Citytrip Cultuur Europa Uitgelicht

Cascais, Estoril en Sintra: 11 straffe reistips voor de Portugese Riviera

Op een steenworp van de Portugese hoofdstad Lissabon liggen Estoril en Cascais. Ooit waren dat slaperige vissersdorpjes, nu zijn het zomerverblijven en golfparadijzen voor de rich & famous – zelfs Bond (James Bond) heeft hier een verleden. Werp diezelfde steen nog een half uur rijden verder de heuvels in en je staat tussen de sprookjespaleizen van Sintra. Trot Op! trad aan de Portugese Riviera in de voetsporen van 007 en bestelde om te beginnen alvast een droge martini.

Cascais - Downtown

Never say never, maar tegen m’n zin zullen ze me toch niet snel richting Portugal moeten duwen. Erg gevarieerde en nog steeds wat onderschatte bestemming is dat, met een paar absolute topsteden, mooie natuurgebieden en hier en daar nog compleet onontdekte regio’s in de vitrine. De Portugese Riviera – waartoe zowel Cascais, Estoril als Sintra behoren – is er daar geen van, wegens al vele jaren een populaire trekpleister. Dat komt voornamelijk omdat het er langs de grillige Atlantische kust aangenaam toeven is, maar ook omdat de hele mikmak vlakbij Lissabon ligt. Daardoor kan je je citytrip makkelijk met een paar zonnige stranddagen verlengen. Meer nog: je kan er zelfs de uitvalsbasis voor je hele reis van maken. Een rechtstreekse treinverbinding brengt je op veertig minuten tijd van Cascais tot op de bekende Praça do Comércio in het centrum van de hoofdstad. Lissabon heeft trouwens geen strand. Dan is de keuze snel gemaakt.

“Een rechtstreekse treinverbinding brengt je op veertig minuten tijd van Cascais tot in het centrum van Lissabon.”

In Cascais valt trouwens meer te beleven dan een kleurtje pakken op het strand. De Costa do Estoril – zo heet het hier officieel – heeft een veel rijkere geschiedenis dan je zou denken. Al in de 18e eeuw begon welgesteld volk uit Lissabon – waaronder de koninklijke familie – hier extravagante zomerverblijven neer te poten. Tijdens WOII stroomden ook uit het buitenland een hoop vooraanstaande gasten toe. Omdat Portugal neutraal terrein was, zaten de hotels hier vol verbannen royals, allerlei rijke stinkerds en een resem topambtenaren. Die kwamen ver van het wapengeweld hun geld verbrassen in het casino. Deze hoge concentratie aan Vips trok vervolgens snel een half bataljon spionnen aan, die de conversaties in de wandelgangen doorspeelden aan geheime diensten allerhande. Ondertussen word je in Cascais en Estoril naar alle waarschijnlijkheid niet meer afgeluisterd, maar ook vandaag is de regio nog steeds een populaire bestemming. Het is ook de duurste plek in Portugal om een huis te kopen. Vraag dat maar aan Cristiano Ronaldo, die hier onlangs met een paar tientallen miljoenen kwam smijten.

 

Cascais, Estoril en Sintra: 11 straffe reistips voor de Portugese Riviera

Een paar kilometer verderop – in de dichtbeboste heuvels die over de kust uitkijken – ligt Sintra. Dat lijkt op het eerste gezicht een volslagen andere wereld, maar wat de geschiedenis betreft heeft het veel gelijkenissen met Cascais. Omwille van het frissere klimaat en de mooie omgeving, werd ook dit stadje een favoriet buitenverblijf voor de rijken der aarde. De belangrijkste katalysator daarvan was de bouw van het kleurrijke Paleis van Pena. Da’s een indrukwekkend roodgeel bouwsel dat in 1840 op de top van een heuvel werd gezet als zomerresidentie van Koning Ferdinand II. Omdat die mens zo te spreken was over z’n nieuwe stek, begonnen hier al snel een hoop andere adellijke families te bouwen. Daardoor staat het centrum vol fantasierijke historische panden en ligt over elke heuvel in de buurt wel één of ander paleisdomein uitgespreid. Vandaag de dag is Sintra één van de populairste toeristische bestemmingen van Portugal. Het kan er dus lekker druk worden. Daar hoef je je echter geen bal van aan te trekken, want er vallen meer dan genoeg sites te bezoeken waar je bijna niemand tegenkomt, en in de bossen rondom kan je in alle rust flinke wandeltochten afmalen. Dit zijn m’n persoonlijke hoogtepunten voor een trip door de regio.

 

1. Cascais: hang de Bourgondiër uit in het centrum

Cascais - Strand
Cascais - Santa Maria Vuurtoren
Cascais - Strand
Cascais - Zeilen

Ondanks het adellijke verleden, is Cascais best een authentiek en uitnodigend kuststadje. Vanuit de jachthaven die rond de citadel ligt kan je zeiltochtjes maken of dolfijnen gaan spotten, pal in het centrum liggen verschillende mooie stranden en via een gezellige zeedijk kan je helemaal tot in Estoril lopen. Verder van het water verdwaal je in een netwerk van pastelkleurige straatjes. Daar zitten tal van cafés en restaurants in verstopt. In Yellow Street (eigenlijk een aantal autoloze steegjes waar de straatstenen geel werden geverfd) is de concentratie het hoogst, maar je kan overal terecht. Ik at heel erg goed in Cantinho do Avillez: een restaurant dat deel uitmaakt van het portfolio van een Portugese Michelinchef (prijzen vallen goed mee). Ook Mana was leuk: een hip restaurantje vlakbij Yellow Street. Nood aan een dessertje? Trek dan naar Santini: da’s een ijssalon in het centrum – je zal er wel even voor in de rij moeten staan. M’n favoriete plek in Cascais is het rotsige strandje dat uitkijkt op de vuurtoren van Santa Maria (zie foto: de toren stond helaas net in de stellingen). Da’s zo fotogeniek dat het meteen op een postkaart kan, en tot ver na zonsondergang zaten mensen er te relaxen of muziek te luisteren.

 

2. Fiets de mooie kustlijn af voorbij Boca do Inferno

Cascais - Boca do Inferno
Cascais - Fietsen
Cascais - Visser

Veel van de mooiste plekjes van Cascais liggen weg van het centrum, en om die te verkennen besloot ik op een ochtend een gegidste fietstocht te boeken bij Boost. Wie het stadje uitfietst richting Westen, doet dat over een gloednieuw en erg aangenaam fietspad met aan de ene kant de oceaan en aan de andere een ruig natuurgebied. Je fiets meteen ook langs de meest exclusieve villa’s en restaurants – zo’n Ronaldo gaat natuurlijk niet tussen het plebs in het centrum terrassen. De eerste stop ligt nog vlakbij Cascais en heet Boca do Inferno: een indrukwekkende rotsformatie waar de woeste branding doorheen de eeuwen een groot gat door uitschuurde. Het doet wat denken aan het Azuren Raam in Gozo, voor dat in 2017 plots instortte en zo het hele eiland zonder toeristengeld zette. Fantastische plek, en je kan er meteen ook iets eten. Nog leuk voor een eet- en drinkstop is Casa da Guia: een felgeel herenhuis langs het water, waar men allerlei eetkraampjes en winkels rond opende. Ik fietste helemaal door tot aan Guincho Beach. Da’s een uitgestrekt zandstrand waar meestal een flinke wind staat, wat het tot een hotspot voor surfers maakt.

 

3. Verken Estoril in het spoor van James Bond

Cascais - Hotel Palacio Estoril

Estoril ligt op een half uur wandelen van Cascais en voelt wat minder toeristisch en iets residentieler aan. Het is vooral hier waar tijdens WOII de verbannen koningshuizen hun toevlucht zochten. Het mooie Hotel Palàcio Estoril was één van hun favoriete ontmoetingsplekken, waardoor ook de spionnen er rondhingen. In de luxueuze hotelbar dronken ze hun drankjes en maakten ze vrienden, terwijl ze elk gesprek afluisterden dat min of meer interessant kon zijn. Eén van die spionnen was Ian Fleming, die hier begon te schrijven aan z’n eerste James Bond-verhaal: gebaseerd op z’n eigen ervaringen (en naar het schijnt ook op die van z’n vriend Christopher Lee: Saruman uit Lord of the Rings die destijds als saboteur voor de Britse RAF werkte). Dat eerste verhaal heette Casino Royale, en had Casino Estoril naast de deur als voorbeeld. Da’s één van de grootste van Europa en werd vreemd genoeg niet gebruikt als locatie voor de gelijknamige film met Daniel Craig (maar wel voor een aantal scenes uit On Her Majesty’s Secret Service met George Lazenby). De bar van Hotel Palacio ziet er nog steeds geweldig uit. Perfect om bij een martini wat James Bond oneliners af te vuren richting mensen aan de toog – op de plek waar de man geboren werd dan nog. “Shaken, not stirred”, natuurlijk. Anders kan je hem evengoed in de pombak uitgieten.

 

4. Trek door de tuinen en paleizen van Sintra

Cascais - Sintra
Cascais - Restaurants
Cascais - Sintra

De heuvels rond Sintra – vol eucalyptus en kurkbomen – zijn ideaal terrein voor een stevige wandeltocht (of een tour per jeep zodat je meteen het hele gebied ziet). Het stadje zelf echter – dat vol UNESCO Werelderfgoed staat – is heel wat minder vredig. Het ziet er natuurlijk prachtig uit, met z’n gezellige oplopende steegjes en z’n extravagante stadspaleizen, maar de kans is ongeveer honderd procent dat het aantal toeristen er de spuigaten zal uitlopen. De grootste attracties zijn de paleizen in de heuvels, maar ook in het centrum zelf valt heel wat te bekijken. De voornaamste trekpleister is er het Palácio Nacional de Sintra, met z’n twee conische witte schoorstenen. Da’s één van de oudste paleizen van het land, en binnenin werd alles prima bewaard, met prachtige tegelmozaïeken en heel wat Moorse invloeden. Vlak naast het paleis op hetzelfde plein, ligt het mooie Café Paris: een restaurant dat al open is sinds WOII, waar je tal van Portugese klassiekers kan bestellen. Wie meer fan is van zoetigheden, kan vlakbij in Bakkerij Piriquita een aantal typische lokale gebakjes uitproberen – da’s nooit mis. Kleine tip voor wie zelf met de wagen komt: parkeer zo vroeg en zo laag mogelijk en wandel de rest van de afstand te voet. Bijna alle straten zijn hier éénrichting, en wie per ongeluk te ver rijdt zal soms een lus van drie kwartier moeten afwerken om opnieuw op dezelfde plek terecht te komen.

 

5. Pena Palace & Quinta da Regaleira: de twee populairste paleizen van Sintra

Cascais - Quinta da Regaleira
Cascais - Quinta da Regaleira
Cascais - Pena Palace
Cascais - Pena Palace

Veel bezoekers aan Sintra blijven niet lang in het centrum rondhangen, en trekken snel naar één van deze twee paleizen. Pena Palace is het bekendste maar ook veruit het drukste exemplaar. Het is dan ook een fantastisch ontworpen gebouw, dat bijna onrealistisch kleurrijk op de top van een heuvel de wijde omgeving overschouwt. Het is een eclectisch geheel van Moorse, neogotische en romantische invloeden, en binnenin kan je door originele gemeubelde vertrekken lopen. Rond het complex ligt een prachtige tuin van meer dan 200ha vol wandelpaden, vijvers, bruggetjes en een hele encyclopedie aan boom- en plantensoorten. Koop je tickets goed op voorhand.

Net iets minder populair maar nog steeds druk is Quinta Da Regaleira. Da’s geen koninklijk paleis, maar het privédomein van een excentrieke Portugees-Braziliaanse miljonair met een fascinatie voor de loge. Daardoor is het hele complex doordrenkt met symboliek uit de vrijmetselarij. Het hoofdgebouw is ook hier eclectisch, maar de invloeden zijn er vooral neogotisch: veel kleine spitsen, waterspuwers en vooral langs buiten stevige Dracula-vibes (zeker met de mist die er wel eens durft rond te sluimeren). Ook de mooie tuinen rondom werden aangelegd met de loge in het achterhoofd. De meest fascinerende plek is de initiatieput. Die ziet eruit als een soort inverse Toren van Pisa waar je via een wenteltrap 27m tot op de bodem kan afdalen, die via allerlei kunstmatige tunnels verbonden is met andere delen van het complex. Wat hier gebeurde kan niemand met zekerheid zeggen. De voornaamste theorie is dat hij bedoeld was voor initiatierituelen van nieuwe leden. Of die gepaard gingen met de nodige ad fundums weet ook niemand, maar ik mag hopen van wel.

 

6. Monserrate Palace en het Moors Kasteel: minder drukke uitjes in Sintra

Cascais - Monserrate Palace
Cascais - Monserrate Palace
Cascais - Monserrate Palace
Cascais - Monserrate Palace

Wie in Sintra liever wat minder overrompelde dingen bezoekt, heeft daar een aantal prima opties voor. Monserrate Palace bijvoorbeeld, ligt wat verder uit het centrum en ziet er uit alsof het kant en klaar uit Aladdin geplukt werd. Zowel langs binnen als langs buiten werd alles versierd met Moorse en Indische ornamenten, wat voor een weelderig gebouw zorgt. In de uitgestrekte tuinen rondom staat nog steeds de ruïne van de originele kapel die eerst op de site gebouwd werd recht, te midden van een fantastisch park vol vijvers, watervalletjes en meer dan 3.000 verschillende plantensoorten. In tegenstelling tot in Pena Palace, loop je hier soms zo goed als in je eentje rond.

Voor een heel andere ervaring kan je ook richting Moors Kasteel trekken. Da’s een veel ouder bouwwerk, dat meer dan 1000 jaar geleden door de Moren werd gebouwd om de streek te kunnen overzien. Dat maakt het geen paleis, maar een defensief bolwerk. In de 19e eeuw werd het door Koning Ferdinand II deels gerestaureerd (het ligt vlakbij z’n Pena Paleis dus dat kwam hem goed uit). Vandaag de dag kan je beide sites combineren tijdens één wandeling, maar hier zal het veel minder druk zijn. Met z’n wachttorens en over de heuvels slingerende kantelen lijkt het Moors Kasteel wat op een mini-versie van de Chinese muur. Da’s aangenaam en verrassend, en het uitzicht is er uiteraard ook top.

 

7. Cabo da Roca: waar Europa ophoudt te bestaan

Cascais - Cabo da Roca

Op een halfuurtje rijden van Cascais ligt Cabo da Roca. Da’s een prachtige bellevue, waar een fotogenieke rood-witte vuurtoren vanaf een steile klif over de oceaan uitkijkt. Cabo da Roca is het meest westelijke punt van continentaal Europa. Tussen deze kliffen en Amerika aan de overkant, liggen enkel de Azoren en een paar duizend kilometer open water. Voor de ontdekkingsreizen nam men aan dat dit het daadwerkelijke einde van de wereld was. Verder lagen bij wijze van spreken enkel draken en sirenen op de loer om nietsvermoedende matrozen mee de diepte in te sleuren, en wie hier de eindeloze horizon aftuurt kan ze eigenlijk geen ongelijk geven. Vandaag de dag is Cabo da Roca een populaire stop voor toeristen die er selfies komen maken met de oceaan als achtergrond. Daar dien je toch wat mee op te passen, want meer dan eens liep de zoektocht naar de perfecte vakantiefoto af met een toerist die men 140m lager van de rotsen kon schrapen. De sirenen zitten er voor sommigen blijkbaar weldegelijk.

 

8. Azenhas do Mar: relaxen in een fotogeniek kustdorpje

Cascais - Azenhas do Mar

Op een paar minuten van Cabo da Roca ligt met Azenhas do Mar misschien wel één van de meest fotogenieke dorpjes van Portugal. Er woont amper achthonderd man, maar de rechtstreeks op de klif gebouwde witte huisjes zorgen voor een aangenaam doolhof van straatjes, terrassen en binnenpleintjes – bijna allemaal met een prachtuitzicht over het water. Het geheel doet wat denken aan Santorini, maar dan met een fractie van het aantal toeristen – toen ik er was, was het hier helemaal niet druk. Azenhas do Mar is de perfecte plek om even uit te blazen of te lunchen. Beneden hebben ze zelfs een ministrandje liggen dat bij hoogtij vaak onder water loopt, waardoor het geheel door de dijkjes rondom in een soort zoutwaterzwembad verandert.

 

9. Portugese kooklessen in Cascais

Cascais - Foodlab Cooking Workshop
Cascais - Foodlab Cooking Workshop
Cascais - Foodlab Cooking Workshop

In het centrum van Cascais ligt een aangename overdekte marktplaats. In Mercado da Vila wordt ‘s morgens vroeg markt gehouden. Men verkoopt er dan de vis van de dag en alle groenten die je er bij nodig zou kunnen hebben. Sinds de renovatie van een jaar of tien geleden vind je hier binnen en buiten ook allerlei barretjes en restaurants. In Marisco na Praça verkopen ze bijvoorbeeld allerlei verse vis en zeevruchten waarvan je het bestaan soms niet eens afwist. In Cascais Foodlab – ook in Mercado da Vila – kan e dan weer Portugese kookworkshops volgen. Die worden geleid door een Portugese chef en de Oekraïense Yuliia. Die is hilarisch en vriendelijk, waardoor de workshop voorbij vliegt. Wij maakten Portugese tapa’s: gepaneerde kabeljauwballetjes, gefrituurde boontjes en heerlijke biefstuk in een zelfgemaakte saus en mochten alles meteen daarna weer opeten. Erg aangenaam, maar leer van onze fout en boek deze workshop niet vlak na de lunch.

 

10. Sport in Cascais: golfen en paardrijden door de bossen

Cascais - Paardrijden

Ik kan er zelf helemaal geen hol van, dus vraag me niet om een professionele mening, maar Cascais en Estoril zijn erg populaire golfbestemmingen. Achttien golfterreinen vallen er te boeken, waarvan enkele van internationaal topniveau. M’n hotel zat dan ook vol met erg jolige gepensioneerde Britten die elke avond de bar op stelten zetten, maar ’s ochtends toch weer braaf met hun golftas in de lobby verzamelden. Voor niet golfers zijn heeft Cascais nog een hoop andere sporten om uit te kiezen: van zeilen en surfen tot een heleboel fiets- en wandelroutes in de buurt. Ik besloot te gaan paardrijden in het bos, en deed dat in Escola Rui Barroso. Da’s een enorme manege te midden van een mooi stuk natuur waar je voor elk niveau een tochtje kan boeken. Gezien m’n niveau onder nul lag, liep er bij mij iemand mee om er voor te zorgen dat ik niet domweg van m’n paard viel, maar gevordere ruiters kunnen veel uitgebreidere tochten plannen.

 

11. Musea in Cascais

Cascais - Musea

De kans is vrij gering, maar als het weer tegenslaat heb je in Cascais heel wat musea om je in bezig te houden. Hier is een kleine greep uit het aanbod:

Palácio Condes de Castro Guimarães: prachtig vroeg 20ste-eeuws paleis vol antieke meubels en mooie zalen. Het ligt vlakbij de vuurtoren en het hierboven genoemde rotsstrandje. Zelfs aan de voet van het gebouw zelf kan je rustig zonnen.

Museu da Vila de Cascais:  compact maar boeiend museum over de geschiedenis van Cascais en hoe het uitgroeide van een vissersdorp tot een mondaine badplaats.

Casa das Histórias Paula Rego: museum in een opvallend rood piramide-achtig gebouw, gewijd aan de bekende Portugese kunstenares Paula Rego.

Museu do Mar Rei D. Carlos: maritiem museum over het zeevaartsverleden van Cascais.

Museu da Música Portuguesa: museum over Portugese muziek, vol oude instrumenten en partituren (ligt in Estoril).

 

Nuttige tips voor een reis naar Cascais: hotels en activiteiten

Cascais - Vila Galé Cascais
Cascais - Vila Galé Cascais
Cascais - Hotel Bar

In Cascais sliep ik in Vila Galé Cascais. Da’s een hotel vlakbij de vuurtoren die ik hierboven besprak. Het heeft een groot zwembad met een buitenbar, een ontbijtrestaurant en een binnenbar die vrij laat open blijft ’s avonds. De kamers zijn ruim en prima, maar het hele interieur kan wel een kleine moderniseringstouch gebruiken.

Voor meer informatie over Cascais, surf naar www.visitcascais.com.

Voor meer info over Sintra, surf naar www.sintraportugaltourism.com.

Zin in een paar andere Zuid-Europese trips? Lees dan hier m’n stukken over Porto, Malta en Kreta.

You Might Also Like

No Comments

    Leave a Reply