Akihabara is één van de meest geschifte en unieke buurten van Tokyo, en een absolute topbestemming voor al wie van anime en games houdt. Trot Op! trok de straten van het legendarische Electric Town in en baande zich een weg langs alle gachapon machines, maid cafés en otaku shops om er de twaalf leukste bezienswaardigheden voor je op een rij te zetten. Graag gedaan.

Zoek online naar beelden van Tokyo en de kans is niet gering dat de neonverlichte straten van Akihabara als één van de eerste resultaten zullen opduiken. Het is dan ook één van de meest herkenbare stukjes Japan, en de buurt waar ik – buiten Asakusa waar m’n hotel lag – het meeste tijd in doorbracht. Akihabara – Akiba voor de vrienden – is het ultieme uithangbord van alle uitspattingen die de moderne Japanse popcultuur tegelijkertijd zo populair en bevreemdend maken. Een paradijs voor weebs en otaku (dat zijn anime-nerds) is het, en een absolute aanslag op de zintuigen. De gevels zitten er verstopt onder een laag schreeuwerige billboards; in tientallen animewinkels ter grootte van een flatgebouw loop je verloren tussen de action figures; in talloze lunaparken en game centers kan je met een paar honderd yen voor de hele familie vreemde souvenirs uit de machines draaien en overal op straat staan als verleidelijke Franse diensters verklede meisjes te flyeren om je in één van de vele maid cafés binnen te lokken. In Akihabara kom je niet om je te vervelen.
Akihabara: de ultieme gids voor Tokyo’s gaming en anime paradijs
Toch kwam het huidige Akihabara pas recent tot bloei. De eerste stenen werden gelegd toen hier na WOII een zwarte markt ontstond vol kraampjes die clandestiene elektronica verkochten. Tijdens de jaren vijftig en zestig industrialiseerde Japan razendsnel, en werden die kleine zaken één voor één buitengewerkt ten voordele van grote retailers die Japanse televisies, frigo’s en audiosystemen aanboden. Rond deze tijd ontstond de bijnaam Electric Town en groeide Akiba uit tot het voornaamste technologiecentrum van het land. Toen in de jaren tachtig de PC en de eerste spelconsoles opkwamen, evolueerde de buurt opnieuw mee en werd het een hub voor alles wat met hardware, software en gaming te maken had. Pas vanaf eind jaren negentig schoof de identiteit van Akihabara op naar anime en manga, en begon de wijk zich meer en meer te vereenzelvigen met de groeiende otaku subcultuur. De eerste maid cafés openden zelfs pas in de vroege jaren 2000 hun deuren. Het bruisende Akihabara als manga Mekka is dus minder oud dan ikzelf, maar de oorspronkelijke elektronicaketens hebben hier ook nog steeds hun plaats. Doorheen de decennia vermengden de verschillende identiteiten en culturen van de wijk zich tot één all-in-one pakket waar zowat iedereen die van modern Japan houdt zich zonder schroom in kan verliezen. De volgende twaalf tips helpen je alvast op weg.
1. Loop verloren in de levendige straatjes van Electric Town



Verlaat Akihabara Station via de uitgang richting Electric Town en je wordt in een compleet andere wereld gekatapulteerd. Ontelbare elektronische reclameborden schreeuwen om je aandacht; overal blazen J-popdeuntjes uit de speakers en het straatbeeld dat zich voor je uitstrekt is een pandemonium van mensen en kleuren. Volg eerst en vooral even je neus, loop een paar uur doelloos rond en stap elke zaak binnen die er interessant uitziet. De hoofdboulevard parallel aan het station is visueel het indrukwekkendst, maar het zijn de achterstraatjes waar je de beste deals doet. Die zien er charmanter uit en zitten tjokvol kleinere winkels en restaurants. Wie interesse heeft in animefiguurtjes (of hentai-exemplaren: you know who you are), Pokémonkaarten of retro-games, kan hier eindeloos blijven rondkijken. Pas na zonsondergang komt Akihabara helemaal tot leven, maar wie de straat voor zichzelf (en een paar tienduizend andere voetgangers) wil hebben, komt best al op zondagmiddag een kijkje nemen. Dan wordt de hoofdweg afgesloten voor alle verkeer – zelfs voor die vervelende Mariokarts – en kan je vrij over het midden van de baan lopen.
2. Laat de hopeloze simp in je los in een Maid Café




Wie hier ’s avonds op straat de rijen kortgerokte cosplaymeiden klanten ziet ronselen, zou wel eens verkeerde dingen kunnen denken. Om zeker te zijn dat alles wat zich in de maid cafés afspeelt het daglicht wel mag zien, besloot ik me puur voor de wetenschap en uit de goedheid van m’n hart op te offeren en een tafel in Maidreamin te boeken. Het werd een hilarische en ietwat ongemakkelijke ervaring. De maid bars zijn de finale vorm van de Japanse kawaiicultuur. Alles moet en zal er zo schattig mogelijk wezen. Bij het binnenkomen krijg je een persoonlijke meid toegewezen die je enthousiast op je wenken zal bedienen, zolang je eerst miauwmiauw roept en een hartje met je handen maakt (dit is geen grap). Op m’n omelet met curry kwam ze vervolgens een aandoenlijk schattige ketchupkat tekenen, en de ijscoupe die ik als dessert kreeg zag er uit alsof er een paar Teletubbies in verzopen waren. Tussendoor voeren de meisjes perfect gechoreografeerde dansjes op. Geen vunzige stripshows, maar iets dat op de Japanse en nog niet door Gert Verhulst bepotelde versie van K3 leek. Naast mij zat een Japanner van een jaar of vijftig enthousiast in de handen klappend de tijd van z’n leven te hebben, maar zelf wist ik me toch niet altijd een houding te geven. Maidreamin is de grootste en bekendste keten in Japan – met een eigen theme song die je een week niet uit je kop zal krijgen – maar er zijn maid cafés in alle vormen en kleuren. Zo is er een bar vol (sexy) Noord-Koreaanse soldaten, eentje vol (sexy) engeltjes en duivels, eentje waar enkel (sexy) mollige meisjes werken, één waar iedereen een (sexy) travestiet is en zelfs één waar alle meiden bodybuilders zijn die je tegen betaling (sexy maar ook wel echt hard) in je gezicht komen meppen. Er is voor iedereen wat: niet verlegen zijn en gewoon binnenstappen.
PS: wie op zoek is naar een meer thematische gegidste tour door Electric Town, kan daar hier een meid in full cosplay voor inhuren: je krijgt er zelfs eten bij. Go on, you know you want to.
3. Akihabara Radio Kaikan: een anime-landmark met geschiedenis




Radio Kaikan is met z’n opvallende gele gevel één van de herkenbaarste gebouwen van Akihabara. Oorspronkelijk geopend in de jaren vijftig als één van de vele nieuwe elektronica-outlets, verschoof de focus er doorheen de jaren geleidelijk aan richting anime en de otaku-cultuur. In 2011 werd het originele gebouw wegens structurele problemen afgebroken en vervangen door het huidige complex van tien verdiepingen. Dat is ondertussen veranderd in een soort heiligdom voor geeks. Tientallen winkels vonden hier een thuis, en vullen hele etages met action figures van alle grote animereeksen, rekken vol mangastrips, talloze ruilkaarten en een hoop andere gadgets. Soms kom je dingen tegen die je niet bepaald op de kast zou laten staan moest pakweg je moeder op bezoek komen: beeldjes van halfnaakte deernes met balkons ter grootte van twee ongemolken uiers, getekende naaktkalenders vol in allerlei staten van opwinding verkerende schoolmeisjes en de gekende hoofdkussens in de vorm van smachtende kawaiivrouwtjes waar je wat bittere tranen op kan plengen tijdens de zoveelste eenzame nacht. Er is weldegelijk een markt voor. Er is zelfs al een Japanner officieel met z’n kussen getrouwd. Ik ben me er van bewust dat Tinder soms bruut kan zijn, maar verdorie zover ben ik toch nog niet.
PS: voor de ingang van Radio Kaikan begint een andere tour door de winkels van Electric Town, die blijkbaar erg handig is als je op zoek bent naar specifieke en moeilijk te vinden manga’s of figuurtjes. Het aanbod is hier – het zou geen verrassing mogen zijn – nogal overweldigend voor iemand die er nog nooit geweest is.
4. Mandarake: een tweedehandsparadijs voor verzamelaars




Iets verder van het station ligt nog een andere schatkamer voor nerds allerlande: het grootste Mandarake-filiaal van Japan. Mandarake is een Japanse tweedehandsketen die zich specialiseert in anime, manga, speelgoed en games. Het filiaal in Akihabara bestaat uit acht verdiepingen die per thema zijn geordend. De collectie is vergelijkbaar met die van Radio Kaikan, maar is meer toegespitst op echte verzamelaars. Je vindt hier trouwens niet enkel Japanse spullen. Ik zag hier en daar speelgoed staan dat ik vroeger zelf in huis had, waaronder een aantal GI-Joes van meer dan veertig jaar oud die nog in perfecte staat in de verpakking zaten (de prijs was navenant). Ook wie op zoek is naar oude games of consoles kan kiezen uit een uitgebreide collectie. Let wel: de meeste games zijn hier uiteraard enkel in hun Japanse versie beschikbaar, en zullen als het oude cartridges zijn niet werken op je SNES. Een andere topketen voor animefans is AmiAmi. Ook zij hebben in Akihabara een enorm filiaal.
5. Superpotato: het Walhalla van de retro gamer




De allerbeste locatie voor retro gamers in Akihabara is niet Mandarake maar Superpotato. Da’s een winkel met een heerlijk random naam, die in een onopvallend gebouw in één van de achterstraatjes verstopt zit – je moet zelfs een donker gangetje door om er te geraken. Het pand herken je aan de Pacman en Mario op de gevel, en binnenin vind je de grootste collectie aan oude games die je in je hele leven zal zien – ik werd er oprecht wat emotioneel van. Alles staat hier uitgestald, van Atari, NES en SNES (In Japan zijn dat de Famicon en Super Famicon), Gameboy en Megadrive tot de N64, Sega Saturn en de eerste Playstations. Zelfs obscure consoles als de Neo Geo die ook destijds niemand in huis wilde halen kan je hier nog vinden. Ik spotte er zelfs oude gadgets als de Nintendo Virtual Boy (een commercieel compleet gefaalde vroege poging tot Virtual Reality) en R.O.B. The Robot (een nauwelijks functionerende Nintendo “robot” die ik enkel kende van deze AVGN-episode). Op de derde verdieping kan je pas helemaal loos gaan. Daar staan een hoop originele arcadekasten waarop je voor 100 yen klassiekers als Street Fighter II, Bomberman en Final Fight kan spelen. Een uurtje opnieuw in de zorgeloze vroege jaren negentig kunnen rondlopen: een mens zou er tegenwoordig veel geld voor over hebben.
Tip: wie echt fan is van retro-games en graag aan elektronica prutst, kan in Akihabara een compleet unieke workshop volgen. Onder begeleiding haal je zelf een originele Gameboy uit elkaar, waarna je hem met een resem aan vrij te gebruiken covers en knopjes kan pimpen tot een collectors item dat je vervolgens opnieuw in elkaar vijst en meteen ook mee naar huis mag nemen. Het is niet goedkoop, maar een unieker souvenir zal je niet snel vinden en je kan op het vliegtuig meteen beginnen Tetrissen.
6. M’s: krijg rode oortjes in ’s werelds grootste seksshop




*Haha: zoveel van m’n foto’s waren niet voor publicatie vatbaar.
Vond je de “verboden” rekjes in Radio Kaikan niet stout genoeg? Trek dan naar M’s. Da’s de grootste seksshop ter wereld: zeven verdiepingen vol met alles wat je zieke geest maar kan bedenken. De meest vanilla attributen liggen op het gelijkvloers: kwestie van niet iedereen in paniek meteen weer naar buiten te doen vluchten. Hier vind je een hoop standaardvibrators (grote fan van de paarse aubergine op de foto hierboven) en glijmiddelen allerhande. Hoe hoger de trappen op, hoe meer je in diehard fetisj-territorium terechtkomt, en dat is soms even slikken (hehe). Nood aan de in siliconen voor het nageslacht bewaarde vagina van je favoriete pornoster? Ze hebben ze liggen. Tepelklemmen, voorbindpiemels en extravagante BDSM-pakjes? Geen enkel probleem. Een boomdikke rubberen dildo van een meter waar je een boer mee van z’n paard kan slaan? Koop er snel twee: ze hangen er toch. Helemaal bovenaan staat dan weer een uitgebreide collectie aan cosplay-kostuumpjes uitgestald, waarvan de helft schoolmeisjesuniformen waar je in het Jezuïetencollege vroeger toch niet bepaald mee moest afkomen. Wie hier z’n goesting niet vindt, is een gevaar voor de maatschappij en laat zich best uit voorzorg opnemen.
7. Draai wat speelgoed uit een gachapon machine




Iets helemaal anders waar Akihabara om bekend staat, zijn de enorme lunaparken en game centers waar je naar prijzen kan vissen in het soort grijpautomaten die ze ook op de Sinksenfoor hebben staan. Daar is een zekere mate van kunde en vooral geluk voor nodig, en dus bestaat de kans dat je er je dagbudget doorjaagt om vervolgens alsnog met lege handen hotelwaarts te keren. Dan zijn de eindeloze rijen aan gachapon-machines een veiligere investering van je tijd en geld. Gachapons zijn een soort sjiekenbakken waar je voor een paar honderd yen kleine speelgoedjes uitdraait. Die zitten in een plastieken beschermballetje en worden daarom capsule toys genoemd. De naam gachapon is een onomatopee van “gacha” (het geluid van het draaimechanisme) en “pon” (het geluid van het vallende balletje) en in Japan staan honderdduizenden van die bakken – er zit een hele miljardenindustrie achter. De variatie aan speelgoedjes is dan ook enorm en ideaal voor wie goedkoop een paar unieke souvenirs wil scoren. Mijn persoonlijke buit: een oranje worsthond, een hoedje voor de kat, een sleutelhanger in de vorm van een drol en wat figuurtjes uit obscure games waarvan ik nooit verwacht had dat iemand er merchandise voor zou maken. Geld goed gespendeerd, zeg ik dan.
8. Bezoek Akihabara’s hoekje vol griezelautomaten



Nog meer wijdverspreid dan de gachapon-machines, zijn de ontelbare drank- en eetautomaten die je in Japan op quasi elke straathoek tegenkomt. Over het hele land staan er meer dan vijf miljoen. Da’s maar liefst één automaat per 23 mensen. Dat lijkt wat idioot, maar toch blijven ze op één of andere manier geld opbrengen. Daar zijn een heel aantal redenen voor, waarvan ik er hier twee vermeld. Japan is nog steeds voornamelijk een cashmaatschappij. Daardoor loopt iedereen er met een hoop kleingeld in de zakken rond. Te meer woont een hoop volk (vooral in Tokyo) in piepkleine appartementjes waar niet altijd plaats is voor een frigo. Dan komt een gekoeld drankje onderweg vaak goed van pas. In Akihabara staat op een paar meter stappen van de brug over het water een wel erg unieke verzameling automaten. Je vindt ze op Google Maps onder de noemer “weird vending machines” en die term dekt de lading perfect. Onder een verlaten afdak staan hier een tiental compleet verwaarloosde machines op een rij die vreemd genoeg nog steeds regelmatig worden bijgevuld – door wie weet niemand. Een greep uit het aanbod: een popcornmachine die niet werkt; een automaat die chicken yakitori in blik verkoopt (blijft vijf jaar goed); eentje die plastieken kevers in een potje aanbiedt en één met een hoop vreemde kartonnen doosjes waar allerlei politieke boodschappen op uitgetypt staan (geen idee wat erin zit). De prijzen zijn even ridicuul als het aanbod: de yakitori kost er ongeveer het dubbele van wat je voor een portie die nog wel in dit decennium gemaakt werd in 7-Eleven zou betalen. Geld bijhouden dus, maar het ziet er wel lekker griezelig uit.
9. Manseibashi: designwinkels onder een treinbrug



Niet alles in Akihabara draait rond geeks en otaku. Langs het water werden onder het gewelf van een oude treinbrug allerlei winkels en restaurants geopend. Het resultaat heet Manseibashi en de rode baksteen en het minimalistische interieur zorgen voor een aangenaam contrast met het honderd meter verder gelegen Electric Town. Hier kan je een aantal pop-ups en designwinkels bezoeken, maar ze hebben er ook een microbrouwerij, een wijnshop en een paar restaurants die net iets stijlvoller zijn dan die in het circus aan de overkant. Perfect voor wie even aan de mallemolen wil ontsnappen. Bij goed weer kan je hier zelfs op een terrasje langs het water zitten. Op restaurant buiten tafelen is om één of andere reden een zeldzaamheid in Tokyo, dus je kan er maar beter van genieten.
10. Koishika wa Korakuen en de Tokyo Dome

De volgende twee bezienswaardigheden liggen niet in Akihabara, maar zijn snel genoeg bereikbaar om in één dag te combineren met een bezoek aan Electric Town. Koishika wa Korakuen is één van de oudste en mooiste Japanse tuinen van Tokyo en een perfect rustpunt voor wie nood heeft aan een snuifje natuur. Je loopt hier langs eeuwenoude en door touwtjes rechtgehouden bomen; uitgestrekte vijvers weerspiegelen de herfstkleuren rondom; er lopen stenen paadjes door het water en her en der vind je eetkramen en rustige zitplekjes. Het park ligt in de schaduw van de Tokyo Dome. Da’s het grootste indoorstadion van Japan en er worden regelmatig evenementen en concerten gehouden. Toen ik op een bankje van de zon zat te genieten, was er net een baseballwedstrijd aan de gang en kon je het gejuich doorheen het hele park horen. Rond de Tokyo Dome ligt dan weer Tokyo Dome City. Da’s een pretpark vol attracties, waar je met een rollercoaster recht door de gevel van een winkelcentrum kan sjezen. Dat heb ik zelf niet gedaan, maar het ziet er wel aangenaam uit.
11. Koop eens een oud Japans boek in Jimbocho Book Town

Op een paar stops van Akihabara Station – net ten noorden van het Keizerlijk Paleis – werd met Jimbocho Book Town nog een andere volstrekt unieke bestemming verstopt. Hier liggen meer dan tweehonderd tweedehandsboekenwinkels naast elkaar – allemaal geconcentreerd in een handvol straatjes. Dat zorgt voor erg fotogenieke taferelen, want veel zaken werden letterlijk van de vloer tot het plafond volgepropt met oude boeken en ook tegen de buitengevels staan soms hele rekken uitgestald. De meeste winkels verkopen exclusief Japanse literatuur (alles van stationsromannetjes en historische manuscripten tot erotische magazines uit de jaren stilletjes) maar hier en daar vind je ook een Engelstalig assortiment. Wie z’n buit bij elkaar gesprokkeld heeft, kan onmiddellijk aan het lezen slaan in één van de vele curryrestaurants waar de wijk eveneens bekend om staat. Bon appétit!
12. Nakano Broadway: het originele Akihabara




Ben je fan van anime maar vind je Electric Town net iets te bombastisch? Trek dan naar Nakano Broadway in het westen van Tokyo. Da’s een wat ouderwets aanvoelend winkelcentrum waar de bovenverdiepingen al sinds de vroege jaren tachtig volledig werden ingepalmd door otaku shops (zo’n twintig jaar eerder dan in Akihabara dus). De winkels zijn hier over het algemeen kleiner en rustiger, en meer gericht op het verkopen van tweedehandsitems en zeldzame uitgaves – ook hier vind je bijvoorbeeld een groot Mandarake-filiaal. De benedenverdieping wordt vooral bezet door “normale” winkels, maar ook hier vallen een aantal unieke ontdekkingen te doen. Zo staat er ergens een automaat waarmee je allerlei eetbare insecten kan kopen (iemand zin in vogelspin?) en bij Daily Chico kan je het grootste hoorntje softijs kopen dat je in je leven zal zien (ik kreeg het mijne nog net binnen, maar het was een zware bevalling). Volgens de legende zou ergens in het complex ook een gachaponmachine staan waar je gedragen slipjes uit kan draaien, maar die ben ik (gelukkig) niet tegengekomen. Ook de steegjes rondom zijn de moeite van het doorlopen waard. Ze zijn nauw en verwarrend, en voelen door de bossen aan elektriciteitskabels die van gevel naar gevel lopen misschien wat groezelig aan, maar ze zitten wel tjokvol gezellige barretjes en restaurants.
Praktische reistips voor Tokyo: hotels, tours en openbaar vervoer

** Disclaimer: Dit artikel bevat een aantal (nuttige) affiliate links. Dat wil zeggen dat als je bijvoorbeeld een hotel of tour boekt via een doorverwijzing op deze pagina, ik daar een klein percentje voor ontvang waardoor er brood op tafel komt zonder dat ik een Onlyfans-account moet aanmaken. Het kost je trouwens geen halve cent extra, dus niet twijfelen. Alvast bedankt! **
Waar je in Tokyo op hotel gaat maakt eigenlijk niet uit en hangt af van je budget en interesses, maar zorg er voor dat je dicht bij een metrostation zit. Dat spaart je elke dag tijd uit en een ander vervoersmiddel heb je eigenlijk niet nodig. Hieronder vind je het budgethotel waar ik zelf verbleef, en een aantal unieke slaapplekken in en rond Akihabara.
–Juyoh Hotel: hier bleef ik zelf twee weken en het was het goedkoopste hotel met een degelijke rating dat ik kon vinden. Het ligt Asakusa, op tien minuten stappen van het Minami-Senju metrostation, waardoor je makkelijk door de stad kan reizen. Je slaapt er in kleine privékamertjes, maar de badkamers en toiletten zijn gedeeld (in aparte afsluitbare ruimtes, dus alles voelt nog steeds privé). De gemeenschappelijke ruimte beneden is gezellig en heeft een keuken en klein restaurantje. Het personeel is supervriendelijk en maakt graag een praatje. Let wel: de kamers zijn netjes maar HEEL basic. Waarschijnlijk vind je nergens anders in Tokyo een betere deal – inclusief capsulehotels.
–Cocts Akihabara: hip en mooi ingericht hostel op een paar minuten stappen ten oosten van Electric Town, waar je zowel een eigen kamer als een (capsulebed) in een dorm kan boeken. Heel wat chiquer dan Juyoh Hotel maar ook wat duurder. Het personeel is er heel vriendelijk.
–Dormy Inn Akihabara: gezellig hotelletje op wandelafstand van zowel Electric Town als Ueno Park. Op het dak werd een mooi ontworpen onsen geïnstalleerd zodat je na een lange dag sightseeing in een warm bad kan ontspannen.
–Nogha Hotel Akihabara: prachtig hotel op een paar meter van de grote boulevard van Electric Town (en dus ook het metrostation). Heeft mooi ingerichte kamers en een eigen restaurant en bar. Erg stijlvol maar uiteraard in een iets hogere prijsklasse.
Je kan in Tokyo een hoop interessante activiteiten, gidstochten en zelfs dagtrips boeken. Check GetYourGuide voor een volledig overzicht. De leukste dingen in Akihabara heb ik in het artikel al vermeld, maar er valt veel meer te doen. Zo kan je bijvoorbeeld de highlights van Tokyo afvinken vanuit een gepimpte wagen uit Tokyo Drift. Even genoeg van de grootstad? Boek dan een volledig gegidste dagtrip naar Mount Fuji en Hakone, naar de mooie tempels en natuur van Nikko of trek naar de grote Boeddha van Kamakura.
Koop voor je in Japan arriveert een lokale e-simkaart. Zelf gebruik ik al jaren Airalo. Da’s een app waarmee je met een paar klikken makkelijk mobiele data kan kopen voor zowat elk land ter wereld. Installeer alles thuis en activeer de simkaart na de landing: klaar is kees. Mobiel internet is echt nodig om je met Google Maps door de metro te navigeren. De app vertelt je perfect welke trein wanneer aankomt, welke wagon het best is voor je overstap en langs welke van de tien uitgangen je buitenmoet om op je bestemming te raken. Zonder online hulp is het vaak zoeken.
Om vlot het openbaar vervoer te gebruiken heb je een Suica-kaart nodig. De Welcome Suica Card is specifiek bedoeld voor toeristen en is online bestelbaar. Je kan de kaart in elk station met cash opladen via de automaten op de foto hieronder, en ze werkt in quasi alle Japanse steden. De Suica-kaart is ook een algemeen betaalmiddel. De Japanse economie werkt veel meer met cash dan de Europese, dus als je in de winkel niet met je Suica betaalt, loop je na twee dagen met een halve kilo onbruikbare muntjes in je broekzak rond.


Wie van plan is met de Shinkansen sneltrein een hoop verschillende steden aan te doen, koopt best een Japan Rail Pass (boek hier via de directe link). Dat doe je liefst een hele tijd op voorhand, want ze sturen hem op per post en in Japan zelf kan je er geen meer krijgen. Wie zoals ik maar een stad of vier bezoekt is misschien goedkoper af door de tickets afzonderlijk en ter plaatse te kopen – even uitrekenen is de boodschap. Hoe verder de bestemmingen uit elkaar liggen, hoe duurder uiteraard. Wie zich daar allemaal niet mee bezig wil houden en z’n bezoek aan Japan graag tot in de puntjes geregeld ziet, vindt op Japan Experience een heleboel prachtige individuele of groepsreizen van een week of meer.
Cash nodig? Elke 7-Eleven heeft een bankautomaat staan die buitenlandse kaarten aanvaardt (en het eten is er net als in Lawson ook best lekker).
EU burgers hebben om Japan binnen te raken geen visum nodig voor reizen tot negentig dagen. Je kan dus zonder enig probleem morgen vertrekken moest je dat willen. De yen staat historisch laag, dus het is het moment.
Meer Tokyo nodig? Lees hier m’n blog posts over Odaiba, Shinjuku, Shibuya, Harajuku, Ginza, Asakusa, Ueno en Marunouchi.
Zin in een andere Aziatische trip? Lees hier m’n artikels over Peking, Shanghai, Singapore en Hanoi.


















No Comments