Sinds kort kan je met de nachttrein van European Sleeper rechtstreeks tot in Praag rijden vanuit Antwerpen of Brussel. Dat probeerden we graag eens uit, en omdat we er dan toch waren hebben we meteen alle belangrijkste bezienswaardigheden op een rijtje gezet. Dat zijn er trouwens – je raadt het nooit – heel wat.
Praag is één van die absolute Europese topsteden waarvan je zelfs na vijf uitvoerige bezoeken nog altijd maar de helft gezien hebt. Het oude centrum – met z’n middeleeuwse kronkelstraatjes, verborgen binnentuinen en doorsteekgalerijen – is van een schoonheid die niet moet onderdoen voor Parijs en steunt op een geschiedenis die meer dan duizend jaar teruggaat. Praag ademt – vooral na zonsondergang – een sfeer uit van vervlogen dagen, van romantiek en melancholie. Het is de perfecte bestemming om vrijwillig in te verdwalen: een eindeloos doolhof vol architecturale schatten, waar achter elke hoek wel iets nieuws te ontdekken valt. En bovendien tappen ze er de beste pinten ter wereld – da’s ook niet mis.
“Praag is één van die absolute Europese topsteden waarvan je zelfs na vijf uitvoerige bezoeken nog altijd maar de helft gezien hebt: de perfecte bestemming om vrijwillig in te verdwalen.”
Die sfeer en dat uitgebreide aanbod zorgen er voor dat je hier zelden alleen staat. Na de val van de USSR en zeker na de toetreding van Tsjechië tot de EU, werd Praag elk jaar populairder. In die mate zelfs dat het vandaag één van de meest bezochte steden van Europa is, en in veel lijstjes zelfs boven Amsterdam staat. Op het eerste zicht lijkt dat niet meteen aangenaam, maar in de praktijk valt het erg goed mee. Op drie plekken is het ontiegelijk druk: de Praagse Burcht, het Oude Stadsplein en de Karelsbrug. Uiteraard zeker een bezoek waard, maar tenzij je er belachelijk vroeg je bed voor uitkomt kan je de massa hier niet vermijden. Wie een paar straten buiten dat toeristische cirkeltje treedt, komt echter in een ander en veel rustiger Praag terecht. Een Praag waar het vaak nog interessanter is ook.
Met de trein naar Praag: ontdek de mooiste bezienswaardigheden in 10 stappen
Het toeval wil dat een jaar of acht geleden het mooiste meisje van Tsjechië haar auto in m’n gevel torpedeerde toen ik thuis m’n boterhammen aan het smeren was*. Dat bleek de bevallige Andrea (zie foto) en omdat ik nooit lang kwaad blijf op internationale topmodellen werden we al snel vrienden. Die vriendschap bleef duren, zelfs jarenlang nadat ze weer naar Praag verhuisd was. Da’s handig, want dat betekende dat ik een lokale gids ter beschikking had die me de minder voor de hand liggende plekjes kon tonen. Omdat normale mensen tijdens de week werken, stond ik er de eerste dagen echter alleen voor. Na een verkwikkende nacht op de slaaptrein, stak ik het parkje tussen het station en m’n hotel door om aan m’n queeste in Praag te beginnen. Dat park wordt lokaal trouwens Sherwood Forest genoemd: ’s nachts best niet rondhangen tenzij je wil bijdragen aan de sociale herverdeling van je portefeuille. Omdat ik een uitermate toffe jongen ben, had de toeristische dienst me van een Prague Visitor Pass voorzien. Die geldt als ticket voor het openbaar vervoer, en ik kon er de meeste attracties gratis mee binnen. Perfect om vrolijk alle wijken mee af te vinken, zoals daar zijn…
*Jep: echt gebeurd.
1. Staré Město: de Oude Stad van Praag
Wie met de trein in Praag arriveert, loopt als vanzelf de oude stad binnen. Da’s uiteraard één van de mooiste wijken, maar vooral op de Royal Way van de Kruitpoort naar de Karelsbrug ook één van de allerdrukste. Wie wil zien hoe Instagramtoerisme totaal uit de hand kan lopen, moet de gemeentelijke bib in. Daar staat de Infinity Book Tower: een koker van 8.000 boeken met spiegels aan beide uiteinden. Tof concept, ware het niet dat er doorlopend 200 man een uur aan staat te schuiven voor een identieke foto. Je leeft maar één keer. Doe het niet.
De grootste trekpleister in de Staré Město is uiteraard het prachtige Oude Stadsplein. Aan de toren van het stadhuis hangt een grote astronomische klok van 600 jaar oud. Daarrond staat ten allen tijde een zee van mensen te wachten op het moment waarop ze in beweging schiet. Om het uur rinkelt een skelet dat naast de klok staat met een belletje – ik heb het ook niet uitgevonden – waarna de luiken opengaan en alle twaalf apostelen een kijkje komen nemen. Kleine anticlimax misschien voor wie een laser- en vuurshow verwachtte, maar wel straf dat ze zoiets al in het jaar 1400 in elkaar gevezen kregen. Ook leuk en gratis met de Prague Visitor Pass: de toren van het stadhuis beklimmen voor misschien wel het beste uitzicht over Praag.
Iets verder in de oude stad ligt het Klementinum. Da’s een voormalige Jezuïetenuniversiteit in een complex vol barokke en rococo hallen. Bezoeken kan enkel met een gids. Da’s ook gratis met de pas, maar je moet 24 uur op voorhand mailen om met zekerheid een plekje vast te leggen. De tour duurt drie kwartier en leidt je van ’s werelds mooiste bibliotheek (zie bovenste foto) tot in de top van een astronomische toren voor misschien wel het beste uitzicht over Praag – ja ze hebben er hier wel een aantal.
2. De Karelsbrug en Kampa Eiland
Zo mogelijk nog drukker dan het stadsplein is de fantastische Karelsbrug die over het water van de Moldau richting Praagse Burcht leidt. Twee indrukwekkende torens bewaken de uiteinden en over de hele lengte staan dertig barokke heiligenbeelden op wacht. Overdag is het hier een absoluut pandemonium van selfietoeristen, straatmuzikanten en brolverkopers, maar vroeg in de ochtend of midden in de nacht heb je er ademruimte en lijk je in een ander tijdperk rond te lopen.
Vreemd is dat alles onmiddellijk veel kalmer wordt van zodra je de brug weer afstapt. Kampa bijvoorbeeld – officieel een eiland omdat er een kanaaltje rondloopt – ligt zo goed als onder de Karelsbrug en is één van de vredigste stukken Praag in dit deel van het centrum. Hier staan pastelkleurige geveltjes rond een Italiaans uitziend plein; op een groot grasveld verderop wordt gepicknickt of gesport en bij Museum Kampa vind je twee schoolvoorbeelden van de eigenzinnige openbare kunst die zo typisch is voor Praag. Op een balk in het water staat een rij felgele pinguïns op wacht en naast het museum kruipen drie enorme monsterbabies rond zonder gezicht. Die zijn van de hand van David Černý: een Praagse kunstenaar die de halve stad volzette met licht geniale en vaak ietwat cynische creaties. Ook vlakbij: de legendarische John Lennonmuur. Die werd na de moord op de Beatle door rebellerende jongeren als teken van verzet volgeklad met z’n portret en allerlei vredesboodschappen. Hoe meer de autoriteiten de muur overschilderden, hoe sneller alles er opnieuw weer opstond. Ondertussen heeft men het – let it be enzo – al een paar decennia opgegeven.
3. Prague Castle: de Praagse Burcht
Nog één drukke plek en dan zijn we rond – bear with me here. De Praagse Burcht is de populairste attractie van de stad en kijkt vanop een heuvel over de Moldau uit. Wie er wil raken moet een hoop steile trappen op, maar de beloning is de inspanning waard. Prague Castle is een uitgebreid complex van kerken, torens en paleizen dat niet aanvoelt als een vesting maar als een stad in de stad. Toegang tot de site is gratis, maar wie ook één van de vele gebouwen binnen wil moet een (combi)ticket kopen. Met je Prague Visitor Pass is dat gratis, en je haalt er best één bij het infoloket op de tweede binnenplaats voor je richting Sint-Vitus Kathedraal wandelt. Zo vermijdt je de lange aanschuifrij. Die kathedraal is trouwens fantastisch. Er werd bijna zeshonderd jaar aan gewerkt, en als het zonlicht er door de glasramen valt lijkt het hele gewelf in vloeibaar goud te veranderen. Los van de kathedraal vallen in de burcht heel wat musea te bezoeken: van de schatkamer en verschillende paleizen tot een uitgebreid speelgoedmuseum en de schattige Golden Lane waar vroeger de goudsmeden werkten.
Wie graag een paleis wil bezoeken waar het niet druk is: Wallenstein Palace ligt vlakbij. Dat heeft een prachtige tuin vol bronzen beelden (zie hoofdfoto) en vreemd genoeg ook een Dripstone Wall. Da’s een rotsmuur van kunstmatige stalactieten die er als druipers uitzien. Over druipers gesproken: ook het Franz Kafkamuseum ligt hier in de buurt. In de binnentuin staat alweer een prachtwerk van Černý: twee bronzen mannetjes die literaire quotes in een vijvertje pissen terwijl ze elkaar diep in de ogen kijken. Wie een sms stuurt naar het nummer +420 724 370 770 kan ze een boodschap naar keuze in pipi laten schrijven. I love this man.
4. Petrin Park: één van Praag’s groene longen
Praag is een verrassend groene stad. Neem nu Petřín Park. Da’s een bebost park vol wandelpaadjes op een 300 meter hoge heuvel die een kilometer van de burcht ligt. De weg ernaartoe leidt langs het mooie Strahov Klooster en lijkt bijna door het platteland te lopen – heerlijk wandelingetje. Het opvallendste landmark in het park zelf is de Petřín Tower. Die werd in 1891 voor een expo gebouwd als een soort miniversie van de Eifeltoren. Hij is maar 58 meter hoog, maar als je de heuvel er bijtelt kom je aan de exacte hoogte van het origineel. Ook hier kan je met je pas gratis naar boven voor – wait for it – misschien wel het beste uitzicht over Praag.
“Praag is een verrassend groene stad. Petřín Park – een beboste heuvel die over de Moldau uitkijkt – is maar één van vele grote parken in het stadscentrum.”
Iets verder in het park ligt met de Mirror Maze nog een ander restant van die expo: een sfeervol oud spiegelpaleis. Daar ben je redelijk snel doorheen, maar het is gratis met de pas en aan de uitgang staan een reeks lachspiegels. Veruit de vreemdste attractie in Petrin Park is de Magical Cavern. Da’s een oud huisje dat door een excentrieke mens – hij doet zelf de deur open in piratenpak – omgebouwd werd tot een soort tovergrot die tot de nok volgestouwd zit met z’n kunstwerken. Dat zijn voornamelijk schilderijen van blote demonen, eenhoorns en andere magische schepsels uit z’n zelf uitgevonden droomland Argondia. Absolute aanrader.
5. De Joodse Buurt van Praag
Terug in de oude stad en ten noorden van het stadhuis ligt het Joods Museum van Praag. Da’s eigenlijk geen museum maar de hele wijk waar vroeger het getto was. Met één kaartje (alweer gratis met de pas) kan je er een hoop verschillende gebouwen en synagogen bezoeken. Ook in de jaren dertig was hier al een Joods museum. Dat werd tijdens WOII door de nazi’s overgenomen, om er een expositie over een “uitgestorven ras” van te maken. Talloze buitgemaakte artefacten van over heel Europa werden hierheen verscheept, waardoor Hitler zo ironisch genoeg de grootste collectie Joods erfgoed ter wereld bij elkaar verzamelde – wat een domoor. Vooral het oude kerkhof – vol grimmig uitziende graven die uit plaatsgebrek op en over elkaar lijken gestapeld (Joden moesten binnen het getto begraven worden) is een plek om tot bezinning te komen. Ook de Spaanse en zeker de Oudnieuwe Synagoge (de oudste die in Europa nog in gebruik is) zijn de moeite van een bezoek waard. Daar zouden op zolder volgens de legende de restanten van de golem liggen: een moddermonster dat het getto tegen antisemitisme moest beschermen maar in plaats daarvan dood en verderf door de straten zaaide. Interessante buurt, maar momenteel soms wat pijnlijk omdat je overal met de huidige realiteit in Gaza wordt geconfronteerd. Hou er rekening mee.
6. Nové Město: het “nieuwe” Praag
Tussen het oude centrum en het station ligt Nové Město. Dat betekent letterlijk “nieuwe stad”. Vrij relatieve naam is dat, want de wijk werd in de 14e eeuw al uitgebouwd. Centraal in de buurt ligt het Wenceslausplein. Da’s technisch gezien geen plein maar een brede boulevard geflankeerd door een hoop art nouveau en neorenaissancegebouwen. Een hoop belangrijke momenten vonden hier plaats: van het uitroepen van de onafhankelijkheid van Tsjechoslowakije en het vieren van het einde van WOII tot de massieve protesten die leidden tot het instorten van het communistische regime. Vandaag de dag is de boulevard voornamelijk een plek om te eten, te winkelen en uit te gaan. De vreemdste eetplek is hier het Výtopna Railway Restaurant, waar alle gerechtjes via een uitgebreid spoornetwerk door miniatuurtreintjes worden aangebracht.
De grootste bezienswaardigheid is hier het Nationaal Museum. Dat zit in een absoluut gigantisch maar mooi Neoklassiek gebouw met een prachtige trappenhal en een indrukwekkende koepelzaal. Binnen vind je vooral natuurhistorische tentoonstellingen. Dankbaar om de kinderen naartoe te sleuren als het regent, want er staat bijvoorbeeld een volwassen mammoet en het skelet van een wollige neushoorn die uit het glas lijkt te breken tentoon. Via een ondergrondse tunnel kan je doortrekken naar het veel lelijkere nieuwe gebouw van het museum. Daar wordt momenteel vooral de geschiedenis van Tsjechië tijdens de 20ste eeuw geëxposeerd. Het Dancing Building staat ook in Nové Město, net als nog twee werken van David Černý: een ondersteboven opgehangen ruiterstandbeeld in Lucerna Palace en het metershoge hoofd van Franz Kafka dat in schijven verdeeld om z’n as draait en zo constant van vorm verandert. Bijzondere kerel, die David.
7. Vinohrady & Zizkov: twee levendige expatbuurten
Achter het station liggen twee van de aangenaamste buurten van Praag verstopt – zij het dan niet voor toeristen maar voor locals, expats en studenten. Vinohrady is één van de beste plekken om te wonen: vol restaurants, terrasjes en hippe bars en cafés (hier ligt ook Bar Pilotu: één van de beste cocktailbars van Praag). De groene long van deze buurt – en één van de voornaamste meeting spots – is Riegrovy Sady: een groot park met een biertuin waar je vanop een grasveld op een heuvel van misschien wel het beste uitzicht over Praag kan genieten (hehe). Ten noorden ligt met Žižkov een andere wijk vol cafés. Hier staan met het massieve National Monument maar vooral met de 200 meter hoge TV Toren nog twee trekpleisters uit de vorige eeuw voor je klaar. Die laatste werd in 1985 in de nadagen van het ijzeren gordijn gebouwd en steekt als een nagel uit de stad. Dat kan je lelijk vinden, maar persoonlijk kan ik de toren wel pruimen. Dat komt waarschijnlijk door de tien monsterbaby’s van Černý die als mieren langs de pilaren omhoog lijken te kruipen. Op 66 meter hoogte kan je trouwens sjiek dineren in het Oblaca Restaurant terwijl je geniet van waarschijnlijk het beste uitzicht over Praag – ok, nu stop ik er mee.
8. Holešovice: de industriële hipsterwijk van Praag
Omsloten door een bocht van de Moldau op de noordelijke oever ligt Holešovice. Dat was vroeger voornamelijk een industriegebied, dat de laatste jaren transformeerde in een hipsterwijk vol cultuur en urban art. In veel van de oude fabrieken zitten nu appartementen of culturele ruimtes. Dox bijvoorbeeld, is een centrum voor moderne kunst vol uitdagende tentoonstellingen. Op het dak hebben ze er een grote houten zeppelin in elkaar getimmerd (want waarom niet) waar je in kan gaan zitten om rustig een boek te lezen moest je daar zin in hebben. Ook interessant is Veletržní Palace waar een deel van de National Gallery tentoongesteld wordt: moderne kunst van onder meer Picasso en Klimt. In het oude slachthuis zit nu een food market, de Letna Beer Garden in het gelijknamige park zou de beste van de stad zijn, en wie een zwaar feestje wil bouwen moet naar de Cross Club. Da’s een letterlijke industrial club vol ijzer, buizen en tandwielen die wat doet denken aan de discotheken uit Cyberpunk 2077. Overdag kan je er ook gewoon iets eten en drinken.
9. De vreemdste en meest bijzondere musea in Praag
Praag beschikt over een hele collectie aan topmusea, maar omdat je die allemaal zelf wel zal weten te vinden, concentreer ik me hier op een aantal van de meest unieke en minder bekende exemplaren. Ik bespreek enkel diegenen die ik zelf heb bezocht.
–Dinosauria Museum Prague: uitgebreid dinomuseum dat om één of andere reden verstopt zit in een quasi leeg outletwinkelcentrum vlakbij het vliegveld. Er is geen metrostop in de buurt, dus neem je best een Uber. Binnenin staan een hoop grote skeletten verzameld, alsook een levensgroot en ultra-realistisch model van een T-Rex.
–Sex Machines Museum: vlakbij de oude markt vind je hier drie etages vol seksmachines van vroeger en nu – sommigen heel creatief. Een plaatselijke artiest heeft overal erg expressieve illustraties als handleiding bijgetekend.
–Museum of Miniatures: museumpje in het Strahov Klooster waar je via microscopen en vergrootglazen allerlei miniatuurkunst kunt bewonderen van iemand met heel veel tijd. Dat gaat van een vlo met hoefijzers tot een portret van Jezus op een zaadje.
–Gallery of Steel Figures: museum in de oude stad waar een hoop indrukwekkende standbeelden van allerlei pop-culture iconen uit in elkaar gevezen en geklopt staal staan uitgestald.
–Speculum Alchemae: museumpje rond een recent ontdekt ondergronds lab van middeleeuwse alchemisten waar je een interessante rondleiding kan krijgen. Of het allemaal waar is weet ik niet, maar de ruimte is mysterieus en in de boekenkast zit een verborgen deur die naar de kelder leidt.
10. Dagtrips vanuit Praag: Karlstejn Castle en Kutna Hora
Dertig kilometer ten zuiden van Praag ligt met Karlstejn Castle de populairste dagtrip vanuit de hoofdstad. Karlstejn is een burcht die vanop een hoge rots over het gelijknamige dorp uitkijkt en er uitziet als een sprookjeskasteel. In de zomer kan het er druk worden, maar gelukkig liggen in de bossen rondom ook een aantal goed aangegeven wandelroutes verstopt waar het veel rustiger is. Die heb ik samen met Andrea en haar vreemde hond Jessy uitgeprobeerd en ze werden goed bevonden.
Een andere leuke dagtrip vanuit Praag is die naar Kutná Hora. Dat was vroeger een belangrijk stadje omdat de grootste zilvermijnen van de regio hier lagen, maar die zijn al lang uitgeput. De vreemdste attractie is hier het Sedlec Ossuary. Da’s een crypte waarin een schrijnwerker creatief mocht zijn met de beenderen van de ongeveer veertigduizend mensen die hier om één of andere reden lagen. Het resultaat is een morbide beenderkerk die zo uit de donkerste films van Tim Burton zou kunnen komen.
Alle informatie voor een treinreis naar Praag
Alles over Tsjechië als bestemming, klik hier.
Voor alles over Praag moet je hier klikken.
Ik sliep in Miss Sophie’s Downtown. Da’s een leuk boetiekhotel vlakbij het station. M’n kamer had een zonnig terras en de minibar was goedgevuld en zowaar gratis. Aangenaam verblijf.
Wie heel wat verschillende attracties wil bezoeken schaft best een Prague Visitor Pass aan. Die kan je digitaal kopen voor 48, 72 of 120 uur. Je kan er alle openbaar vervoer binnen Praag mee op en de meeste bezienswaardigheden gratis mee binnen. Mijn driedaagse pas kostte ongeveer 120 euro en dat haal je er – naargelang wat je allemaal bezoekt – best wel uit.
Ik reed zoals gezegd met de European Sleeper vanuit Antwerpen naar Praag. Die vertrekt iets na acht uur ’s avonds in Antwerpen Centraal en komt tegen elf uur de volgende ochtend aan in Praag. Onderweg stop je in onder meer Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Berlijn en Dresden. Vooral het laatste stuk tussen Dresden en Praag is aangenaam, omdat de trein door de mooie vallei van de Elbe rijdt. Ik lag in een cabine met couchettes. Da’s de “tweede” klasse met klapbedjes die overdag als zetel dienen. Ik had het geluk alleen in een cabine te liggen, maar de meeste passagiers moesten hun plekje delen. Wie niet de sociaalste is boekt dus best een hele cabine met een paar vrienden. Ontbijt boek je op voorhand. Snacks zijn beschikbaar maar de keuze is niet enorm, dus neem best zelf wat eten mee. Ze verkopen er wel hun eigen Weissbier. Slapen ging – voor mij althans – best vlot.
Zin in een andere reis? Lees hier m’n artikels over Dallas, Austin, San Antonio, Shanghai, De Vaucluse, Duisburg en (waarom niet?) Boom.
No Comments