt en de smaak meer uitgesproken. De champignons van Dirk zijn dan ook een gegeerde delicatesse. Ze worden over het hele land verkocht en in een paar lokale restaurants (zie lijst onderaan) verwerkt men ze in de gerechten.
PS: De kwekerij kan enkel bezocht worden tijdens een rondleiding van VZW De Grotten van Kanne. Je loopt dan in groep door de grotten en ziet er alle zaken die ik in de intro beschreef. Omdat ik al met Dirk mee mocht heb ik deze rondleiding zelf niet geboekt.
2. De Mergelgrotten van Zichen: hiërogliefen, grotkunst en slaperige vleermuizen




Kanne is niet de enige plaats in Riemst waar je onder de grond kan komen neuzen. Ook in Zichen ligt een heel netwerk aan mergelgroeves onder de huizen. Dat ziet er trouwens compleet anders uit, want alles werd hier veel kleinschaliger door de bewoners zelf uitgegraven. De sfeer doet er nog meer aan de piramides denken: de vloer is zanderig en het eerste dat je ziet als je de trap afkomt is een Egyptisch uitziend beeld en een hoop hiërogliefen (da’s overigens geen toeval, want K3 filmde hier het postmoderne meesterwerk “De Dans van de Farao”). Ik werd rondgeleid door Nicolas Kayeux. Da’s de kleinzoon van de man die de grotten destijds voor het publiek opende en ze vervolgens jarenlang versierde met z’n eigen wandtekeningen. Ook andere lokale kunstenaars lieten hier hun stempel achter, vaak met werken die fragmenten uit de plaatselijke geschiedenis afbeelden. Ergens in dit ondergrondse doolhof staat zelfs een clandestien altaar te pronken. Dat werd tijdens de Franse overheersing door een ondergedoken pastoor gebruikt om er stiekem alsnog de mis te kunnen houden. Ook de natuur zoekt hier z’n toevlucht, want wie goed rondkijkt kan in de holtes in het plafond een paar ingedommelde – en door het plotse licht waarschijnlijk pissige – vleermuisjes zien zitten. Erg aangename rondleiding krijg je hier, die enkel op afspraak kan.
3. Wijndomein Vlijtingen en Wijnkasteel Genoels-Elderen



De mergel die hier overal in de grond zit, is niet alleen aangenaam om gangetjes in uit te graven, het is ook de ideale bodem voor wijnen als Chardonnay en Pinot Noir. Wijnkasteel Genoels-Elderen biedt niet enkel één van de meest romantische settings in Riemst, het is ook het oudste en grootste wijndomein van België.* Van mei tot augustus openen ze hun wijnterras en kan je hier in het zonnetje van een glas en een hapje genieten. Gegidste wandelingen door de wijngaarden, de mooie tuinen en de kelders kan je ook boeken. Wie z’n wijnproeverij graag wat kleinschaliger en persoonlijker houdt, moet bij Wijndomein Vlijtingen aankloppen. Da’s een kleiner en jonger domein van vier hectaren, dat gerund wordt door Herman Meers (die zelf ook de rondleidingen doet). Elf jaar geleden begon hij wijn te verbouwen op de oude familiale boerderij. Ondertussen produceert hij net zoals z’n concullega’s van Genoels-Elderen droge witte en mousserende wijnen van hoge kwaliteit. De flessen rijpen trouwens in de Grotten van Kanne, en je ziet ze liggen tijdens de rondleiding.
*Wijnkasteel Genoels-Elderen begon pas wijn te produceren in 1990. Zo zie je maar hoe jong de Belgische wijnbouw eigenlijk nog steeds is. Hip hip hoera voor global warming (voor één keer dan).
4. Melkgeitenbedrijf Noelmans: als geiten melken een roeping wordt



Sommige mensen worden op een dag plots met het woord van God rond de oren geslagen, waarna ze alles in hun aardse leven laten vallen om pastoor te worden. Bij José Noelmans uit het kleine Membruggen ging het net andersom. Hij was namelijk al pastoor, maar na zes jaar missen leiden besloot hij z’n kazuifel over de haag te smijten om de familieboerderij over te nemen. Ondertussen is de man al bijna 20 jaar gelukkig getrouwd, heeft hij vier kinderen en een succesvolle geitenmelkerij. Die kan je op gezette tijden bezoeken om er in het winkeltje artisanale geitenkazen te kopen (die worden niet terplekke gemaakt, maar wel met de melk van de boerderij), of er een bolletje geitenmelkijs binnen te spelen (zeer aan te raden). Wie wat meer tijd heeft kan ook een rondleiding krijgen. Dan mag je de melkautomaten en de stallen zien. Daar zitten zo’n vijfhonderd geiten te mekkeren – inclusief een hele hoop schattige kleintjes. José is een aimabel man en een vlotte verteller, en het is niet omdat hij geen priester meer is dat hij z’n geloof links liet liggen. Vandaag geeft hij tussen het boerenwerk door godsdienstles op de landbouwschool. Het zullen interessantere lessen zijn dan diegene die ik soms bij de Jezuïeten kreeg.
5. Mooie natuurwandelingen in Riemst



Zoals al eloquent in m’n intro vermeld, kan je in Riemst ook aangename wandelingen maken. Die worden bij elke vertakking in de weg mooi aangegeven door gekleurde symbooltjes op palen, waardoor je al vrij simpel van geest moet zijn om verloren te lopen. Ik besloot de paarse route van een kilometer of acht af te wandelen. Die begint in Kanne, op de parking onder de brug over het Albertkanaal, en loopt over het Plateau van Caestert. Da’s een mooi natuurgebied dat zich voor een stuk over de Nederlandse grens uitstrekt – je zal af en toe dus even in het buitenland rondkuieren. Al na een kilometer laat je de beschaving achter, en loop je over zigzaggende paadjes door een afwisselend landschap van dichte bossen en wuivende velden. Ook hier zie je restanten van de mergelkap, waaronder de ietwat lugubere replica van Hobbiton uit Lord of the Rings op de hoofdfoto. Persoonlijk heb ik ze gemist, maar de kans is groot dat je het pad van een kudde mergellandschapen zal kruisen. Dat zijn taaie beesten die hier specifiek werden uitgezet om het gras kort te houden zonder er al te veel naar te moeten omkijken. Omdat ik overdag wat pech had met het weer, ben ik pas na het avondeten aan m’n wandeling begonnen, en dat valt eigenlijk best aan te raden. De steeds lager hangende zon zorgt voor mooie kleurtjes die je om twaalf uur ’s middags op je buik had kunnen schrijven.
6. Gevarieerd fietsen in Riemst



Voor wie graag wat meer afstand bestrijkt, vallen in Riemst ook heel wat mooie fietstochten uit te kiezen. Die werden uitgestippeld met behulp van de gekende fietsknooppunten en variëren sterk qua afstand en thema. Ik koos (ik ben verrassend lui) voor de ietwat kortere Fietsroute Landbouwcharme. Die is 25 kilometer lang en doet de meeste dorpjes in Riemst aan terwijl je door de velden van punt naar punt rijdt. Je ziet dan op je gemak graan- en gerstvelden, wijngaarden en fruitboomgaarden voorbijglijden en kan om de zoveel kilometer halthouden in een schattig gehucht waar je op een paar strategisch neergezette zitbankjes van het landschap kan genieten. Op dit parcours fiets je langs zowel de eerdergenoemde geitenboerderij als het Wijnkasteel Genoels-Elderen. Wie onderweg iets steviger wil lunchen doet dat best in de Waterburcht. Da’s een historisch pand te midden van een mooie schapenwei, waar ze een prima brasserie in openden. Kan je meteen één van de gerechten met grotchampignons in je smikkel duwen.
7. Leer bij over de oorlog aan de Brug van Vroenhoven



Het Albertkanaal loopt in dit deel van Limburg parallel met de Maas en de Nederlandse grens. In 1940 was het toen net afgewerkte en diep in het landschap liggende kanaal de voornaamste barrière die de Duitsers moesten overwinnen wilden ze België binnenvallen. Daarvoor moesten ze de bruggen in handen krijgen, die het Belgische leger uit voorzorg had ondermijnd en verstevigd met antitankbunkers. Ook in de bunker op de Brug van Vroenhoven zat op 10 mei een dozijn Belgische soldaten zich al dagen te frustreren na talloze valse alarmen, enkel en alleen om alsnog in de rug gepakt te worden omdat de Duitsers hun troepen met geruisloze zweefvliegtuigen achter de linies hadden gedropt (een deel ervan recht op het dak van het vlakbij gelegen en “onneembare” Fort Eben-Emael). De verdedigers werden overrompeld, en de brug werd ingenomen alvorens ze opgeblazen kon worden. In Riemst zelf vielen een hoop slachtoffers en dorpen als Kanne en Vroenhoven liepen leeg. Amper 18 dagen later zou Hitler het hele land in handen hebben. Ook vandaag waakt de bunker nog steeds over de brug, en kan je er een tweeledig* museum bezoeken dat het hele verhaal van de Duitse inval, de strijd om Riemst en het leven tijdens de oorlog behandelt. Da’s vaak aangrijpend, zeker bij de muur waarop alle namen en foto’s van de gesneuvelden te zien zijn – alle leed wordt persoonlijker als het een gezicht krijgt. Geen enkele soldaat op de muur was ouder dan ik: er zat zelfs amper iemand tussen die de dertig voorbij was. Tijdens elke oorlog is het de jeugd die eerst door de vleesmolen wordt gedraaid.
*Het andere museum dat hier een thuis vond, vertelt je alles over de binnenvaart en het Albertkanaal. Je kan er onder meer een virtueel schip door een sluis helpen loodsen.
8. Slapen in Riemst: B&B Time-Out in Zussen




Ik verbleef voor m’n bezoek aan Riemst in de mooie B&B Time-Out in het gezellige dorpje Zussen. De B&B ligt vlak naast het lokale kerkje en wordt gerund door Sisi en Marc. Dat zijn erg gastvrije mensen die je persoonlijk komen verwelkomen, waardoor het bijna lijkt alsof je bij een vriend logeert. Toen ik arriveerde stond er een verse rijsttaart van Patisserie Smets (die rijpen ook in de grotten van Kanne en zijn fantastisch) op me te wachten, en ’s ochtends hing er een zakje verse pistolets aan m’n deurklink. B&B Time-Out heeft vijf “kamers” die eigenlijk appartementen zijn waar je een heel gezin in kwijt kan. Ik sliep in 5 o’ clock, en kon gebruik maken van twee slaapkamers (plus een extra bed), een aangename eet- en zithoek en een volledig uitgeruste keuken. Leuke extra was de arcadekast die er in de woonkamer stond. Daarop kon je maar liefst 5.000 spelletjes spelen, waaronder zowat alle klassiekers die je vroeger in de lunaparken vond. Veel gegamed die eerste avond, en in tegenstelling tot op de foor moet je er niet je hele zondag aan twintig franken induwen. Zeer aangenaam verblijf.
Extra informatie over Riemst

Dit artikel kwam tot stand met behulp van de mensen van Visit Riemst. Voor alle praktische en toeristische info over de bestemming, surf naar: www.visitriemst.be.
In deze restaurants kan je authentieke grotchampignons proeven:
–De Waterburcht in Millen (besproken in het artikel).
–K-Kanne: hip lunchrestaurant (geen diner).
–Opcanner Anker: restaurant in de jachthaven van Kanne.
–Hild’Ice: ijssalon in Kanne waar je ook lekker kan eten.
Zin in een andere Limburgse trip? Lees dan hier m’n verhalen over Hasselt en Genk, of loop eens langs de belangrijkste natuurparken. Liever ergens anders in België op weekend? Hier zijn m’n artikels over Koksijde, De Gaume en Viroinval.















No Comments