Al twintig jaar woon ik in hartje Antwerpen en neem ik er van alles en iedereen foto’s. Ondertussen ken ik de stad alsof het m’n achtertuin is – en laat ons eerlijk zijn: dat is het ook een beetje. Hoog tijd om al die semi-parate kennis in één alomvattende reisgids te gieten. Het werd er één die vooral voor bezoekers die Antwerpen nog niet zo goed kennen handig zal blijken, maar ook echte Sinjoren zullen hier en daar nieuwe dingen ontdekken. Wie het geheel flink doorleest is op de hoogte van al wat in de Koekenstad te zien en te beleven valt. Elke buurt komt aan bod: van je aankomst in het Centraal Station tot uitstapjes naar de meest afgelegen buitenwijken. Welkom op de – prove me wrong – meest complete online reisgids over Antwerpen.

Een bezoek aan Antwerpen? Da’s altijd een puik idee. De grootste stad van Vlaanderen – en bij uitbreiding België, want Brussel bestaat uit 19 afzonderlijke gemeenten en telt dus niet mee – is meteen ook de meest interessante. Dat zeg ik uiteraard uit gezond chauvinisme en om het floeren broekenvolk uit Gent te irriteren, maar ook omdat het simpelweg de harde waarheid is. Antwerpen is de tweede grootste haven van Europa, en daardoor de voornaamste reden dat er in de rest van het land brood op de plank komt. Verder zijn we de modehoofdstad van België en het wereldcentrum van de diamant, hebben we veruit de meeste Michelinsterren, is Brabo in tegenstelling tot Manneken Pis geen overroepen kabouter en is onze kathedraal met grote voorsprong zowel de mooiste als de hoogste. En dan hebben we het niet eens gehad over het zachte, zoetgevooisde Antwerpse dialect. Een ronduit muzikale tongval is het, geschikt voor enkel de intiemste poëzie en gezangen. Dit in schril contrast met de rest van het land, alwaar men een woordenbrij uitspauwt die klinkt alsof iedereen er in een halfgekookte patat staat te stikken. Zo, nu ieders lange teentjes voldoende vertrappeld zijn, kunnen we overgaan tot de orde van de dag. Antwerpen is een wereldstad in zakformaat, en die zullen we heden in detail verkennen. Driewerf hoera!
De ultieme reisgids voor Antwerpen: alle wijken, tips en bezienswaardigheden
Gezien het niet de bedoeling kan zijn iedereen ad random van hot naar her te sturen, dacht ik enige logica in m’n werkwijze te steken. Daarom zal ik – net als de meeste in Antwerpen aankomende toeristen – beginnen bij Station Antwerpen-Centraal en de buurten errond. Daarna trek ik geleidelijk aan richting historisch centrum om vervolgens de belangrijkste trekpleisters en verborgen parels in de rest van de stad onder handen te nemen. Eindigen doe ik met de negen andere Antwerpse districten. Het ingenieuze van dit uitgekookte plan van me, is dat iedereen naar believen kan stoppen met lezen om daadwerkelijk de stad in te trekken. Iemand die enkel de voornaamste attracties in het centrum wil afvinken kan na een half artikel al foert zeggen en helemaal loos gaan, terwijl de echte meerwaardezoeker alles voorbeeldig uit kan lezen om zich daarna in de meest obscure en vergeten krochten van het Antwerpse te storten. Voor ieder wat wils dus: vooruit met de koe!
PS: er worden er heel wat genoemd in dit artikel, maar als je alle vijftig musea van Antwerpen in detail wil leren kennen, lees je best ook deze blogpost.
1. Station Antwerpen-Centraal, de Diamantwijk en het Stadspark



De meeste reizigers komen in Antwerpen aan via Antwerpen-Centraal. Da’s officieel het mooiste treinstation ter wereld, dus dat heb je dan meteen gehad. De monumentale stationshal opende in 1905 en is geïnspireerd op het Pantheon in Rome. De bijna 200 meter lange spoorweghal erachter diende dan weer als pronkstuk voor de toenmalige Belgische staalindustrie. Topgebouw zou je denken, en toch werd het niet zo lang geleden bijna afgebroken. Dat komt omdat de NMBS tussen haar ettelijke stakingen door besloot dat ze er een doorgangsstation van wilden maken en dat het behoud van het origineel hen te duur was. Enkel een epische colère van toenmalig Antwerps burgemeester Bob Cools kon het station redden – merci Bobby! Tussen alle versiersels in de hal zit ergens trouwens een random papegaai verstopt. Wie hem kan spotten mag er een foto van nemen en naar me doorsturen voor een gratis imaginaire prijs naar keuze.
Vlak naast het station ligt de Diamantwijk. Al vijfhonderd jaar lang is dat het centrum van de globale diamanthandel, maar als toerist kan je er eigenlijk weinig komen doen (het Diamantmuseum DIVA ligt op de Suikerrui bij het Stadhuis. Mensen met interesse in de geschiedenis van de Antwerpse diamanthandel kunnen hier een interessante tour boeken). Daarnaast – tussen het spoor en het (trouwens erg mooie) Stadspark – woont het gros van de Joodse gemeenschap. In Antwerpen wonen zo’n 20.000 vaak orthodoxe Joden. Daarom heeft de stad ook z’n eigen eroey. Da’s een letterlijke rond het centrum gespannen ijzerdraad die zo een symbolisch “huis” creëert waarbinnen gelovige Joden zich ook tijdens de Sabbat vrij mogen bewegen. Niet van gisteren, die jongens.
2. ZOO Antwerpen en de Elisabethzaal



Naast het station ligt met Zoo Antwerpen (tickets hier) de plek die voor mij als kind het mooiste stukje stad was – en waar ik bij goed weer soms nog steeds m’n boterhammen opeet. Dit is één van de oudste dierentuinen ter wereld. Al in 1843 ging hij open, en door de vele historische gebouwen en verblijven is het al jaren een beschermd monument. De zoo wordt constant vernieuwd en fungeert ook als botanische tuin. Het staat er vol indrukwekkende oude bomen en is zodoende één van de belangrijkste groene longen in het centrum. Ondanks de relatief kleine oppervlakte zijn de meeste verblijven er ondertussen vrij modern en kan je er alles zien van olifanten en leeuwen tot gorilla’s, koala’s en zelfs komodovaranen. Nederlanders met een abonnement voor Artis, Blijgaarde of de GaiaZOO mogen hier trouwens gratis binnen – ik zeg het maar. Naast de ingang ligt A Room with a ZOO. Da’s een relatief recent vernieuwd congrescentrum dat uitkijkt op de dierentuin. Pronkstuk is de Koningin Elisabethzaal: een prachtige moderne concertzaal die qua akoestiek en architectuur bij de absolute wereldtop hoort.
3. Zurenborg en het Groen Kwartier



Voor de gemakkelijkheid maken we een kleine excursie door de achterkant van het station, om via de gebouwen van VTM langs de spoorlijn richting Zurenborg te lopen. Da’s een wijk die deels bij het district Berchem hoort, maar een groot deel ligt nog in Antwerpen zelf. Zurenborg is de buurt waar de voornaamste stereotypes van de met bestickerde bakfietsen rondsjezende linkiewinkies hun oorsprong vonden, maar is vooral een heerlijke plek om te wonen. Kloppend hart van de wijk is de gezellige Dageraadplaats. Da’s een mooi plein omzoomd door cafés en restaurants. Elke avond na zonsondergang wordt er een kunstmatige sterrenhemel aangestoken voor wat extra romantiek. Een andere topwijk vlakbij is het Groen Kwartier aan de overkant van het spoor. Da’s het terrein van het voormalige militair hospitaal, dat een jaar of tien geleden werd omgevormd tot groene zone die een aangename mix van wonen, ontspanning en horeca biedt. Tot voor kort kon je hier dineren in The Jane – wat mij betreft het beste restaurant van Antwerpen – maar dat verhuisde om redenen waar we het maar niet over zullen hebben ondertussen richting Eilandje. Gelukkig vallen hier nog heel wat andere leuke en alternatieve zaken te proberen, inclusief een microbrouwerij. Topattractie in het Groen Kwartier is PAKT. Da’s een oud pakhuis met op het dak een stadsboerderij van bijna 2000 vierkante meter. Buurtbewoners kunnen er een bak potgrond huren om hun groentjes dan wel wiet (grapje) in te kweken, en wie er eentje huurt kan hele dagen lang komen zonnen met een prachtuitzicht over de stad – er lopen zelfs kippen rond. De daktuin kan op gezette tijden met een gids bezocht worden.
4. De Chinese Wijk en het De Coninckplein

Tegenover de hoofdingang van het Station – aan de andere kant van het Astridplein – staat een indrukwekkende Chinese poort te pronken die geflankeerd wordt door twee stenen leeuwen. Eén daarvan heeft een knoert van een erectie, en de legende zegt dat wie er tussen twaalf en zes uur over wrijft zich compleet belachelijk zal maken – niet doen. De poort werd in China zelf gemaakt en geeft toegang tot de Van Wesenbekestraat. Da’s Antwerpens eigen Chinatown waar je tal van Aziatische restaurants en winkeltjes vindt, maar ook een kungfuschool, een boeddhistisch tempeltje en de Sun Wah: de grootste Aziatische supermarkt van het land (al zit er in de Stadsfeestzaal op de Meir ook een hele goeie nu). Hier koop je ingrediënten waarvoor je anders het halve land zou moeten afzoeken. Elk jaar wordt Chinees nieuwjaar hier gevierd met een bonte drakenstoet en da’s best spectaculair. Typisch Belgisch weetje: blijkbaar werd de aanbouw van de poort jarenlang tegengehouden door de Panos op de hoek, die de aandacht van de buurt op hun kleffe broodjes kipcurry wilde houden.
Met Chocolate Nation ligt aan het begin van de Chinese wijk een museum over het hoe en waarom van de Belgische chocolade. Da’s verbazend leuk en interactief, en in de laatste ruimte kan je met je bek onder een tapkraan gaan hangen om vloeibare chocolade naar binnen te slurpen (ook niet doen: je krijgt een lepel). Het andere uiteinde van de straat komt dan weer uit op het De Coninckplein. Dat was lang één van de beruchtste pleintjes van Antwerpen, maar hoewel er ook nu occasioneel nog flink begaaide druggies rondhangen, openden hier ondertussen een aantal leuke koffiebars en de grote Permeke Stadsbibliotheek.
5. Antwerpen Noord en de Seefhoek



Achter het De Coninckplein ligt de Seefhoek. Da’s een volksbuurt die tussen Park Spoor Noord en de Carnotstraat geplet zit. Antwerpen-Noord wordt al enige tijd gezien als één van de zogenaamde “probleemwijken” van de stad, maar dat wil zeker niet zeggen dat er niets te beleven valt. Vooral in en rond het park is het aangenaam toeven. Vroeger was Park Spoor Noord een verlept en verlaten terrein om treinen op te stallen, maar sinds ze het eind jaren 2000 opknapten en er wat gras over strooiden, fleurde de hele omgeving op. Nu kan je hier zonnen, skaten en sporten of in Bar Noord bij de fonteinen genieten van de zomer. De Parkbrug, die van het park over de Italiëlei richting Eilandje loopt, werd op korte tijd één van de voornaamste fotospots van Antwerpen. Andere aangename plekken in de wijk: het Art Deco-zwembad in de Veldstraat, de buurt rond de Sint-Willebrorduskerk en de Kerkstraat, het Panamarenkohuis waar de gelijknamige kunstenaar z’n atelier had en de Offerandestraat (de goedkopere en wat kleurrijkere versie van de Meir).
6. De Keyserlei, de Meir en de Boerentoren



Genoeg uitgeweken: op naar het centrum nu. Wie het station uitstapt aan de kant van de De Keyserlei, komt langs de UGC en het prachtige Operagebouw uiteindelijk op de Meir terecht. Da’s de belangrijkste winkelstraat van Antwerpen, die binnenkort helemaal heraangelegd wordt. De Meir staat vol mooie gebouwen, maar drie schieten er bovenuit. De magnifieke Stadsfeestzaal stond na een brand jaren leeg, maar werd in ere hersteld en is nu één van de mooiste winkelcentra van het land. Het Paleis op de Meir is dan weer een stadspaleis dat ooit werd gekocht door Napoleon – die er vervolgens geen ene voet heeft binnengezet (Waterloo baby!). De bovenzalen kan je enkel met gids bezoeken, maar beneden vind je er met The Chocolate Line één van de beste chocolatiers van België. Aan het einde van de Meir werd met de Handelsbeurs nog een ander fantastisch gebouw van de ondergang gered. Dit monumentale beursgebouw stond jaren leeg en zou na de eeuwwisseling afgebroken worden, maar werd na massaal protest van zowat de hele stad grondig gerenoveerd. Nu is het een evenementenruimte en huist het met Fiera ook één van de mooiste restaurants van de stad.
Wie de Meir uitloopt en vervolgens links afslaat komt in de Wilde Zee terecht. Daar zal je ondanks de naam niet meteen verzuipen, want het zijn maar een vijftal voetgangersstraatjes waar het wat kleinschaliger shoppen is dan achter de hoek. In het verlengde van de Meir staat de Boerentoren*. Da’s de eerste wolkenkrabber van Europa en hij is ongeveer zo oud als het Empire State Building. Onlangs werd het hele gebouw opgekocht door Fernand Huts van Katoennatie. Die zal de toren laten restaureren, om er dan een mooi uitkijkplatform – met champagnebar – en een vrij te betreden daktuin op te monteren. Binnenin komt een immens kunstmuseum en als kers op de taart komt er een skelet van een echte Tyrannosaurus Rex in de inkomhal te staan. Hebben jullie een eigen T-Rex, Gent? Ik dacht het niet.
*Weetje: wisten jullie dat de Boerentoren z’n naam kreeg omdat je vanop het dak de boertjes aan de overkant van de Schelde in het slijk kan zien ploeteren?
7. De Wapper, de Theaterbuurt en het Mechelseplein



Sla vlak voor het Paleis op de Meir links af, en je komt op de Wapper terecht. Da’s een doorgangspleintje vol terrassen – ook dit zal binnenkort heraangelegd worden – waar met het Rubenshuis het voormalige atelier/woonhuis van Antwerpens grootste schilder staat. Daar zit een topmuseum in, maar dat wordt momenteel uitgebreid en gerestaureerd. De tuin werd ondertussen heraangelegd en kan je al wel bezoeken – erg mooi gedaan. Loop over de Wapper richting Theaterplein en je komt in – verrassing – de Theaterbuurt terecht. Daar liggen grote zalen als de Stadsschouwburg, Het Paleis, De Bourla en de Arenbergschouwburg. Onder het afdak op het plein zelf vindt zaterdag en zondag de bekende Vogelenmarkt plaats. Vogels en andere beesten worden er al even niet meer verkocht, en de markt werd doorheen de jaren meer een sociaal gebeuren vol eet- en drinkkramen. Tegenwoordig gieten er meer brunchende vrouwenbendes cava’s binnen dan dat er mensen daadwerkelijk hun inkopen komen doen, maar gezellig is het er nog steeds.
Loop vanaf het Theaterplein de Arenbergstraat door en je komt al snel aan in Den Botaniek. Da’s een kleine maar fijne botanische tuin waarin met Botanic Sanctuary het duurste en chicste hotel van de stad ligt (check de foto’s achter de link: het is echt top). Loop dat voorbij en je staat op het Mechelseplein. Daar ligt de voormalige Studio Herman Teirlinck (die nu gewoon De Studio heet), net als een aantal aangename cafés die tot laat in de nacht openblijven en waar je hier en daar wel eens één van de meer notoire Antwerpse bv’s een “frisse neus” kunt zien halen in de toiletten. Doe ze de groeten.
Tip: vlakbij het Mechelseplein liggen met het Maagdenhuis en vooral Museum Mayer van den Bergh nog twee topmusea verscholen. In dat laatste kan je het net gerestaureerde schilderij de Dulle Griet van Pieter Bruegel bewonderen – in mijn ogen het grootste Antwerpse topwerk dat niet in het KMSKA of één van de grote kerken hangt.
8. De Grote Markt en het Stadhuis



Wie de Meir uiteindelijk af- en de Boerentoren voorbijloopt, komt met een beetje geluk op de Grote Markt terecht. Da’s naar mijn volstrekt onbescheiden mening één van de mooiste pleinen van het land en er staat meteen ook één van ’s lands meest iconische standbeelden op. Da’s Brabo: de legendarische (en compleet fictieve) Romeinse soldaat die op een dag genoeg had van de vervelende reus Antigoon die de Schelde terroriseerde. Hij gaf hem een flink pak slaag, hakte meteen ook z’n hand af en smeet die vervolgens gezwind de rivier in – weg met die handel. De legende stamt uit de middeleeuwen, maar heeft in tegenstelling tot wat veel mensen denken niets met de naam Antwerpen te maken*. Die komt niet van hand-werpen, maar van “anda verpa”, ofte de opgeworpen grond in de bocht van de Schelde waar de eerste nederzetting gesticht werd. Da’s inderdaad een flink stuk minder stoer dan een dikke reus bij elkaar meppen, maar de waarheid heeft ook z’n rechten. Achter Brabo staat het ondertussen 450 jaar oude stadhuis. Ook dat werd recent compleet gerenoveerd, waardoor het er nu zowel langs binnen als buiten tiptop uitziet. Vooral de zalen op het zogeheten “Schoon Verdiep” zijn de moeite van een bezoek waard, maar die raak je enkel binnen met een gids. Kleine tip voor m’n Nederlandse fans: sluip op zaterdag stiekem een trouwceremonie binnen en doe alsof je het koppel kent. Bam: weeral een paar euro uitgespaard. Geen dank!
*Wat het internet je ook vertelt: de Antwerpse handjes hebben evenzeer niets te maken met de verschrikkingen die door Leopold II en later de Belgische staat in Congo werden aangericht. Op het Antwerpse wapenschild staan al handen sinds de 16e eeuw. Juist is juist.
Tip: op 100 meter van het stadhuis vind je met De Hofkamer een oude koopmanswoning met één van de mooiste plafonds van Antwerpen, en met een als bibliotheek vermomd toilet.
9. De Onze-Lieve-Vrouwe Kathedraal en omgeving



Vlakbij het stadhuis staat de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, en die kan je wel naar believen bezoeken. De kathedraal is zonder twijfel het grootste architecturale icoon van Antwerpen, en tegelijkertijd de hoogste kerktoren van het land. Het zouden zelfs de twee hoogste geweest kunnen zijn, want de zuidelijke toren ging initieel even hoog worden maar werd nooit voltooid. Straf, want er werd nochtans 170 jaar aan de kathedraal gebouwd (de laatste steen werd in 1521 op z’n plaats gezet). Dat wil zeggen dat zelfs de kleinkinderen van de originele architect nooit het afgewerkte gebouw hebben gezien, en dat moest men er bij de stichting van België in 1830 aan begonnen zijn, ze zo rond het jaar 2000 samen met het nieuwe millennium meteen ook de opening hadden kunnen vieren. De bouw duurde dus even, maar het resultaat mag er zijn. De hele kerk is een kunstwerk, met prachtige glasramen, een uit hout gesneden koor en preekgestoelte, en achter het altaar een hoop mooi versierde nissen – je kan in de kelder zelfs de fundamenten van een oudere kerk zien liggen. Er staat ook heel wat kunst in tentoon: van een aantal van de bekendste werken van Rubens tot een modern beeld van Jan Fabre die – het zal altijd een bescheiden mens blijven – zichzelf in bladgoud afleverde terwijl hij het kruis van Christus (en dus alle zonden van de mensheid) op z’n handpalm balanceert alsof het niks is. Je moet het maar doen.
Tip: rond de Kathedraal liggen ook een aantal aangename cafés: in het Paters Vaetje en het Kids Rhythm ‘n’ Blues Kaffee durf ik wel eens een acte de présence doen. Wie zin heeft in een kroegentocht kan ofwel mij aanspreken, ofwel een groep vervoegen en deze tour boeken.
10. De Suikerrui, de Oude Koornmarkt en de Vlaeykensgang



Loop langs links het Stadhuis voorbij en je komt op de Suikerrui terecht, waarvan de Oude Koornmarkt het verlengde is. Dat zijn twee gezellige straten vol terrassen en restaurants, waar m’n favoriete café in Antwerpen ligt. Tram 3 zit verstopt op de eerste verdieping van een historisch pand. ’s Middags kan je er op het dakterras een kleurtje pakken, ’s nachts worden tafels en stoelen aan de kant geschoven en wordt het met wat geluk een danscafé. Ook te bereiken vanop de Oude Koornmarkt – door het poortje op nummer 16 – is de Vlaeykensgang. Da’s één van de enige nog overgebleven middeleeuwse arbeiderssteegjes van Antwerpen. Wie hier de poort doorstapt, voelt de stadsdrukte helemaal wegvallen en waant zich in de 16e eeuw. Vroeger had Antwerpen tig van dit soort steegjes, maar omdat er voornamelijk arme mensen woonden en er van bijzaken als riolering en verluchting geen sprake was, gingen ze één voor één tegen de grond onder het mom van de modernisering. Ook de Vlaeykensgang zou dit lot ondergaan zijn, moest antiquair Axel Vervoordt de hele reutemeteut in de jaren zestig niet hebben opgekocht en gerestaureerd. Het is dus dankzij privékapitaal dat een belangrijk stukje erfgoed bewaard bleef. Vandaag de dag vind je hier kunstgalerijtjes, ateliers en een aantal prima restaurants. Met Tazu zit er ook één van de beste (en Japans geïnspireerde) cocktailbars van Antwerpen verstopt – en gezien Vervoordt ook binnenhuisarchitect is, ontwierp hij er meteen ook het interieur.
11. Het Ruihuis en het verborgen doolhof onder Antwerpen

Nog een topattractie op de Suikerrui – en ééntje waar zelfs veel Antwerpenaars nog nooit binnen zijn geweest – is het Ruihuis. Dat geeft toegang tot de Ruien: een kilometerslang doolhof van tunnels dat zich onder de hele binnenstad verspreidt. Vroeger waren dit allemaal kanalen. Inderdaad: Antwerpen zag er ooit uit als Amsterdam of Brugge, maar omdat iedereen er z’n kakemmer maar in bleef uitgieten, heeft men uiteindelijk alle kanaaltjes overkapt. Elke straat die eindigt op -rui, -vliet of -vest was vroeger zo’n waterweg, en nu kan je ze ondergronds verkennen begeleid door een gids, een tablet en de zoetgevooisde stem van Pieter Embrechts. De naambordjes van elke straat waar je onderdoor loopt hangen in de tunnels uit zodat je altijd weet waar je bent, en sommige gangen zien er erg indrukwekkend uit. De Ruien verkennen is wat mij betreft één van de meest unieke ervaringen die je in Antwerpen kan boeken, maar je zal er wel wat haar voor op je tanden moeten hebben. Met (ter beschikking gestelde) rubberen laarzen en een chemisch pak aan trek je de duisternis in, alwaar je soms door verdacht ruikend water moet waden en hier en daar een door je koplamp opgeschrikte rat zal zien wegspringen, maar de ervaring is het lichte trauma zeker waard. Na een hoop straffe verhalen en anderhalve kilometer wandelen, kom je middenin het Schipperskwartier weer boven. Best wel even douchen inderdaad.
12. Het Steen, het Vleeshuis en de Kaaien




Wie vanop de Suikerrui richting Schelde trippelt, ziet zonder al te veel ongelukken al snel het Steen opduiken. Da’s een kasteeltje dat deel uitmaakte van de middeleeuwse stadsomwalling, en het oudste nog rechtstaande gebouw in heel Antwerpen. Een paar jaar geleden besloot men er een cruiseterminal/bezoekerscentrum van te maken, en werd er een in mijn ogen schabouwelijke moderne bijbouw tegengezet die er uitziet als een Aldi-filiaal. Vrij tragisch, maar The Antwerp Story – een tentoonstelling die je binnen kan bezoeken – is daadwerkelijk een mooie introductie tot de stad en vanop het nieuwe torentje heb je een mooi uitzicht op zowel het centrum als de Schelde. Dat dan weer wel. Naast het Steen kan je trouwens de ferry richting Linkeroever nemen. Die is gratis, vaart elk half uur uit en voelt aan als een vijf minuten durende vakantie.
Vlakbij het Steen staat met het Vleeshuis nog één van de oudste gebouwen van Antwerpen. Vroeger was dit het gildehuis van de beenhouwers, maar tegenwoordig doet het dienst als museum voor muziekinstrumenten in alle vormen en maten. Mooie collectie, maar het gebouw zelf is de grootste ster. Jammer genoeg is het vanaf 2025 jarenlang gesloten omwille van een grondige renovatie, dus je kan het voorlopig enkel vanaf de buitenkant bewonderen. Ook gerenoveerd en bijna klaar zijn de Scheldekaaien. Die kan je vanaf het Steen helemaal aflopen tot voorbij Antwerpen-Zuid. De laatste jaren werden ze stuk per stuk heraangelegd, en nu moet enkel het deel tegenover het oude centrum nog afgewerkt worden. In plaats van lelijke vuile hangars vind je nu sportvelden, parkjes en speeltuinen langs het water, net als heel wat plekjes waar je met je nachtwinkelpintjes in de hand de zon in de Schelde kan zien zakken. Er zijn ergere plekken ter wereld om je gat neer te ploffen.
13. De Groenplaats en de Modebuurt



De Groenplaats – aan de andere kant van de Kathedraal – is na de Grote Markt waarschijnlijk het bekendste plein van Antwerpen. Er liggen een hoop cafés en restaurants rond verzameld en tijdens de zomer worden er heel wat marktjes en evenementen georganiseerd, maar momenteel ligt het er allemaal wat rommelig bij. Geen nood echter, want ook dit plein wordt binnenkort mooi heraangelegd. Nog even geduld en Rubens zal weer zonder schaamte op z’n sokkel kunnen staan. Voorbij de Groenplaats ligt de Nationalestraat. Die vormt samen met de Lombardenvest en de Steenhouwersvest het hart van de Antwerpse Modebuurt. Hier zal je de meeste merkboetieks à la Dries Van Noten en Stephan Schneider vinden. Ook het Modemuseum (MoMu) ligt in de Nationalestraat. Da’s vooral vanbinnen een prachtig ontworpen gebouw, en vanaf 2026 wordt er eindelijk een grote tentoonstelling rond The Antwerp Six gehouden. Dat zijn zes Belgische modeontwerpers die in de jaren tachtig afstudeerden aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en vervolgens Antwerpen als internationale modestad op de kaart zetten. Die academie ligt trouwens in de Mutsaardstraat in de studentenbuurt en heeft een mooie tuin die je vrij kan bezoeken tijdens de openingsuren.
14. De Voetgangerstunnel en Linkeroever




Tussen de Hoogstraat en de Kloosterstraat ligt met de Sint-Annatunnel of de Voetgangerstunnel de meest unieke manier om de Schelde richting Linkeroever over te steken: je stapt er letterlijk onderdoor. De tunnel werd aangelegd in de vroege jaren dertig, en gaat dus richting z’n 100ste verjaardag. De roltrappen en de liften zijn nog steeds authentiek – misschien daarom dat ze de helft van de tijd niet werken – en vooral die eersten zijn net als de meer dan vijfhonderd meter lange tunnel zelf erg fotogeniek. Linkeroever is een plek waar veel toeristen nooit raken. Da’s jammer, want voor mij voelt de overkant van de Schelde wat als een pauze weg van de binnenstad aan. Naast de tunnel ligt een minigolfterrein en de mooie Boeienweide met zicht op de stad. Wie met z’n rug naar de tunneluitgang naar links stapt, komt uiteindelijk aan het Galgenweel terecht. Da’s een aangelegd meer naast de Schelde waar je kan wakeboarden of kan leren zeilen. Wie naar de andere kant loopt, komt na een stevig wandelingetje langs verbazend veel groen en speeltuintjes terecht bij het Sint-Annastrand. Inderdaad: Antwerpen heeft z’n eigen strand (hebben jullie een eigen strand, Gent?) en hoewel je niet meteen in het water van de Schelde wil zwemmen (gevaarlijke onderstroom: blub-blub) is het hier bij goed weer – met de lichtjes van de haven als achtergrond – best aangenaam toeven. Naast het strand liggen heel wat mosselrestaurants en met De Molen ook een buitenluchtzwembad. Iets verder ligt het Sint-Annabos, het vogelreservaat Blokkersdijk en een aangenaam fietspad om de haven in te trekken.
15. De Vrijdagmarkt, de Kloosterstraat en Sint-Andries



Vlakbij de Groenplaats ligt de gezellige Vrijdagmarkt. Daar worden elke vrijdagochtend op een veiling inboedels verkocht, en het is ook de locatie van het enige museum in Antwerpen dat UNESCO Werelderfgoed is (het was zelfs het eerste museum op de hele lijst). Museum Plantin-Moretus is een originele en uitzonderlijk goed bewaarde drukkerij uit de 16e eeuw. Binnenin vind je de twee oudste drukpersen ter wereld, net als een hele workshop vol metalen druklettertjes, een hoop historische manuscripten en een paar originele in goudleer beklede kamers. Buiten ligt dan weer de mooiste binnentuin van Antwerpen – die je gratis en voor niks kan bezoeken als je er even om vraagt aan de balie.
Achter de Vrijdagmarkt ligt de wijk Sint-Andries, beter bekend als de “Parochie van Miserie”. Die naam slaat wat mij betreft nergens op, want ik vind het één van de gezelligste wijken van Antwerpen – een soort dorp middenin de binnenstad. Vooral rond de Lange Ridderstraat en de Sint-Andriesplaats voelt het zo aan. Er valt ook heel wat te bezoeken. In de Hoogstraat (net buiten de wijk) ligt met De Zwarte Panter de oudste kunstgalerij van de stad – vrij te bezoeken – en in de Kloosterstraat liggen tientallen antiek- en interieurwinkels voor je klaar. Op het einde van die straat staat trouwens een standbeeld van Peter De Grote. Dat groeide de laatste jaren uit tot een soort bedevaartsoort voor Russische expats die Aleksej Navalny willen gedenken. Sinds zijn (uiteraard helemaal niet verdachte) dood, liggen er elke week nieuwe bloemen. Ook in Sint-Andries en bijna volstrekt onbekend: de Paardekensgang. Da’s een arbeiderssteegje zoals de eerder genoemde Vlaeykensgang, zij het dan iets minder idyllisch en nog steeds bewoond. Binnengaan doe je onder het paardenhoofd in de Willem Lepelstraat 12.
16. Het Zuid, het KMSKA en het Zuidpark




Wie de Kloosterstraat of de Nationalestraat uitloopt (die laatste komt trouwens uit in de vol leuke restaurants gepropte Volkstraat), komt uiteindelijk op Het Zuid terecht. Da’s zowat de “chique wijk” van Antwerpen, die onlangs door een aantal afgewerkte projecten nog wat extra cachet kreeg. Grootste trekpleister is het KMSKA ofte het Koninklijk Museum van Schone Kunsten. Dat bleef meer dan tien jaar dicht voor een grondige uitbreiding en renovatie, maar is sinds de heropening opnieuw het meest prestigieuze museum van Antwerpen en misschien wel het belangrijkste kunstmuseum van het land. Hier hangen talloze werken van de grote Antwerpse barokmeesters Rubens, Jordaens en Van Dyck uit, maar er werden ook verschillende zalen aan modernere Belgische kunstenaars als Ensor gewijd. Wie z’n ogen openhoudt ontdekt werken van onder meer Dali, Van Eyck, Magritte, Bruegel, Rodin en Van Gogh. Het KMSKA is een fantastisch museum en ook architecturaal is het een parel. Op donderdagavond blijft alles tot tien uur open en kan je er in de grote inkomhal van een cocktail of cava genieten.
Rond het museum liggen heel wat interessante restaurants en cafés, maar de cirkelvormige Marnixplaats is de belangrijkste uitgaansbuurt van Het Zuid (en meteen ook één van de voornaamste plekken waar Antwerpen z’n naam als coke-hoofdstad uitbouwde, maar hou het stil). Wie vanaf het KMSKA richting Schelde stapt, komt onderweg het net aangelegde Zuidpark tegen (ik vind nog altijd dat ze het gewoon South Park hadden moeten noemen). Lang geleden was dit een havendok en tot voor kort een lelijke parking waarop in juni de Sinksenfoor stond. Vandaag de dag is het een prachtig open park vol bankjes en speeltuigen, waardoor de hele buurt rondom opleefde. Ik ben vaak kritisch over het Antwerps ruimtelijk beleid, maar dit hebben ze verdorie goed gedaan. Rond het park gelegen en zeker een bezoek waard: het FOMU (fotomuseum) en het M HKA (het museum voor hedendaagse kunst dat door een onbegrijpelijke politieke beslissing in de toekomst zal verdwijnen). Achter het Zuidpark ligt Nieuw Zuid: een net afgewerkte buurt vol moderne hoogbouw naast het iconische Justitiepaleis. Het is er naar alle waarschijnlijkheid fijn wonen, maar voor toeristen valt er buiten hier en daar een galerij vooralsnog niet al te veel te beleven.
17. De Carolus Boromeuskerk en de Erfgoedbibliotheek



Laat ons na deze korte uitstap richting Zuid en Linkeroever op onze stappen terugkeren om de andere kant van het historisch centrum te verkennen. Eerste plek om zeker af te vinken ligt vlakbij de Grote Markt. Het Hendrik Conscienceplein is één van de mooiste pleintjes van de stad en het herbergt twee architecturale pareltjes. De Carolus Boromeuskerk is de enige volledig barokke kerk van Antwerpen. De binnenkant ziet er fantastisch uit en doet aan Rome denken, en de kerk heeft z’n eigen toegang tot de Ruien – de legende wil dat de pastoors hier vroeger ondergronds in een bootje stiekem richting rosse buurt roeiden. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience ligt ook op het plein. De Nottebohmzaal is het pronkstuk van dit gebouw: een prachtige bibliotheekzaal vol donker hout, krakende vloeren, marmeren wereldbollen en oude lederen boekenruggen die langs weerszijden tot aan het plafond reiken – het voelt alsof je er door een Harry Potterfilm loopt. Rond het plein liggen trouwens twee gezellige straten. De Lange Koepoortstraat veranderde een aantal jaar geleden in een woonerf, waardoor de auto’s er verdwenen en er heel wat aangename zaakjes bijkwamen. In de Wijngaardstraat ligt met Dogma dan weer één van de beste cocktailbars van de stad.
18. De Universiteitsbuurt en de Stadscampus



De Universiteitsbuurt die rond de Stadscampus van de UAntwerpen ligt, is de wijk die ik ondertussen al meer dan twintig jaar thuis mag noemen – ze ligt me dan ook nauw aan het hart. Het oudste deel van de universiteit ligt rond het Hof van Liere dat je via de Prinsstraat kan binnenstappen. Deze mooie binnentuin is een plek die voor niet-studenten vaak niet echt bekend is, maar wat mij betreft is het de mooiste campus van het land. Op het grasperkje in de grote tuin werkte ik in de vroege jaren nul ettelijke broodjes kaas-lichtpikant naar binnen (voor geen geld gekocht bij de legendarische maar ondertussen schielijk overleden JP), en telkens ik er opnieuw binnenwandel – ik werk nog steeds voor de UAntwerpen – word ik door lichte nostalgie overvallen. Nog meer tijd bracht ik door op de net heraangelegde Stadswaag. Vroeger was dit één van de voornaamste studentenpleinen van Antwerpen; nu is het er iets rustiger maar nog steeds erg gezellig. Vandaag de dag is de Ossenmarkt – vlakbij de Rooseveltplaats – het meest studentikoze plein. Met Kassa4 ligt daar een fantastisch bruin/hipster café voor je klaar, waar alles er nog exact hetzelfde uitziet als toen ik er ergens in september 2001 voor het eerst een pint bestelde. Ik hoop dat er tegen 2050 nog steeds zelfs geen bierviltje verlegd werd.
In een zijstraatje van de Ossenmarkt ligt achter een grote houten poort nog een andere verborgen parel te wachten. Het Begijnhof is verbazend onbekend maar een echte oase te midden van het stadscentrum, met een mooie beeldentuin omringd door schattige huisjes met trapgevels. Alle begijnen zijn ondertussen al lang verschwunden, en de panden worden aan particulieren verhuurd, maar je kan hier elke dag tot vijf uur ’s avonds vrij rondwandelen. In hetzelfde straatje ligt het R-gebouw van de universiteit. Daar vind je de lelijkste lokalen van de hele campus, maar met Museum To Scale hebben ze er een honderdtal miniatuurmuseumzaaltjes in de muur verwerkt, met werken van een aantal grote namen – gratis te bezoeken tijdens de openingsuren. Op de Sint-Jacobsmarkt achter de Ossenmarkt liggen dan weer drie interessante niche-zaken vlak bij elkaar. Mekanik Strip is de oudste stripwinkel van Antwerpen; The Rocking Bull is fantastische platenzaak voor iedereen die van rock en metal houdt en The Geeky Cauldron is een themacafé voor geeks met een ruimte in Harry Potter en één in Star Wars stijl.
19. De Sint-Pauluskerk en het Schipperskwartier



*De foto van het Schipperskwartier werd genomen tijdens de covid-lockdowns toen er dames noch klanten waren. Kwestie van geen huwelijken te doen sneuvelen en van die dingen.
Het Schipperskwartier is de wijk tussen het oude stadscentrum en het Eilandje. Vroeger was dit de plek waar net aan wal gekomen matrozen de bloemetjes kwamen buiten zetten, waardoor de naam al snel vereenzelvigd werd met de prostitutiebuurt bij het Falconplein. Dit deel van het Schipperskwartier valt wat te vergelijken met de Amsterdamse Wallen – als in: dit is de enige plek in de stad waar raamprostitutie legaal is – maar dan zonder de toeristische aantrek. Op zich vind ik dat best oké zo, want we hebben het hier nog steeds voornamelijk over mensenhandel. Leuker is het in Koffieklap: da’s een koffiebar vlakbij die tegelijkertijd als vluchthuis en opleidingsplek dient voor sekswerkers die uit de industrie willen stappen. De grootste trekpleister in het Schipperskwartier is de Sint-Pauluskerk op de Veemarkt. Da’s een gotisch gebouw met een barok interieur en een indrukwekkende calvarietuin buiten, vol beelden over de kruisgang van Christus. Het is ook de enige kerk in Antwerpen waar nog werken van de drie grote Antwerpse meesters op hun originele plek hangen. Die werken zouden in 1968 allemaal in vlammen zijn opgegaan, moesten de prostituees en matrozen uit het Schipperskwartier ze tijdens een brand niet samen naar buiten hebben gedragen – merci dames. Tip voor m’n anders-geaarde lezers: met de Red&Blue Cargo Club en het Hessenhuis liggen de twee voornaamste lgbtqia+ uitgaansplekken ook in deze buurt.
20. Het Eilandje en het MAS



Vandaag is ’t Eilandje samen met het Zuid één van de hipste en duurste Antwerpse buurten om te wonen, maar eind jaren negentig leek dat nog een verre droom. Historisch was dit het zenuwcentrum van de haven, maar mettertijd werd steeds meer havenactiviteit de stad uitgeduwd, waardoor de wijk rond het jaar 2000 niet meer was dan een verloederde uitgaansbuurt. Daar kwam verandering in met de bouw van het MAS (Museum aan de Stroom) dat in 2011 opende. De afwerking van dit ondertussen iconische gebouw was het zetje dat de wijk nodig had om zich compleet te transformeren. Het MAS is eigenlijk een museum over Antwerpen zelf, maar de enorme collectie is wat een allegaartje omdat hier drie oudere musea in werden ondergebracht. Je vindt er alles van klassieke schilderijen en miniatuurschepen tot Afrikaanse maskers en Japanse Samoeraiharnassen. Wie enkel het gebouw wil bewonderen kan trouwens lang na sluitingstijd van de zalen met de roltrappen tot op het zestig meter hoge dak raken – tot de Boerentoren weer opent is dit het beste uitzicht over de stad. Op de bovenste verdieping zit met Zilte ook het enige driesterrenrestaurant van Antwerpen verstopt.
Een andere architecturale parel is het Felix Pakhuis tegenover het museum. Daarin zit het stadsarchief, en eind 2024 opende WOLF er. Da’s de enige echte foodhall in Antwerpen, waar tien verschillende restaurants en drie bars het beste van zichzelf geven. Verschillende andere pogingen om in Antwerpen een foodmarket te openen faalden de voorbije jaren telkens pijnlijk, maar deze zit elke keer ik er voorbijloop aardig vol. Op ’t Eilandje liggen nog twee andere toppers. Het Red Star Line Museum is een erg interessant en verhalend museum over migratie en hoe honderd jaar geleden twee miljoen Europeanen van hieruit richting Amerika verhuisden. De Antwerpse Brouw Compagnie is dan weer één van de twee grote stadsbrouwerijen (hier wordt het Seefbier gemaakt) en organiseert geregeld comedy-avonden.
21. Het Havenhuis en de Port of Antwerp-Bruges



Loop vanaf het MAS over de Londenbrug en langs het Kattendijkdok – voorbij het mooie terras van Bar Paniek – en je zal uiteindelijk bij het nieuwe Havenhuis aankomen. Dat werd ontworpen door Zaha Hadid en is net als het MAS één van Antwerpens moderne paradepaardjes. Omdat de nieuwe glazen structuur – die zowel aan een schip als een diamant doet denken – bovenop een historische brandweerkazerne werd gebouwd, veroorzaakte het resultaat hier en daar wat controverse. Persoonlijk vind ik het een schitterend gebouw (en ééntje op een plek waar vroeger toch niemand kwam) dat zeker een bezoek waard is. In de grote inkomhal werd een enorme satellietfoto van Antwerpen en de haven (die trouwens vele malen groter is dan de binnenstad zelf) in de vloer verwerkt, en ze hebben er ook een koffiebar geopend. De haven zelf kan je via allerlei bus en boottours ook bezoeken, maar mijn voorkeur gaat uit naar de fietstocht die door m’n vrienden van Cyclant wordt georganiseerd. In de haven vind je alles van verrassend grote natuurgebieden tot piepkleine dorpjes, verschillende militaire forten, compleet onbekende kunstwerken, tussen de containers verloren gelegde kerktorens en uiteraard ook het (ondertussen ex-) spookdorp Doel, dat wel in Oost-Vlaanderen en niet in Antwerpen ligt. De buurt rond het Havenhuis wordt de komende jaren verder uitgebouwd. Eén van de eerste resultaten is het mooie Droogdokkenpark langs de Schelde. Daar tegenover ligt met Stormkop een jeugd/creatief centrum in een oude hangar naast de eigenlijke droogdokken waarin allerlei dingen georganiseerd worden.
22. De Brederodestraat, het Kiel en de Tentoonstellingswijk



Laat ons nu we het centrum achter de kiezen hebben – en vooraleer we naar de districten trekken – het vizier richten op een aantal verder gelegen wijken die ik stiekem nergens anders kon inpassen. Steek op het Zuid de Leien over ter hoogte van het nieuwe Justitiepaleis, en je komt via de gezellige Troonplaats al snel in de Brederodebuurt terecht. In de mooie toren van Den Bell vind je hier zowel de administratieve stadsdiensten als de meest fotogenieke trappenhal van de stad, maar het is vooral de Brederodestraat zelf die interessant is. Dat komt omdat in en rond de straat één van de voornaamste Turkse gemeenschappen van Antwerpen woont, wat zich uit in tal van authentieke restaurants die veel verder gaan dan de kebabzaken in de rest van de stad – bestel met twee een gedeelde vleesschotel in bijvoorbeeld Konya Sofrasi en je kan jezelf op zeer aangename wijze een indigestie eten. Trek van hieruit de Singel over en je komt in de Tentoonstellingswijk terecht. Hier vond in 1930 de Wereldexpo plaats en in de Antwerp Expo worden nog steeds exhibities en andere events georganiseerd. Ook het Muziekconservatorium (De Singel) ligt hier en met het Mastvestpark vind je er één van de minst gekende parken van Antwerpen.
Tussen de Tentoonstellingswijk en het District Hoboken ligt met het Kiel nog één van de meest multiculturele wijken van Antwerpen. Het Olympisch Stadion van Beerschot ligt hier, maar vooral de Abdijstraat is aangenaam. Da’s de Meir van het Kiel: een levendige straat vol winkels en restaurants. Op het einde van de straat ligt met Den Tir een monumentaal gebouw dat nu als winkelcentrum dienst doet, maar vroeger de stedelijke schietbaan was. Veel Antwerpenaars komen bijna nooit op het Kiel, en da’s eigenlijk heel jammer.
23. Het Nachtegalenpark en Kasteel Den Brandt



Achter Antwerp Expo en vlakbij het Kiel – ironisch genoeg een van de minst gegoede buurten van Antwerpen – ligt de met voorsprong rijkste wijk van de stad. De monumentale villa’s in en rond het Nachtegalenpark spreken voor zich. ‘Nachtegalenpark’ is eigenlijk een verzamelnaam voor drie afzonderlijke parken die in elkaar overvloeien en samen bijna 100 hectaren bestrijken. Park Den Brandt is een prachtig park dat rond het gelijknamige kasteel werd aangelegd. In een uithoek van de weelderige tuin staat een replica op ware grootte van de David van Michelangelo (met extra vijgenblad voor z’n spel – het waren andere tijden). Die komt van een andere Wereldexpo die in 1910 in Brussel plaatsvond en de meeste Antwerpenaars hebben hem nog nooit gezien. Ook in dit park: het Bunkermuseum. Da’s een stel ondergrondse – jawel – bunkers van waaruit de Nazi’s een groot deel van de Atlantikwall controleerden en die je het eerste weekend van de maand mag komen bezoeken. Park Vogelzang is een groot bebost park aan de overkant van de straat, met een speeltuin, een wei met hertjes en een leuke brasserie. De grootste toeristische attractie is echter het Middelheimpark ernaast. Da’s officieel zowel het grootste als het groenste museum van Antwerpen, want het is een uitgestrekt beeldenpark van 30 hectare. Langs een hoop wandelpaden en eeuwenoude bomen staan meer dan 200 kunstwerken tentoon. Een bezoek is volledig gratis, en in het kasteeltje bij de ingang kan je lekker lunchen.
24. De Harmoniewijk en de De Koninckbrouwerij



Tussen de Brederodebuurt en het Groen kwartier ligt de Harmoniewijk. Hart van de buurt is het gelijknamige park en het aangrenzende Koning Albertpark. In het Harmoniepark ligt sinds kort het mooie Districtshuis van Antwerpen in een gerenoveerde feestzaal, en daarnaast kan je in Nives genieten van een koffie op één van de mooiste terrasjes van de stad. Vlakbij ligt met het nieuwe Provinciehuis nog een ander modern Antwerps paradepaardje. Hierover zijn de meningen nog meer verdeeld dan over het Havenhuis, maar alweer moet ik toegeven dat ik fan ben. Tegenover het park, aan de andere kant van de Mechelsesteenweg, ligt met Brouwerij De Koninck de oudste en bekendste brouwerij van Antwerpen. Vroeger kon je hier enkel een droge rondleiding boeken om achteraf een paar bollekes achterover te slaan, maar een jaar of tien geleden werd de hele site nieuw leven ingeblazen. Vandaag de dag is het een hub van allerlei activiteit. In de brouwerij wordt nu een interactieve en multimediale tour gegeven (tickets hier), maar er vonden ook allerlei andere topzaken een thuis op de site. Kaasaffineur Van Tricht zit hier (die levert aan quasi alle sterrenrestaurants van het land); Black Smoke is waarschijnlijk het bekendste vleesrestaurant van Antwerpen en The Butcher’s Son heeft zelfs een Michelinster. Met Speakeasy 1833 zit in één van de kelders ook een sfeervolle cocktailbar verstopt.
25. District Berchem




Loop de brouwerij weer uit langs de Boomgaardstraat en na een stap of vijf sta je niet meer in het District Antwerpen maar in het District Berchem – proficiat. Samen met Borgerhout is dat het enige Antwerpse district waarvan een groot deel binnen de ring en dus in de binnenstad ligt. Wie vanuit Brussel met de trein komt, passeert altijd Station Antwerpen-Berchem. In en rond dat station valt heel wat mooie graffiti te spotten (maar de grootste collectie muren vind je bij de Zomerfabriek in de Minkelersstraat) en op vijftig meter van de treinsporen ligt één van de minst gekende stukjes natuur van Antwerpen. De Wolvenberg ligt geplet tussen de Singel en de Ring en is het enige erkende natuurgebied binnen de historische stadswallen: een mooi stukje bos rond een vijver waar je met (heel wat) geluk vossen, steenmarters, ijsvogeltjes en een kolonie vleermuizen kan spotten. Achter de Wolvenberg ligt met het Brilschanspark trouwens nog een ander mooi stuk groen.
Vlakbij het station vind je met de Cogels-Osylei de waarschijnlijk mooiste straat van Antwerpen. Ze ligt in het Berchemse deel van de Zurenborgwijk en het ene na het andere indrukwekkende Art Nouveau stadspaleis staat er naast elkaar. Het plaatje zou perfect zijn, ware het niet dat één of andere stijlloze boer op nummer 29 om onverklaarbare redenen de toestemming kreeg er een moderne villa neer te poten. Publiekelijk aan de schandpaal ermee. Ook naast het station ligt de Statiestraat, die dwars door Oud-Berchem loopt. Da’s een levendige en multiculturele straat vol aangename winkeltjes, restaurants en koffiebars – ook het cultuurhuis Corso ligt hier. Ook in de Boomgaardstraat – die dus van de brouwerij naar het station loopt– vallen heel wat leuke zaakjes te bezoeken. De buurt tussen en rond deze twee straten voelt erg dorps en gezellig aan. Het grootste deel van Berchem ligt echter niet binnen de ring maar erbuiten. Voor toeristen valt hier misschien net iets minder te bezoeken, maar op de Diksmuidelaan in de wijk Groenenhoek ligt wel één van de meest bijzondere musea van de hele stad. Het Vlaams Tram- en Autobusmuseum is een historische hangar waarin meer dan vijftig oude trams en bussen werden verzameld – sommigen al een eeuw oud. Interessant om even binnen te stappen, en een heleboel van de trams kan je zelfs betreden (het museum is enkel open op zaterdag- en zondagmiddag).
26. District Borgerhout





Onlangs werd het District Borgerhout door TimeOut Magazine zo maar even tot de tweede coolste buurt ter wereld verkozen – net voor Jinbocho in Tokyo – en wie ben ik om hen daar in tegen te spreken?* In Jinbocho valt trouwens niet bijster veel te doen: check m’n vele Tokyo-artikels voor alternatieven. Desalniettemin heeft het magazine zeker een punt: BoHo is niet alleen één van de jongste en meest diverse buurten van Antwerpen, het groeide de laatste jaren ook uit tot één van de hipste. De altijd wat chaotische Turnhoutsebaan zou je als de slagader van Borgerhout kunnen beschouwen. De hele wereld is hier te koop, en met De Roma ligt er één van de mooiste concertzalen van het land. Ga voor je concert even iets eten in Falafel King: wat mij betreft de beste falafels van ’t Stad met een extreem vriendelijke uitbater. Ook in de straatjes die op de Turnhoutsebaan uitkomen valt best wat te ontdekken. Het Moorkensplein rond het districtshuis is gezellig, en met Café Mombasa ligt er een heerlijke bruine koerskroeg voor je klaar. Verder heeft ook het Laar aangename barretjes, vallen er heel wat nieuwe galerijtjes te bezoeken en in de zogeheten Centers onder het treinspoor zitten een hoop alternatieve zaken, waaronder microbrouwerij Cabardouche.
Muzikaal fan van het stevigere werk? Trix – een concertzaal naast de Singel – biedt één van wildste/meest alternatieve programmaties in Antwerpen aan. Wie wil kan hier overdag trouwens in de tuin of de cafetaria komen co-worken. Heb je het graag iets rustiger? Dan vind je op het Krugerplein één van de weinig echte stukjes groen van Borgerhout intra muros (het Te Boelaerpark ligt verder buiten de Ring). Het terras van Bar Leon is er de perfecte plek voor zwoele zomeravonden, met Borgo Gelato ligt er één van de beste ijszaken van de stad, en Frituur Tina werd er een tijd geleden verkozen tot beste frituur. Iets verder ligt Park Spoor Oost, waar in juni en juli zes weken lang de Sinksenfoor wordt opgesteld. Die stond vroeger op het Zuid in het centrum, maar in tegenstelling tot een hoop andere Antwerpenaars vind ik hem hier eigenlijk wel passen. Wil je Borgerhout op z’n best meemaken? Kom eind juni naar Borgerrio. Dan verandert de hele Turnhoutsebaan in een enorme multiculturele braderij met als hoogtepunt een parade van allerlei dansgroepen in Rio-Carnavalstijl. Niet te missen.
27. District Merksem en de Luchtbal




Toen ik een paar jaar geleden een poll op m’n Instagramaccount postte met de vraag welk district van Antwerpen het lelijkst was, werd Merksem helaas al snel tot duidelijke winnaar gekozen. Volgens mij ligt dat voornamelijk aan de wat rommelige Bredabaan en de industrie langs het Albertkanaal waarmee velen het district vereenzelvigen, maar op zich valt in Merksem best wat te beleven. De grootste concerten van Antwerpen bijvoorbeeld, want zowel het Sportpaleis (ik weiger het de AFAS Dome te noemen: doop het dan het AFAS Sportpaleis) als de Lotto Arena liggen nog net in het district. De Bredabaan – die iets voorbij het Sportpaleis aan z’n vergane glorietocht begint – mag dan relatief lelijk zijn, ze hebben er wel het meest unieke districtshuis van Antwerpen staan. Dat werd gebouwd in de jaren zestig – het ruikt er zelfs nog naar – en de raadzaal lijkt in die mate op het hoofdkwartier van een Bond Villain, dat ze al talloze keren als filmset gebruikt werd. Iets verder via de Bredabaan te betreden en wel heel mooi is het Bouckenborghpark met het gelijknamige kasteeltje. Ook het Gemeentepark aan de overkant en het Runcvoortpark er vlak naast zijn een bezoekje waard. In Merksem valt ook een vrij indrukwekkend street art parcours af te lopen, en in het Mineralogisch Museum op de Frans de l’Arbrelaan kan je op zaterdagmiddag een hoop mineralen en fossielen komen bezichtigen (inclusief donkere kamer vol psychedelische lichtgevende steentjes). Je kan er trouwens ook een tweejarige opleiding tot edelsteenkundige volgen: perfect voor wie een vreemde nieuwe hobby zoekt.
Niet in Merksem maar vlakbij en in één beurt te bezoeken: De Luchtbal – net als bij De Limburg valt het lidwoord hier niet weg te denken. Dit is een lange, smalle wijk die gekneld zit tussen de haven en de E19: je kent ze van de vlakbij gelegen Kinepolis, de Familie Backeljau en van eigenlijk niet echt iets anders. Uitgestrekt langs de Noorderlaan – de enige baan ter wereld waar het altijd tegenwind is voor elke fietser – liggen een aantal flink deprimerende woontorens naast elkaar, maar wie wat verder de wijk intrekt ontdekt veel positievere dingen. De sociale cohesie werkt hier, er worden allerlei zaken georganiseerd en tussen de torens in liggen gemeenschappelijke moestuintjes, een paar cultuurcentra en wat mooi aangelegde open ruimte voor sport en spel. Ook hier valt heel wat street art te bewonderen, in JOYT kan je net als in Korea of Japan je eigen karaokebox boeken en wie alles gezien heeft kan altijd nog snel een film meepikken.
28. District Deurne




Deurne ligt ten oosten van Antwerpen stad, en is met z’n bijna 80.000 inwoners groter dan steden als Hasselt en Sint-Niklaas. Met het Rivierenhof heeft het ook het allergrootste – en misschien ook wel mooiste – park van Antwerpen in huis. In dit uitgestrekte stuk natuur vind je alles van indrukwekkende kastelen en speeltuinen tot een kinderboerderij en een verkeersparkje (iedereen die in de buurt van Antwerpen op de lagere school zat leerde hier de verkeersregels) en met Sportoase Groot Schijn (de vroegere Ruggeveld) ligt ook de grootste schaatsbaan van het land vlakbij. Pronkstuk van het Rivierenhof is het magnifieke Openluchttheater waarin elke zomer grote optredens plaatsvinden. Een ander toppark is het Boekenbergpark in het zuiden van Deurne – dicht bij de luchthaven. Daar komen de Deurnese IJsberen elke winter zwemmen en je vindt er ook het vreemdste museum van Antwerpen. Het Natuurhistorisch Museum Boekenberg is een klein maar verrassend uitgebreid museumpje dat werd ingericht in een kunstmatige grot. Die werd ooit aangelegd voor een baron die er met z’n roeibootje door wou varen om z’n gasten te entertainen, maar nu kan je er allerlei fossielen en zelfs het skelet van een holbewoner komen ontdekken. Elke winter moet het museum trouwens sluiten omdat er een random kolonie beschermde vleermuizen komt logeren – realistisch aangelegde grot denken wij dan (een ticketje kost trouwens één luttele euro, dus daar moet je het ook niet voor laten). In Deurne-Noord ligt dan weer de Bosuil. Da’s het mythische stadion van Royal Antwerp FC: de oudste club van het land. Tot voor kort was dit ook het oudste en meest afbrokkelende stadion van het land, maar dat euvel werd intussen weggewerkt met de grote zak geld van de nieuwe eigenaar. Wie tenslotte wil ontdekken hoe dystopisch men in de jaren zestig over goedkope woonwijken dacht, dient even rond te lopen in de Arenawijk rond het gelijknamige zwembad. Daarna kan je iets gaan eten op het oude stuk van de Herentalsebaan: de voornaamste winkelstraat in deze buurt, met een aantal leuke restaurantjes.
29. District Hoboken



Loop de Scheldekaaien helemaal af tot voorbij het Zuid en je komt uiteindelijk in Hoboken terecht. Het eerste dat je onderweg zal tegenkomen (buiten Plein Publiek en de fietstunnel naar Linkeroever) is de Hobokense Polder – één van de mooiere natuurgebieden van Antwerpen. Da’s een naar Vlaamse normen vrij uitgestrekt en wild geheel van bossen, weiden en plassen. Er lopen vossen en reeën rond, maar je hebt meer kans om de kudde Gallowayrunderen te spotten die hier het gras helpt korthouden. Het eigenlijke centrum van Hoboken ligt rond de Kioskplaats. Vlak daarbij liggen met Park Sorghvliedt, Park Broydenborg en het Meerlenhofpark drie mooie stukken groen, inclusief kasteeltjes. Loop nog iets verder en je komt bij de hoofdingang van het Schoonselhof terecht. Da’s de mooiste begraafplaats in de wijde omgeving die niet zelden het Père-Lachaise van Antwerpen genoemd wordt. Maar liefst 85 hectaren aan ter zielen gegane dierbaren liggen hier onder de vredige bomen van hun eeuwige rust te genieten. Een groot deel van het kerkhof ligt trouwens in het District Wilrijk, dus het had evengoed onder dat titeltje besproken kunnen worden. Een helemaal andere leuke plek in Hoboken is de Blikfabriek. Dat was een leegstaande – jep – fabriek waarin nu een hele hoop creatieve ondernemers en organisaties zitten. Je vindt hier alles van een buurtcafé tot een skatehal, verschillende ateliers en een danszaal. De laatste keer dat ik er foto’s moest nemen hadden ze een hele sauna-ervaring op het dak geïnstalleerd.
De vreemdste toeristische trekpleister van Hoboken is het piepkleine standbeeldje van Nello en Patrasche vlakbij de Kioskplaats. Dat zijn de hoofdpersonages uit het boekje “A Dog of Flanders” dat eind 19e-eeuw door de Britse Ouida werd geschreven. Het boek gaat over een arme kunstenaar uit Hoboken die op kerstdag uit miserie in elkaar zakt in de kathedraal en met z’n trouwe hond in de armen sterft. Dat verhaal is vreemd genoeg immens populair in Japan en Korea – ze lezen het er op school – waardoor er soms hele bussen Aziaten richting Hoboken trokken. “Up yours, Hoboken”, dacht men in Antwerpen, en er werd een veel groter beeld van het duo vlak voor de Kathedraal in het centrum gezet – hou dat toeristengeld maar lekker hier.
30. District Wilrijk




District Wilrijk ligt ten zuiden van Hoboken en het Kiel, en de meeste mensen kennen het van de A12 richting Brussel die er dwars doorheen loopt (met de onvermijdelijke IKEA als belangrijkste stop). Universiteitsstudenten zijn meestal veel bekender met het district, want de groene Campus Drie Eiken (waar heel wat exacte wetenschappen worden gegeven) ligt hier vlakbij Fort 6 en naast het Middelheimpark liggen nog twee andere campussen (die behoren zoals het park technisch gezien nog net tot District Antwerpen, maar gevoelsmatig zijn dit voor iedereen gewoon de “Buitencampussen van Wilrijk”). Het centrum van het district ligt rond het plein De Bist en de Heistraat die erop uitkomt. Hier worden heel wat evenementen gehouden, Schouwburg De Kern en Jeugdcentrum Visit liggen er, en er staat ook nog een lekker ouderwets winkelcentrum uit de jaren stilletjes. In de Heistraat zelf en de Jules Moretuslei ernaast zitten trouwens een aantal leuke zaken. Vlakbij De Bist vind je met het Steytelinckpark ook een mooie lap groen, en aan de overkant van de A12 liggen met Fort 7 (Wilrijk heeft twee forten) en het eerdergenoemde Schoonselhof nog twee andere stukken natuur. De meest unieke attractie van Wilrijk ligt langs de Krijgsbaan. Hier staat de grootste Jaintempel van Europa, die men schijnbaar recht vanuit New Delhi naar hier toverde. Dit indrukwekkende marmeren gebouw werd pas in 2010 gebouwd en heet officieel de Shankheshvar Parshvanath Mandir. Je kan hier een bezoekje plegen, maar dat moet je wel op voorhand boeken.
31. District Ekeren




Helemaal aan de andere kant van Antwerpen – voorbij De Luchtbal – ligt Ekeren, en wie er (nog steeds met tegenwind want Noorderlaan) naartoe fietst komt alvorens het centrum te zien eerst in de Oude Landen terecht. Da’s een natuurgebied dat erg op de Hobokense Polder lijkt, zij het dan meestal iets droger. Ook hier graast een kudde Gallowaykoeien, en een aantal jaar geleden vertrappelden ze een waarschijnlijk erg verbaasde bejaarde man – altijd op je hoede blijven dus. Ekeren voelt meer aan als een op zichzelf staand dorp dan als een district van Antwerpen, en kan uitpakken met heel wat mooie parken en natuurgebieden – in een andere poll op m’n Instagramaccount werd Ekeren trouwens tot mooiste district verkozen. In het Veltwijckpark dat tegen de Oude Landen ligt stond vroeger het voetbalstadion van eersteklasser Germinal Ekeren. Dat werd ondertussen afgebroken, maar het gelijknamige kasteel dat ook als districtshuis dienst doet staat er nog steeds en is één van de mooiste van Antwerpen. Wat verder uit het centrum – tegen de grens met Brasschaat aan – ligt met Hof De Bist nog een ander groot park. Daar staat ook een kasteeltje, dat de thuishaven is van Cultuurhuis Hof De Bist die er het jaar door allerlei voorstellingen aanbieden. Het Hagelkruispark is wat meer op sport gericht en ligt opnieuw in het centrum. Tegen de haven aan liggen met de Bospolder en de Put van Ekeren nog twee stevige natuurgebieden klaar – in het laatste kan je zelfs professioneel leren duiken (op de bodem van de “put” werden een paar vrij griezelig uitziende beelden gedumpt die je dan meteen kan bekijken). Tegenover de Oude Landen en omzoomd door de A12 ligt tenslotte de wijk Rozemaai. Die werd een aantal jaar geleden van District Antwerpen naar Ekeren overgeheveld, en om dat te vieren kreeg men ook hier een mooi nieuw park. Ik vermoed dat Ekeren het groenste district van Antwerpen is ja.
32. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo




Niet zo heel veel mensen weten het, maar Antwerpen loopt officieel helemaal door tot aan de Nederlandse grens. Dat komt omdat de haven gigantisch is, en heel de rechteroever van de Schelde vol dokken werd gegraven – waardoor een aantal oude polderdorpen verdwenen. Het meest noordelijke deel van de haven aan deze oever (de dokken op Linkeroever behoren tot de Waaslandhaven die deel uitmaakt van de Provincie Oost-Vlaanderen), ligt in het District Berendrecht-Zandvliet-Lillo. Ooit waren dat onafhankelijke dorpen, die in 1958 bij de stad werden gevoegd en in 1983 een eigen district werden. Officieel Antwerpen dus, maar dan op 20 kilometer rijden van het centrum. Met het Reigerbos, het Galgeschoor, de Opstalvallei en het wandelgebied langs de Zoutedijk valt er alweer heel wat groen te verkennen, maar voor toeristen is vooral Lillo-Fort een bezoek waard – daar raak je rechtstreeks met de Waterbus die aan het Steen stopt. Lillo-Fort is een piepklein gehucht dat binnen de fundamenten van een oud militair waterfort ligt. Vroeger was het een veel groter dorp, maar dit is het enige stukje dat na de havenuitbreiding overbleef. Ergens is dat tragisch, maar het resultaat is tegelijkertijd ook betoverend. In de praktijk zit je hier middenin de havenindustrie, maar wie in het dorp zelf rondloopt merkt daar helemaal niets van en lijkt door een vredig schilderij te kuieren. Een paar pittoreske straatjes, een mini-haventje, een kerkje, een poldermuseum, een theaterzaaltje en een enkele brasserie: meer is het niet. Hier woont letterlijk vijftig man. Mensen die van wild uitgaan houden zullen hier niet snel een huis kopen, maar voor opgroeiende kinderen moet het fantastisch zijn. Lillo-Fort is zonder twijfel de meest pittoreske plek van Antwerpen. In 2016 kwam er echter even een einde aan de rust toen Pokémon Go uitkwam en bleek dat je hier zeldzame exemplaren kon vangen. Plots werd het arme dorp tot midden in de nacht overspoeld door nekbaarden met een gsm die in mensen hun voorhof kwamen kakken omdat er uiteraard niets meer open was. Gelukkig ging de hype ondertussen al weer even liggen.
33. District Borsbeek



Juicht allen, want vanaf 1 januari 2025 kreeg Antwerpen er een tiende district bij, en het is dan nog de plek waar ik zowat m’n hele jeugd spendeerde – er werd zelfs een straat naar m’n overgrootvader genoemd. Arm Borsbeek: tot vorig jaar een kleine, vredige gemeente naast Deurne, maar omdat de dorpskas leeg was geraakt tegen wil en dank opgeslokt door het grote Antwerpen. Gedaan met de rust. Ondanks het feit dat ik telkens ik er nog eens passeer overvallen wordt door een lichte golf van nostalgie, moest ik toch even nadenken over wat hier voor toeristen eigenlijk te beleven valt. Het antwoord is en blijft helaas: “niet zo erg veel”. Borsbeek is een aangename plek om wonen, met een mooi park achter de Gemeenteschool waar ik leerde lezen en schrijven, en een uitgebreid fort vol hangars, bossen, speeltuig en skateparkjes waar ik als kind naar de tekenschool ging. Langs de Frans Beirenslaan staat ook een monsterlijk grote Carrefour. Daar vulde ik als eerste vakantiejob ooit de rekken, en aan de overkant van de ingang lag ergens de speeltuin van het volgens mij ondertussen ter zielen gegane Tirolerhof. Daar stond in de jaren negentig een meer dan tien meter hoge, gammele houten glijbaan vol splinters, waar je met een mat onder je hol als vijfjarige met gevaar voor eigen leven af kon sjezen. Nauwelijks bescherming langs de zijkanten, extreme snelheden, en keiharde, aangestampte grond bij het neerkomen: heerlijk. Daar werden godverdomme nog echte venten gekweekt. Over echte venten gesproken: tegenover de kerk kan je in de Mask’Ara nog één van de langstlopende travestietenshows van het land meepikken. Absolute aanrader, en ik denk dat ik daarmee meteen alle highlights heb gehad. Borsbeek is nu eenmaal Parijs niet. Maar wie weet: moest dit blog ooit viraal gaan omdat ik morgen met m’n domme kop onder een tram loop, organiseert er misschien wel iemand met meer tijd dan vrienden een gidstochtje dat in m’n Borsbeekse voetsporen treedt. In afwachting daarvan mag je dit stuk ook nu al delen hoor.
Extra info voor je reis naar Antwerpen: hotels, tours en andere activiteiten




** Disclaimer: Dit artikel bevat een aantal (nuttige) affiliate links. Dat wil zeggen dat als je bijvoorbeeld een hotel of tour boekt via een doorverwijzing op deze pagina, ik daar een klein percentje voor ontvang. Het kost je geen halve cent extra, dus niet twijfelen. Alvast bedankt! (Foto’s door Booking) **
Op GetYourGuide en Viator staan een heel aantal tours en activiteiten in het Antwerpse verzameld. Hier zijn een aantal suggesties:
-een begeleide fietstocht van Cyclant door een aantal bekende en minder gekende stukjes binnenstad.
-een gegidste rit in een milieuvriendelijke tuktuk.
-een begeleide wandeling door de Joodse buurt bij het station.
-een food tour met vijf verschillende eetstops
-een boottocht met eten en drinken door Eilandje en een stukje haven
-een bierproeverij in groep begeleid door een expert
Op zoek naar het juiste hotel in Antwerpen? Dit zijn een paar van m’n aanbevelingen in elke prijscategorie:
-Wie graag goedkoop in een hostel verblijft, kiest best voor Hostel Pulcinella in de Sint-Andrieswijk of voor The ASH op de Italiëlei vlakbij de studentenbuurt. Vind je het niet erg om wat meer uit het centrum te logeren, dan is YUST achter Brouwerij De Koninck een erg hip alternatief.
–Hotel Motel One is een gloednieuw hotel in het centrum (vlakbij de Voetgangerstunnel naar linkeroever en de antiekwinkels van de Kloosterstraat) en is wat mij betreft puur qua prijs/kwaliteit de beste optie in de binnenstad. Zeer redelijke prijzen voor wat je krijgt.
–Hotel FRANQ zit in een hogere prijsklasse en ligt in een prachtig oud bankgebouw vlakbij het oude centrum. Ze hebben er ook een sterrenrestaurant, dus je moet hier zelfs de deur niet uit om van een buitengewoon aangenaam diner te genieten.
–Sapphire House Antwerp is een vijfsterrenhotel vlakbij de Handelsbeurs en de Meir. Het is prachtig ingericht en beschikt over een toprestaurant. In vergelijking met sommige andere luxehotels in Antwerpen valt de prijs best mee.
Wil je ook lekker eten in Antwerpen? Lees dan mijn stukjes over de beste Italiaanse, Aziatische, Midden-Oosterse, Vegan of Hamburgerzaken in Antwerpen. Beetje dorst? Klik hier voor de beste cocktail– en koffiebars van Antwerpen. Verken je liever wat andere Belgische bestemmingen? Lees dan m’n posts over De Gaume, Spa, Luik, het Zwin of Leuven.





No Comments